Het is lang geleden dat Blizzard een consolegame heeft ontwikkeld: zestien jaar geleden, om precies te zijn. Met Lost Vikings II keerde de ontwikkelstudio voor het laatst terug naar de spelcomputers – we tellen het Nintendo 64-debacle met StarCraft niet mee, die werd ‘co-ontwikkeld’. Het bedrijf laat echter zien dat ze zich nog steeds thuis voelen op de console, want de overzetting van Diablo III naar de spelcomputers is ijzersterk.
Diablo III, love it or hate it. De meningen zijn verdeeld; puristen kunnen de game over het algemeen niet luchten en verlangen terug naar de dagen van Diablo II, terwijl andere gamers intens kunnen genieten van de dungeon crawler-actie. Tot welke groep je ook behoort, het is moeilijk te ontkennen dat Blizzard Diablo III met vlag en wimpel naar de console heeft geport.
Vloeiend
De grootste verandering is de manier waarop je jouw personage bestuurt. Het klikken met de muis is ingewisseld voor een vloeiende besturing met de controller. Met de linkerstick beweeg je het personage, terwijl je met de rechtsterstick aanvallen ontwijkt. Hierdoor verandert de game niet gelijk in God of War, maar het zorgt er wel voor dat je personage vloeiender reageert op jouw bevelen.

De rest van de knoppen wordt gebruikt voor potions en vaardigheden. De vrijgespeelde skills kunnen naar alle vrijheid worden verdeeld over de facebuttons en de rechtertriggers. De lay-out van de knoppen voelt goed en intuïtief aan. Het enige nadeel is dat de icoontjes die de vaardigheden op het scherm weergeven te klein zijn voor de televisie. Het is lastig om in de interface te zien wanneer een cooldown is afgelopen en het zal dan ook meermaals gebeuren dat je een vaardigheid wilt gebruiken die nog niet ‘afgekoeld’ is. Gelukkig is dit het enige minpuntje aan een verder sterke visuele presentatie. De game is net iets minder mooi dan op de pc en mist de scherpte van die versie, maar dat is nou eenmaal inherent aan de spelcomputers. Belangrijker is dat de game zonder framedrops te doorspelen is, al hebben we nog niet kunnen testen hoe de game draait op de Inferno-modus wanneer nog meer vijanden je scherm vullen.
Ook het skillsysteem is enigszins op zijn kop gegaan; niet langer ben je gebonden aan skill trees. Per level speel je een aantal vaardigheden of runes vrij die je vrijuit kunt gebruiken. Hierdoor zal voor sommige mensen het idee van een personage opbouwen wegvallen, maar het zorgt er anderzijds ook voor dat je veel vrijheid hebt en de game geen vaart verliest.
Tempo
Vaart is sowieso een belangrijk aspect in de game. Als je op de bank achter de console zit heb je nou eenmaal minder geduld dan als je achter het scherm van je pc zit; Blizzard heeft daar in zijn loot-systeem rekening mee gehouden. Loot die je vindt kun je met een druk op de knop aantrekken of weggooien zonder in het menu te duiken. Dit klinkt leuk, maar in de praktijk zul je dit weinig gebruiken. Het geeft namelijk niet alle statistieken weer van het voorwerp, dus een weloverwogen keuze maken is niet mogelijk tenzij je het menu induikt. Maar voor mensen die er graag een beetje tempo inhouden, is het een uitkomst.

Ook is de hoeveelheid loot teruggeschaald en dankzij het ontbreken van een auction house is ervoor gezorgd dat de loot die je krijgt beter aansluit bij jouw personage. Het lijkt er echter wel op dat Blizzard enigszins is doorgeslagen, want tegen de tijd dat ons personage level 20 was liepen we al met meerdere legendary voorwerpen rond. Hierdoor wordt een legendary niet alleen minder speciaal, maar het zorgt er ook nog eens voor dat de game nóg makkelijker wordt op de standaard moeilijkheidsgraad.
Het is dan ook maar goed dat Blizzard de toevoegingen uit de latere patches voor de pc-versie ook heeft overgenomen, want daardoor kun je de moeilijkheidsgraad flink opschroeven. Waar dit in de pc-versie nog onder het mom van monster power levels ging, zijn het op de console gewoon verschillende moeilijkheidsgraden. Ook zaken als Paragon levels, brawling en de verbeterde legendary gear zitten als vanaf het begin af aan in de consoleversie.
Met z’n allen
Maar het uithangbord van de consoleversie is natuurlijk de offline co-op. Lekker met z’n tweeën, drieën of vieren op de bank zitten en de legioenen van de hel vermorzelen. Het klinkt als de perfecte troef, maar het is juist hier dat de game de plank enigszins misslaat. Als je met je vrienden de co-op betreedt dan krijgen zij de mogelijkheid om een personage te koppelen aan een account. Doen ze dat, dan begint dit personage op level één en wordt deze opgeslagen op de console. Prima. Logisch zelfs. Minder logisch is wanneer een van je vrienden ervoor kiest om als gast te spelen: de voortgang en verkregen items worden niet opgeslagen, maar ook hier begint jouw maatje op het laagste level. Even casual co-oppen zit er dus niet in.

Speel je echter vanaf het begin af aan met een co-op maatje, dan is er niets aan de hand. Zoals gezegd kun je zijn personage opslaan en later gewoon verder spelen. Ook kun je jouw groep aanvullen met online spelers. En dan hoef je niet eens bang te zijn dat ze je loot stelen, want ook dat systeem is aangepast: iedereen krijgt online zijn eigen loot. Net dat legendary wapen voor je neus weg gegraaid zien worden, is er dus niet meer bij. Het lijken eigenlijk allemaal maar kleine aanpassingen, en dat zijn het ook. Maar als collectief zorgen ze ervoor dat Diablo III op de console beter aanvoelt dan op de pc.
Deze game is gespeeld op de PlayStation 3