in

The Last Tinker: City of Colors review – Tikkeltje flets


The Last Tinker: City of Colors is eindelijk weer eens een origineel 3D platformavontuur. Waar we de vorige generaties doodgegooid werden met tijdloze toppers als Jak and Daxter en Banjo Kazooie, is het genre vandaag de dag helaas ver te zoeken. Het Duitse indiebedrijf Mimimi Productions besloot hier verandering in te brengen en waagde de gok om een volwaardig, tien uur durend platformavontuur op Steam te zetten. Of The Last Tinker hierdoor het genre weer op de kaart kan zetten is nog even afwachten, maar het kleurrijke verhaal heeft de game in ieder geval mee.

Primaire kleuren
In The Last Tinker leefden rode, blauwe en groene wezens vroeger in harmonie, om collectief de meest prachtige creaties te maken. Maar deze tijden zijn voorbij en de wezens vluchten ieder naar hun eigen districten. De wereld wordt kleurloos en de witte Bleachers vallen aan. Zij zorgen voor woede, angst en verdriet onder de bevolking. In slechts één district van de stad zijn alle kleuren nog tezamen, maar niet voor lang. De aapachtige Koru en zijn vliegende vriendje Tap laten namelijk per ongeluk de Bleachers toe in hun district. Het tweetal probeert direct hun fout ongedaan te maken, maar dit blijkt onmogelijk zonder de hulp van de een Tinker, een wezen dat met de kleur-geesten kan communiceren. En laat Koru nu zelf deze laatste Tinker zijn.

Je kan er niet omheen dat kleur een belangrijke rol speelt in The Last Tinker. Alle bomen, obstakels en figuren zijn getint in de primaire kleuren rood, groen en blauw. “Met een beetje creativiteit kan alles in deze wereld gemaakt worden uit kleur, papier en lijm” vertelt een stem in het begin van het spel. Dit klinkt erg Tearaway-achtig, maar los van wat kartonnen hekjes her en der merkten we weinig van het papieren imago van het spel. In plaats daarvan mikt The Last Tinker op een fel kleurenpallet gedurende het hele spel, dat zorgt voor een vrolijke sfeer in Koru’s ietwat kinderlijke avontuur.

Vrolijk parkouren
Hoewel The Last Tinker een platformer in hart en nieren is, behoort springen niet tot het repertoire van Koru. Zodra de aapachtige namelijk een pilaartje, uitsteeksel of rotspunt voor zich ziet, huppelt hij er automatisch overheen. Dit is vergelijkbaar met de parkour-actie die we kennen uit de Assassin’s Creed-games. Dat springen automatisch gaat is een opvallende keuze, maar vervelend is het niet aangezien Koru zelden een sprong mist. Door het automatisch springen werkt het platformen soepel en ligt de nadruk meer op het vinden van de juiste route dan op pure timing.

Het soepeltjes door de omgeving hoppen wordt afgewisseld met puzzels waarin je Biggs, een groot wezen die je achter je aan kan roepen, op de juiste knoppen moet zetten en cargo rails-segmenten die duidelijk hun inspiratie bij de Ratchet & Clank games vandaan hebben. Helaas duurt het veel te lang voordat deze stukken variatie gaan tonen, laat staan dat ze uitdagend worden. Pas na een uur of drie mag je Biggs veranderen in de rotsblok opblazende Bomber, en moet je tijdens het glijden over rails ook daadwerkelijk obstakels ontwijken. Weer drie uur verder betrapten we ons erop dat we eindelijk wat meer uitgedaagd werden door deze secties. The Last Tinker mag dan wel op kinderen gericht zijn met zijn vrolijke kleuren, maar de trage leercurve blijft een grote afknapper.

Verplicht nummertje
De combat kent helaas net zo’n trage progressie en is bovendien kinderlijk eenvoudig. Tijdens de gevechten met de Bleachers zit je voor het grootste gedeelte op dezelfde knop te drukken om Koru te laten slaan, waardoor op de vuist gaan nooit echt spannend wordt. Pas erg laat in de game, wanneer Koru alle krachten heeft geleerd en zowel vijanden kan wegdrijven als verlammen, komt er wat tactiek bij het vechten kijken, maar zelfs dan voelt het allemaal nog wat lomp aan. De timing in de gevechten lijkt zoek en Koru heeft niet altijd automatisch de juiste vijand in het vizier. Bovendien verspert telkens dezelfde grote Bleacher in elk gebied van het spel je weg, waardoor het hele vechtsysteem aanvoelt als een ietwat overhaast en verplicht nummertje in The Last Tinker.

Een ander punt dat helaas afbreuk aan de kleurrijke stijl van het spel doet, is de audio. Deze is op veel momenten bijzonder karig. Wanneer Koru als een ware held op de rug van een Biggs een veld vol obstakels en vijanden trotseert, verwachten we op zijn minst geluiden van de omgeving, maar het enige wat we horen is de alsmaar herhalende kreet van het grote beest. Aan voice-acting doen ze niet in de gekleurde stad en de ietwat eentonige achtergrondmuziekjes maken het er ook niet beter op.

Het zijn allemaal kleine smetjes op een game die veel goede elementen uit andere spellen combineert, maar nooit bijster uniek wordt. Niet dat dit erg is, want de game biedt genoeg te doen voor elke platformliefhebber. Bovendien zijn er een hoop gouden kwasten verstopt die, mits ingeleverd bij meester-schilder Rob Boss, om te ruilen zijn voor concept art en andere unlockables. En toegegeven, eenmaal door de trage start van The Last Tinker heen, is het beklimmen van de grote windmolen, het terugvinden van admiraal Blauwbaard’s leger en het speuren naar de bladmuziek voor de Biggsband toch wel erg leuk.

Leuke post? Drop een hartje

Score: 0/5 volgens 0 gamers

Nog geen hartjes. First!

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

De beste E3-momenten ooit – ONE MIRRION TWOOPS!

The Amazing Spider-Man 2 review – Nét genoeg voor de fans