Rome: Total War wordt door menigeen beschouwd als het summum van de Total War-reeks. Met de keuze van The Creative Assembly om een vervolg op dit legendarische deel te ontwikkelen worden de fans van weleer op hun wenken bediend. Maar het mes snijdt aan twee kanten. Total War: Rome II zal hoe dan ook vergeleken worden met het eerste deel. Er is geen Zelda ooit meer zo goed geweest als Ocarina of Time en A Link to the Past. Final Fantasy VII wordt nooit meer overtroffen. Morrowind is nog steeds veruit de beste The Elder Scrolls-game. Van nostalgie is eigenlijk niet te winnen. Al doet Rome II er alles aan om deze stelling eens flink te beproeven.
Cultuurrijk
Rome II plaatst je als de ultieme militaire strateeg aan het hoofd van een samenleving ten tijde van het Romeinse Rijk. Ondanks dat de titel van de game doet vermoeden dat je hoogstwaarschijnlijk het imperium van de Italianen moet zien uit te bouwen, hoeft dit allesbehalve het geval te zijn. Het sterke aan het eerste Rome-deel is de mogelijkheid om met zoveel verschillende culturen aan de slag te gaan, en in Rome II is dit niet anders. Waar er tussen de eenheden van de verschillende speelbare facties in andere Total War-games weinig verschillen zitten, kun je hier je lol op met olifantenberijders van Carthage, tot aan de schreeuwende vrouwen van de Britten. Zodoende voelt een nieuwe campagne met een andere cultuur nooit aan als een herhaling van zetten.

Daarnaast krijgt iedere factie al aan het begin van zo’n veroveringstocht uiteenlopende missies mee. Deze opdrachten kennen we al uit eerdere Total War-games, maar er wordt je nu wat meer vrijheid geboden in de manier waarop je ze aanpakt. Neem nu de missie die je toegewezen krijgt als je met Athene begint, waarvoor overigens wel de Greek States-DLC aangeschaft moet worden. Het oude Griekenland is op het moment nog een Macedonische satellietstaat door de verovering door Alexander de Grote, geschiedgetrouw. De eerste opdracht die je als leider van de Grieken meekrijgt is al direct om de schande van deze verplichte nederigheid af te schudden. De oorlog aangaan met Macedonië is dus je hoogste prioriteit, maar er zijn allerlei bonusopdrachten die je hierbij kunt vervullen om extra geld in de kas te brengen. Sluit bijvoorbeeld een alliantie met de Spartanen of heers over een hele provincie om zo wat krachtiger tegenover de overheersers te staan. Het is fijn dat je in Rome II zo wat meer eigen inbreng hebt in deze kunstmatig toegewezen instructies. En dat deze voor iedere factie weer anders zijn, is wederom een reden om een extra campagne op te starten met een ander volk.
Less is more
Voordat de oorlog aangegaan kan worden met de Macedoniërs, moet er uiteraard wel een leger op de been gebracht worden. Dit werkt behoorlijk anders dan we gewend zijn. Eenheden worden niet meer in de stad geplaatst wanneer ze getraind zijn, maar worden direct gekoppeld aan één van je legers. Elk leger heeft één legeraanvoerder, en aanvankelijk word je begrensd tot drie legers. Elk leger specialiseert zich langzamerhand in bepaalde onderdelen van legervoering. Denk hierbij aan dat speerdragers een flinke aanvalsboost krijgen, of dat boogschutters een stukje sneller hun pijlen afvuren. Naast het feit dat je met een beperkt aantal legers geen tientallen plukjes manschappen verspreid hebt staan over de hele kaart – wat een hoop irritaties en gedoe voorkomt – maakt dit het turn-based gedeelte van de game ook een stuk tactischer. Je kunt dus niet zomaar even snel een leger uit de grond stampen wanneer je ziet dat er een vijand met een groot leger aan je landsgrenzen staat.

De enige angst die aanvankelijk ontstond was dat vijandige facties onbeschermde steden makkelijk kunnen innemen. Die angst is redelijk ongegrond geweest. Door verschillende gebouwen te plaatsen en uit te bouwen krijg je standaard beschermende units. Die zijn niet te verplaatsen, maar zullen in het geval van een belegering wel beschikbaar zijn om tot de dood aan toe de basis te verdedigen. In vergelijking met Shogun 2 zijn deze manschappen ook een stuk sterker, waardoor je tegen kleine tot middelgrote legers altijd nog wel een kansje maakt.
Om eerlijk te zijn heb je na twee of drie van de schermutselingen met kleine legers het wel even gezien om die zelf af te handelen. Daarvoor is de auto resolve-optie uitermate geschikt. Deze mogelijkheid is een oude bekende, maar is een stuk handiger geworden. Je ziet nu niet alleen de waarschijnlijke uitkomst van het gevecht, ook kun je aangeven of je manschappen zich aanvallend, defensief of juist gebalanceerd moeten opstellen. Direct geeft de game aan welk percentage je van je manschappen overhoudt, wat erg fijn is. Zo voelt het gebruik van auto resolve minder aan als een gok en is het een makkelijk oplossing voor gevechten die niet interessant genoeg zijn.

De gevechten die je juist wel aan wilt gaan, zijn de veldslagen met grote legers die goed aan elkaar gewaagd zijn. Niets geeft meer voldoening dan een conflict dat door de game voorspeld wordt als een duidelijke nederlaag voor jouw partij om te zetten in een klinkklare overwinning.
Zinderende belegeringen
En dan zijn vooral de stadsbelegeringen in de aanvallende zin een lust om te spelen. Zeker wanneer je ook wat boten erbij hebt om wat artillerieondersteuning te bieden wordt de strijd een enerverende ervaring. Met een stormram de poorten openknallen, met torens de muren bestormen; soms waan je je even in de slag Helm’s Deep (en ja, daar waren geen boten). Erg storend is hierbij wel dat je niet zelf kunt bepalen waar je deze belegeringshulpstukken plaatst; ze staan daar waar jouw leger door de game initieel wordt geplaatst. Wil je liever van de zijkant aanvallen? Dan moet je op een tragisch sloom tempo je werktuigen naar de andere kant toeslepen.

En eigenlijk kun je over Rome II niet uitgesproken raken. Er zitten een heleboel kleine, subtiele aanpassingen en nieuwigheden in waar je soms na uren spelen pas mee in aanraking komt. Het doorvoeren van edicten wanneer je alle regio’s in een provincie in je macht hebt, personages die voor onrust zorgen en je dwingen tot het maken van een keuze hoe je die dilemma’s oplost, problemen met andere culturen binnen je rijk en ga zo maar door. De enige echte teleurstelling is dat de grafische sprong die de game ten opzichte van Shogun 2 zou gaan maken, toch een stuk kleiner is dan verwacht. Daarentegen draait de game wel op ook wat oudere systemen. Elke nadeel heeft dus ook weer zijn voordeel.