in

Lego City: Undercover Review


Een hoop filmverwijzingen, een grote stad die vrijelijk te verkennen is en honderd-duizend-miljoen-miljard Legoblokjes. Dat zijn de voornaamste ingrediënten van Lego City: Undercover. Lego GTA werd de game ook wel gekscherend genoemd. Door het geringe aanbod aan goede Wii U-titels momenteel heb ik veel mensen reikhalzend naar deze game uit zien kijken, puur omdat het de enige open-wereld game voor de Wii U betreft. Dat is deels een reden om hem aan te schaffen, maar we hebben hier in eerste instantie vooral met een Lego-game te maken, en je moet even goed na gaan of dat je ding wel is.

Bekende formule

Als dat het wel is (of als eerdere Lego-games je ook prima konden bekoren) dan heb je met Lego City: Undercover een geweldige game te pakken. Een vreselijke open deur om in te trappen, maar je ontkomt er niet aan. De formule van de voorgangers zet zich ook in Undercover door, en dat levert een spel op waarin het ontdekken van geheimen, puzzelen en het verzamelen van blokjes op een mooie manier samenkomen.

Het verhaal in een notendop

De speler neemt de rol van Chase McCain op zich, die na een tweejarige afwezigheid terugkeert naar Lego City. Daar aangekomen wordt hij er door de commissaris op uit gestuurd om de beruchte Rex Fury op te sporen en te arresteren. Alle archetypes uit de typische jaren ’80-politiefilm komen voorbij, zoals de onbenullige sidekick, de strenge commissaris en de niet te missen love interest.

Dat doe je ditmaal niet in de wereld van een bestaande franchise zoals Lord of the Rings of Star Wars, maar in het fictieve Lego City (bekend van de Lego-sets die al jaren in fysiek in de winkels te koop zijn). De makers hebben daarin carte blanche gekregen om met hun eigen verhaal te komen, en dat resulteert in een stereotype Cops ‘n Robbers flick. Met een knipoog welteverstaan, want door de talloze verwijzingen naar tientallen bekende films (en games) lijkt het erop dat de makers het refereren naar bestaande franchises maar moeilijk kunnen loslaten.

Gelukkig levert dat wel een hoop geinige scènes op. Zo zien we een overduidelijke Lego-variant van Dirty Harry, die aan een van zijn collega’s vraagt ‘of die vijf shots koffie heeft gehad, of zes?’ Undercover zit bomvol met dit soort verwijzingen – de één wat duidelijker dan de ander – en ze zijn stuk voor stuk goed uitgevoerd, mits je een beetje door het kinderlijke sfeertje heen kunt kijken. De game is immers, hoe kan het ook anders, ook op de kleintjes gericht en dat zie je ook terug in de moeilijkheidsgraad.

Met twee vingers in je neus

Net als andere Lego-games is Undercover namelijk be-la-che-lijk simpel. Van de puzzels tot het platform werk; je raast door de missies heen zonder ook maar even na te hoeven denken. Ook de combat vergt vrij weinig oefening, daar je met wat simpel button-bashen in een handomdraai vijanden op de grond gooit.

De uitdaging zit hem dan ook niet zozeer in het uitspelen van het verhaal, maar meer in het verzamelen en ontdekken van de honderden geheimen die het spel herbergt, en dat is waar het open-wereld gedeelte aan bod komt. Eerlijk is eerlijk, echt heel groot is de stad nu ook weer niet en het is ook jammer dat de meeste missies zich in afgesloten gebieden afspelen. De stad zelf is dan ook meer een grote (of zeg maar gerust enorme) hub, dan een volledig open wereld.

Blokjes blokjes blokjes

Net als in andere Lego-games dienen de kleine ronde Lego-bolletjes als soort van munteenheid. De wereld ligt hier echt mee bezaaid. Als je net zo dwangneurotisch aangelegd bent als ik, maak je borst dan maar nat, want als je per se alle blokjes die je tegenkomt op wil pakken dan ben je nog wel even zoet. Naast de kleine ronde blokjes verzamel je nu ook reguliere blokjes die je kunt gebruiken om superbuildings neer te zetten. Denk dan bijvoorbeeld aan een veerpond, die nodig is om verder te komen in het verhaal, of een drop point voor voertuigen.

Bijna overal waar je komt zie je activiteiten en obstakels die aangeven dat er speciale Lego-blokjes te verzamelen zijn. Het gros hiervan kun je in het begin van de game echter nog niet bereiken, omdat een hoop van deze obstakels een speciale outfit (met daarbij behorende vaardigheid) vereisen . Denk aan rotsblokken die alleen verwijderd kunnen worden door een mijnwerkerspakje met bijbehorende pikhouweel, of sloten die alleen met de dieven-outfit gebroken kunnen worden. Hierdoor ontstaat er haast een soort Metroidvania-gameplay, die je aanmoedigt om eerdere locaties (zowel in de stad als in missielevels) opnieuw te bezoeken.

Daarbij maak je hier en daar gebruik van de GamePad, en we zijn bijzonder opgelucht dat je niet doodgegooid wordt met gimmicky gameplay die geforceerd aanvoelt. Nee, in Lego City dient de GamePad onder andere als plattegrond (goh, origineel) maar ook als scanner, waarmee je in realtime de omgeving scant op zoek naar vijanden en superbricks. Het werkt allemaal naar behoren, en zoals gezegd komen deze momenten slechts sporadisch voor waardoor de snelheid van de game lekker hoog blijft.

Het rondrijden door de stad is erg aandoenlijk. Overal gaan Lego-mennekes hun dagelijkse gang en zonder dat ze erom zeuren jaag je er met een simpele druk op de knop vandoor in hun koddige Lego-sportwagen/tractor/brommer. Toch mist er wel een bepaald gevoel. Het is misschien een kwestie van smaak, maar rondrijden door Lego City is gewoon net niet zo tof als het rondrijden door Steelport , Liberty City of Hong Kong (in Sleeping Dogs. –Red.). Hoe levendig het er ook uitziet, onder de motorkop gebeurt er op straat eigenlijk niet zo veel.

Leuke post? Drop een hartje

Score: 0/5 volgens 0 gamers

Nog geen hartjes. First!

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Lego City: Undercover (Wii U)

BioShock: Infinite (X360)