in

De schitterende leugen van de JRPG – Column


Het klokje is de magische 00:00 al gepasseerd als ik met Ness nog een klein knuppelklapje uitdeel. ‘We, the people’ hebben er al jarenlang om zitten zeuren, zagen en zeiken en we krijgen plotseling precies wat we willen: Earthbound in Europa. Terwijl ik me door een van de eerste oersaaie gevechten heen knuppel (auto attack natuurlijk, wat moet je anders in deze game?), zie ik in mijn Twitterlijn (die ik ondertussen check, wat moet je anders tijdens deze gevechten?) Breath of Fire-nieuws voorbij komen. Hart. Klop. Overgeslagen.

Earthbound dus…

Maar eerst even terug naar Earthbound, voordat we meteen het drakenvuur inspringen. Ik zit er inmiddels misschien een klein uurtje in. Op zoek naar de eerste sanctuary, dus dat is net de introductie, voor wie niet bekend is met deze cultklassieker. Mijn eerste stappen zijn aangenaam geweest, maar wennen. Het is verwarrend dat de game zowel op de gamepad als op de TV gepresenteerd wordt, dat gevechtsscherm waarin je alleen de vijand op een LSD-achtergrond ziet is een lachertje en onze Ness die vanaf de start door iedereen als held bestempeld wordt is wat lastig te snappen voor een nieuwkomer. Toch ben ik er al redelijk door gepakt, dankzij de muziek, de heerlijke graphics en de nonchalante humor die er in de dialogen doorheen gesmeerd wordt. Het hele concept van een stel buurtkinderen in een maatschappij zoals de onze is decennia na release bizar genoeg nog steeds uniek. Earthbound heeft ‘iets’. En dat ‘iets’ heeft er voor gezorgd dat de roep om vervolgen of lokalisaties nooit verstomd is geraakt. In tegenstelling tot Breath of Fire…

Gister kwam eerst het nieuws – uit het niets – dat Capcom bezig is met Breath of Fire 6. Dat is geen goed, maar fantastisch nieuws. Totdat je voorbij de headlines gaat en woorden als ‘tablet’ en ‘smartphones’ leest. Twee woorden en weg is de interesse. Waarschijnlijk brengt Capcom de game niet eens naar Europa. Prima, kan ‘m voordat ik ook maar iets weet al missen als kiespijn. Als goedmakertje krijgen we dan wel weer het briljante Breath of Fire II op onze Virtual Console. Diezelfde briljante Breath of Fire II die ook al op de Super Nintendo, op de Gameboy Advance en op de Virtual Console van de Wii verscheen. Dat is niet eens mosterd na de maaltijd. Dat is soort van je vierde portie van precies dezelfde mosterd na je maaltijd. Sowieso, mosterd? Na een maaltijd?

It’s a trap!

En toch trap ik erin dat ik even de trailer ga zitten bekijken van die mosterd. Meest kansloze trailer ooit overigens, want we zien 3 seconden ons hoofdpersonage door een dorpje lopen en de rest van de minuut of wat een random encounter waarin om precies te zijn helemaal niets interessants gebeurt. Je zou toch verwachten dat iemand na vier verschijningen een keer de moeite heeft genomen om een fatsoenlijke trailer te maken. En toch trap ik er ook weer in dat ik geïnteresseerd ben in Breath of Fire II. Ik voel de nostalgie opkomen en denk terug aan een tijd waarin dergelijke titels heer en meester waren in en buiten het genre. Dat die tijden allang vervlogen zijn heeft de JRPG-speler al jaren terug geconstateerd. Maar het zet me wel aan het denken. Deze titels en series liggen ergens op een plank, in handen van succesvolle uitgevers en voorzien van in ieder geval iets van een geïnteresseerde groep volgers. Hoe kan het dat er helemaal niets mee gebeurt?

Final Fantasy en Dragon Quest leven nog, maar daar is alles wel mee gezegd. Het zijn zeldzame overlevenden van de gouden dagen en de zwarte nacht die volgde. Waarom is er niemand bij Sony die opstaat en zegt: “Hé, dat Legend of Dragoon, kunnen we daar niet weer eens iets leuks mee?” Hetzelfde geldt voor Wild Arms, dat op z’n minst nog de eer kreeg om op de PlayStation 2 te schitteren. En waar is Suikoden heen? Waarom vindt niemand het interessant om iets met Vagrant Story te doen en alsjeblieft, breek me de bek niet open over de Chrono-serie. Geloof me. We weten dat het JRPG-genre geen hoogvlieger meer is. We weten dat deze games allang niet meer simpeltjes een miljoenenpubliek aanspreken en de droom dat die tijden ooit weer terugkomen is een schitterende leugen.

Maar waanzinnige franchises laten verstoffen is een ander ding. Natuurlijk is het de gamer die spreekt, want de zakenman schudt zo het ene na het andere argument uit zijn mouw. Maar leg dat maar eens uit aan de kleine jongen in ons allen, die opgroeide met deze titels en zich verloor in andere werelden. En dus zit er niets anders op dan tussen de zeldzame Ni No Kuni’s van vandaag de dag, onze avonden al Earthboundend te verslijten. Enthousiast worden voor titels uit de prehistorie, simpelweg omdat die prehistorie de enige tijd is waarin onze favoriete franchises nog leefden. En als het zo moet zijn, dan moet het maar zo zijn. Ik werp me er wel op. Xenogears bijvoorbeeld, is er eentje die ik destijds gemist heb. De laatste tijd begint dat toch te kriebelen. Dus, kenners, zeg het maar: zal ik tussen al het Earthbounden door eens een poging wagen om in Xenogears te duiken?

Leuke post? Drop een hartje

Score: 0/5 volgens 0 gamers

Nog geen hartjes. First!

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

PS3, PS2 en PSP minder verkocht

The Nuzlocke-challenge – Deel 1