in

Assassin’s Creed 4 Review – Tem de woeste zee


Ubisoft’s keuze om de piraterij en zeevaart tot focuspunten van Assassin’s Creed IV: Black Flag te maken, baarde ons in eerste instantie lichte zorgen. We vreesden vooral dat een nieuwe nadruk op maritieme avonturen ten kosten zouden gaan van de typische Assassin’s Creed-gameplay ter land. Nu we de volledige game hebben doorgespeeld, bleken de zorgen grotendeels ongegrond. Black Flag is in veel opzichten anders, maar beschikt nog wel over het karakteristieke Assassin’s Creed-DNA.

Acrobatische capriolen

De game wisselt actiemomenten ter land en zeeslagen ter zee op een uitstekende wijze af. Het ene moment achtervolg je potentiële slachtoffers in Havana, een moment later jaag je met jouw schip vijandelijke schoeners naar de kelder van de zee, om vervolgens te voet Nassau te verkennen om nieuwe bemanning te ronselen. De wisselwerking die hiervan uitgaat is verfrissend en zorgt ervoor dat de game praktisch zelden in een sleur raakt. Na een gevaarlijke vaartocht is het lekker om de wankele zeebenen te strekken op vaste grond, zeker wanneer er een mooi klim- en klautermoment in het verschiet ligt.

Het zijn in Assassin’s Creed IV: Black Flag namelijk nog steeds de acrobatische capriolen die een goede indruk achterlaten. Een missie waarin je iemand moet schaduwen is bijvoorbeeld pas echt leuk wanneer je het doelwit niet op grondniveau achtervolgt, maar via daken en bomen met een gesprek probeert mee te luisteren. De allermooiste momenten ontstaan wanneer een opdracht diverse Assassin’s Creed-elementen combineert. Wij werden bijvoorbeeld bijzonder blij toen we op een eiland vol Maya-tempels konden sluipen, verkennen, rennen, klimmen, vechten, puzzelen en verzamelen. Tijdens dit soort missies komt het traditionelere gezicht van Assassin’s Creed duidelijk naar voren.

Helaas kampt het traditionele Assassin’s Creed-gezicht wel met wat jammerlijke oneffenheden. Zo is het natuurlijk fantastisch leuk om, terwijl je in een hoopje hooi verscholen ligt, een vijand te lokken met wat gefluit. Maar als er vervolgens niets gebeurt als je op de moordknop drukt en de vijand je er keihard bij lapt, zorgt dat toch wel voor wat frustratie. Zeker wanneer je de halve missie daardoor vrolijk opnieuw mag doen. Dit soort verstoringen zijn gelukkig geen schering en inslag, maar komen wat ons betreft wel net iets te vaak voor.

Frisse zeebries

Mocht je tijdens een avontuur ter land een keertje tegen dit soort slordigheidjes aanlopen, troost je dan met de gedachte dat de frisse zeebries naar je lonkt. De woeste wateren doen zorgen vergeten en laten je de echte piraat uithangen. Het vaarsysteem is in beginsel identiek aan dat van Assassin’s Creed III, maar is uiteraard behoorlijk uitgebreid dankzij een keur aan upgrades. Varen gaat soepel, werkt lekker en is bovenal erg leuk. Het is fantastisch om met je schip – de Jackdaw – door de wilde golven te beuken, Spaanse fregatten en Britse Man-o’-Wars te beschieten en onderwijl te genieten van één van de vele verzamelbare zeemansliederen die je trouwe bemanning ten gehore brengt.

Het knapste aan het zeevaartgedeelte van de game is dat de zee één grote open wereld is, die tegelijkertijd een uitgebreide selectie aan allerhande zijmissies en mogelijkheden tot piraterij biedt. Dit varieert van het jagen op witte potvissen tot het kanonneren van een vijandelijk fort. Absolute hoogtepunt van de zeevaart zijn de zeegevechten. Wij krijgen telkens weer kippenvel als we een koninklijke vloot zien langsvaren en bestoken het konvooi direct met mortiervuur en boordkanonnen. Met een beetje geluk is de Jackdaw na wat geknal en kunstige manoeuvres de bovenliggende partij en kan het enteren – en daarmee de inbeslagname van kostbare vracht – beginnen.

