Wat kan een mens zich moederziel alleen voelen; in de late nacht, of beter gezegd de vroege ochtend. Een brommende PlayStation 3 aan het eind van zijn Latijn, een gamerecensent met veel te weinig slaap en een spel dat je iets te erg in zijn wereld opzuigt: het was een geruime week de setting waarin ik me bevond. Dark Souls 2 is net zo verslavend als zijn voorgangers, veel ruimte voor andere activiteiten is er niet. Het is bijna zielig. Het tweede, en eigenlijk derde, deel in de Souls-serie heeft alles wat we uit de serie kennen, maar biedt vooral meer. Meer bazen. Meer locaties. Meer wapens. Meer geheimen. Meer dood.
Vervloekte game
Dark Souls 2 is dus niet zozeer schokkend anders dan de eerdere games uit de reeks, maar breidt voornamelijk aspecten uit en past ze hier en daar aan. Je kan dus nog steeds een actie-RPG verwachten, die op het gebied van attributen, statistieken en uitrusting lekker ‘old school’ is. De grootste vernieuwing komt in de vorm van het vervallen koninkrijk Drangleic, dat de plaats heeft ingenomen van Lordran. Wederom lijden de alle inwoners aan de bekende curse, die iedereen tot Undead maakt. Ook de speler is onder invloed van deze vloek, en zal zijn ziel en zaligheid moeten verkopen om die te kunnen verbreken.
Om dit te bewerkstelligen, heb je uiteraard de befaamde souls nodig die je verkrijgt door vijanden en eindbazen te verslaan. Je souls zijn je alles. Je gebruikt ze niet alleen om attributen te versterken en zo in level te stijgen, ook equipment en verbruiksvoorwerpen worden ermee aangeschaft. Geld is niet de ziel van de negotie. Nee, zielen zijn de ziel… enfin, je snapt het wel.

De queeste tegen de curse begint in een onheilspellende en mysterieuze grot en vormt ook direct het tutorial-gebied zoals we dat uit Dark Souls kennen. Wie herinnert zich niet het korte, maar krachtige Undead Asylum waarin je als afsluiter direct een baas voor de kiezen krijgt? Helaas weet Dark Souls 2 niet zo’n ijzersterke startlocatie af te leveren. Het voelt, buiten de vormgeving om, wat gewoontjes en simpel aan.
Er is gelukkig niemand die je verplicht om hier lang met je ziel onder de arm te lopen. Je kunt alle uithoeken van het tutorial-gebied verkennen, maar met hetzelfde gemak storm je recht op de uitgang af om aan het ‘echte’ werk te beginnen en de main hub van Dark Souls 2 te verkennen: Majula.
Waar Firelink Shrine voorheen de veilige haven vormde, vind je het veilige gevoel en de serene rust nu in het kustdorpje Majula. Eigenlijk is alles hieraan fenomenaal: de muziek past perfect bij de sfeer van neergeslagenheid in de game, en het prachtige uitzicht op de kabbelende zee met half verzonken gebouwen en stukken land sluit daar naadloos op aan. Naast een plek voor bezinning is Majula ook het centrum waar vrijwel alle NPC’s zich verzamelen nadat je ze ergens in één van de uithoeken van Drangleic hebt gevonden. Vrijwel alle figuren helpen je door uitrustingen te verkopen of materialen te leveren waarmee je je wapens en magie versterkt.

