in

Pro Cycling Manager 2006: Tips


De Tour de France is begonnen! Met een fantastische proloog veroverde de Noor Thor Hushovd de eerste gele trui van deze ronde. Joost Posthuma van de Rabobank reed ook een goede tijdrit en pakte de witte trui, van beste jongere. Helaas werd de proloog wel overschaduwd door het dopingschandaal, waardoor onder andere Basso en Ullrich niet aan de start stonden. In Pro Cycling Manager 2006, om maar even een heel slecht bruggetje te slaan, staan ze natuurlijk wél aan de start. In dit artikel vind je wat tips, om in het spel de ritten in jouw voordeel te kunnen beslissen.

Wat wil je doen?

Allereerst is het belangrijk een keuze te maken in wat je wilt doen. Wil je klassiekers winnen, massasprints domineren of grote rondes winnen? Elk team heeft andere doelstellingen en andere renners om die doelen te halen en het is vrijwel onmogelijk om alles te winnen. Voor de klassiekers zijn Rabobank en QuickStep goede keuzes. De laatste heeft met Tom Boonen dé specialist in huis, maar met Dekker, Flecha en Boogerd heb je bij de Rabo’s zeker ook een sterk blok staan. Voor massasprints heb je aan Boonen óók een goede, maar pas op dat je hem niet teveel gaat gebruiken. Het andere massasprintkanon heet Petacchi, die in feite een hele ploeg (Milram) naar eigen wens heeft ingericht. Crédit Agricole (Hushovd), Davitamon-Lotto (McEwen) en Rabobank (Freire) hebben ook sterke sprinters in huis. Voor de grote rondes zijn Basso (CSC) en Ullrich (T-Mobile) dé favorieten. Rabobank heeft met Menchov en Rasmussen mannen die in de bergen meekunnen, maar zij verliezen tijd in tijdritten. Ga je meerdere seizoenen spelen, dan is Discovery Channel een mooie uitdaging; hoe lang duurt het voor je een renner hebt die, na Lance Armstrong, weer eens de Tour weet te winnen?

Seizoensplanning

Speel je een heel seizoen, dan is het belangrijk in de gaten te houden wie waar gaat rijden. Een renner heeft pas optimale vorm als hij zichzelf in vorm heeft gereden. Het is dus niet zo dat iemand die nog niets heeft gereden, automatisch het fitst is! Je moet je renners wedstrijden laten rijden om in vorm te komen. Echter: teveel is ook weer niet goed. Let in het trainingsscherm op hoe snel het vormpeil van je renner stijgt. Zo kun je dus inschatten wat hij moet doen om in vorm te komen voor (bijvoorbeeld) de Tour de France!

Selectie voor de wedstrijd

Voordat je een wedstrijd begint, moet je een team kiezen. Bij de meeste wedstrijden moet je tussen de 6 en de 8 renners kiezen, bij de Tour stel je een team van 9 man samen. Let daarbij op de balans en je doelstelling. Ben je bijvoorbeeld T-Mobile, dan is Ullrich je kopman. Hij heeft knechten nodig die mee kunnen over de bergen, maar ook wat renners die tempo kunnen maken op het vlakke. Een tourselectie maken voor de Rabobank is lastiger. Zij hebben meerdere doelen (klassement met Menchov, bolletjestrui met Rasmussen, ritten winnen met de rest) en dus moet je een goede balans zoeken in je team. De Tour leent zich voor massasprints, dus is Freire een logische keuze. Om Freire goed te plaatsen, heb je iemand nodig die hard kan rijden op het vlakke. Dat kan een speciale knecht zijn (zoals Horrillo), maar Flecha doet dat prima. Boogerd en Weening zijn goede helpers voor Rasmussen en Menchov, terwijl Thomas Dekker in de Tour veel ervaring op kan doen, op zijn weg een betere renner te worden. Voor QuickStep is de selectie simpel: veel mannen die hard kunnen werken op het vlakke, om eventueel gevluchte groepjes terug te halen.

Materiaal

Het kiezen van materiaal is belangrijk. Door materiaal te kiezen met bepaalde eigenschappen, krijgen je renners bonussen. Het kiezen van het juiste materiaal is in uitgesproken vlakke of bergachtige ritten niet zo moeilijk, maar in tussenetappes is het soms moeilijk de juiste balans te vinden. Let dan op waar de kracht van je renners ligt. Een sprinter heeft bijvoorbeeld meer aan materiaal dat zijn prestaties op het vlakke verbetert, terwijl een klimmer juist klimmateriaal moet hebben, om bij de stukken bergop alles op alles te kunnen zetten.

In de koers

Als de wedstrijd eenmaal is begonnen, kom je al snel bij de eerste keuze. Altijd proberen er renners te ontsnappen, dus de vraag is: ga je mee, of ga je niet mee? Meespringen in een ontsnapping kost weliswaar kracht, maar het haalt de druk weg bij de andere ploegmaats; die hoeven immers niets te doen in het peloton, want zij hebben een teamgenoot voorop rijden. Over het algemeen is het nooit een slecht plan om mee te zitten. Let alleen wel op dat je niet met je beste renner probeert weg te rijden, want ten eerste: dat lukt niet, omdat zijn concurrenten dat nooit zullen toelaten, en ten tweede: het kost hem teveel kracht en dat kan hem opbreken als het er écht om gaat. Bij het ontsnappen is het altijd slim om in het wiel van iemand anders te kruipen. Zo spring je makkelijker mee en kost het ontsnappen minder kracht.

Vaak kent de koers een rustig verloop als er een groep ontsnapt is. Het wordt dan pas weer spannend als de finish in de buurt komt. Dan worden (op het vlakke) de sprintersploegen wakker en wordt het moeilijker om vooruit te blijven. Alleen zeer sterke renners weten dan nog weg te blijven. Heb je een sprinter, dan is het slim hem al vroeg een beetje voorin te plaatsen; de laatste tien kilometer gaat de snelheid flink omhoog en dan is het moeilijk nog snel naar voren te komen. Voor de sprint kun je twee dingen doen. Je kunt, als je een sterke renner hebt, proberen je sprinter naar voren te rijden. Je haalt dan door de computer geformeerde treintjes in en zet je sprinter zoveel mogelijk voorin af. Je kunt je sprinter echter ook in het wiel van een andere sprinter zitten (rechtermuisknop volgen). Dat kost minder kracht dan normaal sprinten, maar het is dan wel afwachten of jouw sprinter nog uit het wiel kan komen!

In de bergen is geduld troef. Als je al meteen aanvalt sla je soms weliswaar een flink gat, maar zeker als de finish bergop is, wordt die moeite zelden beloond. Zeker met je kopman is het beter om tot de slotfase te wachten. Natuurlijk is het wel mogelijk om met een goede tactiek te stunten door eerder aan te vallen, maar makkelijk is dat niet. Wat je ook doet: forceer je renners nooit! Een eigen tempo volgen is beter dan geforceerd het wiel van de sterke mannen te houden, want dat komt je duur te staan. Een inzinking kost bovendien heel veel kracht, en dat betekent dat je renner een dag later nóg een rekening gepresenteerd krijgt: hij zal minder sterk herstellen.

Met deze tips kun je alvast vooruit in Pro Cycling Manager 2006. Ben je echter nog niet overtuigd van het spel, houd dan InsideGamer nog even in de gaten te komende dagen, want uiteraard heb je de recensie nog tegoed!

Leuke post? Drop een hartje

Score: 0/5 volgens 0 gamers

Nog geen hartjes. First!

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Oud DMA Design-medewerker geeft kritiek op GTA

WTF Alle gekheid op een UMD’tje