Enteren en upgrades

Tijdens het enteren van een schip komen de zeevaart en het traditionelere gezicht van Assassin’s Creed ter land samen. De schepen worden met enterhaken naar elkaar toe getrokken en vormen zo een samengesmolten omgevingen, midden op zee, waar je naar hartenlust in kunt klimmen, klauteren en moorden. Dit is erg knap gedaan en gaat geen moment vervelen. Het is wel jammer dat elke gewonnen zeeslag op eenzelfde wijze afloopt: wanneer je de resterende vijandelijke bemanning in het nauw hebt gedreven en het schip hebt veroverd, krijg je namelijk één van de drie standaardanimaties voorgeschoteld. Zonde, want het gebrek aan variatie in overwinningsanimaties komt voor de echte kaapvaarder behoorlijk laks over.

Ubisoft is gelukkig niet van laksheid te betichten op het gebied van upgrades en te kopen voorwerpen. Assassin’s Creed IV: Black Flag zit hier namelijk vol mee. Bij de plaatselijke winkel zijn allerhande kunstwerken te koop, er is een uitgebreid assortiment aan wapentuig te vinden en zowel het schip als persoonlijke uitrusting zijn volledig te upgraden. Soms is zo’n upgrade simpelweg binnen te halen door voldoende geld af te tikken, maar vaker nog zijn er voor een upgrade (ook) diverse grondstoffen nodig. Voor een versteviging van de scheepsromp is bijvoorbeeld ook voldoende hout en metaal nodig, waaraan je kunt komen door de vijandelijke schepen en plantagepakhuizen te plunderen. Zoals het een echte piraat betaamt dus.

Gouden Eeuw der Piraterij

PlayStation 3 versus PlayStation 4

Wij hebben Assassin’s Creed IV: Black Flag zowel op de PlayStation 3 als PlayStation 4 kunnen spelen en daarbij viel ons het volgende op. De PS4-versie is rijker aan detail, met name door scherpere textures, en lijkt een hogere framerate te hebben. Toch ziet de PlayStation 3-versie er wat ons betreft niet veel minder mooi uit. De overvloed aan detail en scherpte maken de PS4-variant bij vlagen namelijk wat te onecht. De regendruppels waren bijvoorbeeld zo scherp, dat ze het realisme voorbij waren.

De piraterij komt in Black Flag niet enkel naar voren middels zeegevechten en plunderingen, maar ook middels het verhaal. Het historische verhaal focust zich op de Gouden Eeuw der Piraterij in de Caraïben en bevat een aantal historische figuren als Edward ‘Blackbeard’ Thatch. Toch mist het verhaal de historische lading en grootsheid die in de voorgaande delen van de serie wel aanwezig was. Balen, want wij konden een geschiedkundige vertelling van gigantische proporties wel waarderen. Het verhaal heeft overigens wel z’n charmes, met name door het rouwdouwerige karakter van de piraten, maar is minder overweldigend dan bij de voorgangers.

Datzelfde geldt voor de stad Nassau, één van de drie grotere steden, dat zich met recht de meest kleurloze en saaie stad ooit in een Assassin’s Creed-game mag noemen. Kingston en Havana, de andere twee steden, zijn nog wel sfeervol en vormen leuke stadskernen, maar Nassau is niets meer dan een houten krottendorp. De zee en alle tropische eilanden maken die smet deels goed, maar het blijft even slikken. Zeker als je terugdenkt aan glorieuze grootsheid van Florence, Rome en Istanbul uit de Ezio-trilogie.

Het hoofdpersonage van Black Flag, Edward Kenway, kan zich dan weer wel volledig meten met de hoofdrolspeler uit de Ezio-trilogie, Ezio Auditore da Firenze. Waar Connor uit Assassin’s Creed III een timide en ingetogen sluipmoordenaar bleek, is Kenway een charismatische en ruige man. Hij is daardoor, net als Ezio, beter in staat de game te dragen en zorgt voor veel warmere band met jou als speler. We kunnen ons dan ook niet indenken dat we de dagelijkse beslommeringen van het piratenleven hadden willen meemaken met iemand anders dan Edward Kenway.

Deze game is gespeeld op de PlayStation 3

Leuke post? Drop een hartje

Score: 0/5 volgens 0 gamers

Nog geen hartjes. First!

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Top 5 antagonisten

Tv-presentator Jonathan Ross ingehuurd door Microsoft