Voordat het dorpje zich echter tot dit handelscentrum kan ontwikkelen, zul je je in de gevaarlijke gebieden moeten wagen. Het eerste echt dilemma dient zich hier al aan. In theorie zijn er al direct vier paden beschikbaar. Kies je voor die stenen tunnel? Daal je af naar het duistere bos? Wat zou zich bevinden in die enorme put in het dorpscentrum? En wanneer ga je die volgende bonfire vinden, waarvandaan je ten alle tijden kunt teleporteren naar andere bonfires? Veel mogelijkheden, en niemand die je vertelt wat te doen.
Zonder leidraad
Dit facet is wat Dark Souls 2 zo sterk maakt. Er is geen voorbedacht stappenplan dat je kunt volgen, geen gids die je de weg wijst. De game neemt je niet bij de hand, maar hakt hem er liever vanaf. Arriveer je bij een driesprong? Verwacht geen enorme pijl die aanduidt welk pad je het beste als eerste kunt bewandelen. Dit leidt er vast een keer toe dat je een ongelukkige keuze maakt en een valstrik in loopt. Zo word je er direct mee geconfronteerd dat je niet meteen voor de meest praktische optie bent gegaan, maar dat heeft juist zijn charme. Het totaal verloren zijn en je heel erg klein voelen past precies binnen het gedachtengoed van de Souls-reeks. Het is dan ook sterk aan te raden om echt enkel in de grootste noodsituaties online naar oplossingen of tactieken te gaan zoeken.
Online: uitgebreider en beter
Hoe meer zielen hoe meer vreugde; zeker in Dark Souls 2. Wederom heb je bepaalde voorwerpen nodig om de wereld van een andere speler binnen te dringen, om hem vervolgens uit te moorden, of juist te helpen met een eindbaas. Gelukkig is het wel wat makkelijker geworden om met vrienden te kunnen spelen. Wanneer zowel jij als een vriend dezelfde convenant aanhangen en een bepaalde ring om doen, wordt de kans vergroot dat je elkaar tegen komt. Omdat de servers slechts een korte tijd online waren voor de release, zal er later een artikel gewijd worden aan alles omtrent het online-aspect van Dark Souls 2.
Vaak is de greep naar een dergelijk hulpmiddel een daad uit frustratie. Dat is heel goed voor te stellen als één van de om en nabij dertig(!) bazen je voor de tiende keer met de grond gelijk heeft gemaakt. Je zult toch op de één of andere manier verder moeten komen? Geloof me, het gros van de bazen versla je niet door het iemand anders te zien doen. Het is belangrijk je ziel in lijdzaamheid te bezitten; je merkt snel genoeg dat wanneer je gefrustreerd voor de zoveelste keer achter elkaar probeert een baas te verslaan, het niet gaat lukken. Leg de controller even weg, bedenk aan welke aanvallen je precies ten onder gaat en waag later nog een poging. Doordat de kunstmatige intelligentie sterk in elkaar steekt, worden wanhoopsdaden simpelweg snel afgestraft. Kies je om snel je levensbalk bij te vullen met behulp van een Estus Flask, dan zal de tegenstander dit waarschijnlijk genadeloos afstraffen door dit met een snelle, en hoogstwaarschijnlijk dodelijke aanval te bestraffen.

Dit goede ontwerp is niet enkel bij vijanden te zien. De gehele wereld steekt mooi in elkaar. Er is duidelijke met hart en ziel gewerkt aan het prachtige interieur van kathedralen en kastelen, en een aantal vergezichten zijn weergaloos. Toch is de kanttekening te plaatsen dat er grafisch gezien vrijwel geen stappen zijn gemaakt ten opzichte van de eerste Dark Souls. Je zou toch wel mogen verwachten dat FromSoftware in de laatste periode van de PlayStation 3 en Xbox 360 meer uit de machines weet te persen.
Maar eenieder die gameplay hoger in het vaandel heeft staan dan graphics zal hier geen groot punt van maken. Dark Souls 2 biedt namelijk enorm veel content. De game kent naast de al eerder genoemde dertig bazen ook zeker twintig totaal uiteenlopende gebieden, die zeker weer rond de honderd uur opslokken. Tel daar nog eens de briljante optie bij op dat je alle vijanden in de buurt van een bonfire permanent kunt versterken – en zodoende ook de bijbehorende eindbaas van het gebied – met behulp van een zeker voorwerp, en je weet dat je niet snel klaar zult zijn met Dark Souls 2. De optie heeft namelijk hetzelfde effect als het behalen van een New Game+ (de situatie dat je het spel nogmaals speelt, maar dan met andere, meer en sterkere vijanden). Zo bepaal je dus zelf hoeveel moeilijker je de game voor jezelf maakt. Ideaal voor iedereen die zijn capaciteiten wil testen.
Eigenlijk wil ik nog veel meer kwijt over deze game, en dat is een goed teken. FromSoftware heeft in Dark Souls 2 zoveel grote, maar ook subtiele elementen geïmplementeerd. Het allerleukste is natuurlijk om die gewoon zelf te ontdekken, want ook dat is Dark Souls. Your Real Dark Souls 2 starts here.