BioWare heeft na het controversiële einde van Mass Effect 3, het werkelijk belabberde Dragon Age 2 en het tegenvallende Star Wars: The Old Republic een game van klassiekerformaat nodig om er weer bovenop te komen. De meeste gamers hebben de mentale weerbaarheid niet een studio of uitgever twee missers te vergeven, laat staan drie. Een relatieve ramp dus, in deze waan-van-de-dag-industrie, maar het is wat het is. En dus ging BioWare aan de slag. Niet om een mooie Dragon Age-game neer te zetten, maar om een avontuur neer te zetten zo groots, zo perfect afgewerkt, dat het deze ontwikkelaar weer terug zou brengen naar de absolute, onbetwiste top.

Dragon Age: Inquisition is dat avontuur geworden en veel grootser dan dit wordt het ook niet. Spelwereld Thedas is overgeleverd aan de chaos van anarchie. De heilige Chantry is uiteengevallen, Templar -ridders en onstabiele Mages hebben zich aan de voorheen heersende machten onttrokken en de guerrillaoorlog tussen beide groeperingen heeft het land volledig in zijn greep. Dat conflict alleen al stevent af op een bloedvergiet dat zijn weerga niet kent, maar de boel loopt al helemaal uit de klauwen als fragiele vredesbesprekingen opgeschrikt worden door een ontploffing waarbij de heilige Justina (de enige die nog enigszins stabiliteit kan brengen) komt te overlijden. Niet rampzalig genoeg? Dan gooit het verhaal er nog een laatste gevolg van die ontploffing bovenop: een groeiende scheur in de lucht die demonen uitspuwt als meloenpitten en voor nóg meer onrust en vingerwijzen zorgt. En als ons verse hoofdpersonage dan ook nog eens de enige (onbekende) overlevende van die catastrofale samenkomst van omstandigheden is, tja, dan is er werk aan de winkel.
Het is niet voor niets dat BioWare zijn nauwkeurig opgezette politieke systemen en spelregels in deze wereld overhoop gooit. Natuurlijk worden bestaande machtsinstanties en een grotendeels veilige spelwereld alleen maar van de kaart geveegd als er een goed alternatief is. En dat alternatief is er in de vorm van de speler, die het ontstane machtsvacuüm in moet duiken om een eigen imperium op te bouwen. Jij gaat de orde herstellen, jij gaat deze wereld redden, de politieke richting bepalen, en de regels neerzetten, doorvoeren en handhaven. Als de aftiteling voorbij rolt, staat niet meer het Thedas wat BioWare ooit geschapen heeft, maar een Thedas dat jij als speler zelf vormgegeven hebt onder druk van de grootste dreiging die het land ooit zag.
You’re the one who knocks
Het is een opzet die bepaald geen ambitie tekort komt, maar Dragon Age: Inquisition komt er verhalend en qua gameplay uitstekend mee weg. In detail treden schuurt tegen spoilen aan, dus gaan we niet al te diep op de zaken in. Wat we wel kunnen zeggen is dat je meer dan honderd uur de tijd kunt nemen om jouw kleine, vrijgevochten Inquisition uit te bouwen tot politiek speler van wereldformaat, verdeeld over talloze actieve en passieve opdrachten. Die passieve opdrachten gaan niet veel verder dan het rondsturen van je oorlogsraad naar plekken op de wereld waar dat nodig is. De ene keer komen ze terug met een beloning, een andere keer ontvouwt zich via deze weg een speelbare zijmissie of dilemma waarbij de hulp van de speler nodig is. Ontzettend sterk gedaan, maar de bulk van je tijd en aandacht gaa t nog altij d uit naar de actieve missies. Met je strijdmaten afreizen naar een locatie op de wereld kaart, onderweg nog even tientallen zijmissies uitvoeren als je wilt, orde op zaken stellen, en met een beetje geluk weer voor het avondeten aanschuiven in je thuisbasis.
De manier waarop dit verloopt neigt naar een soepele combinatie van de eerste twee Dragon Age-delen met een flinke scheut Skyrim er overheen. In plaats van nauwe paden en beperkt kleine gebieden, gooit Dragon Age: Inquisition de ene na de andere gigantische locatie voor je voeten. Alleen het eerste gebied al, The Hinterlands , beslaat tientallen kilometers vol meren, bergketens, dorpen groot en klein en meer kerkers dan je op één hand kunt tellen. Ontvouw de kaart van dit gebied en je wordt aangestaard door tientallen icoontjes die allemaal een andere (zij)missie of verzamelopdracht vertegenwoordigen, en dan hebben we het nog niet over de eindeloze opdrachten waar je ter plekke tegenaan loopt. Om je een kleine hint te geven: een collega brak binnen tien uur door de uitgebreide proloog van de game heen voordat het écht losgaat. In verhouding: ondergetekende deed gaandeweg alle optionele content en het klokje tikte net de dertig uur aan voordat de, euh, ‘proloog’ afgesloten werd. Voor wie het nog niet duidelijk is: Dragon Age: Inquisition is niet groot, het is gigantisch. En het slaagt er ook nog eens in het gros van zijn nevenactiviteiten een functionele plek te geven binnen de overkoepelende context van het hoofdverhaal.

Dungeons & Dragon Ages
Zo’n beetje het enige dat overgeheveld is uit de eerdere twee Dragon Age-delen is het vechtsysteem, of in ieder geval een combinatie daarvan. Net als in Origins zijn de basisprincipes gestoeld op een traditionele Dungeons & Dragons- rpg. Je hebt vier teamgenoten , elk met een eigen klasse en skill tree. Je hebt normale aanvallen en speciale aanvallen die onderhevig zijn aan een afkoel periode of beschikbare mana en achter de schermen kun je uitgebreid in de weer met het bekijken en uitbouwen van statistieken of elementaire bonussen voor je wapengerij en wapenrusting. Tijdens de actie bestuur je één personage, maar je kunt te allen tijde de actie pauzeren om voor elk teamlid afzonderlijk de volgende aanval te bepalen.
Dit alles gaat allemaal behoorlijk diep en is ook nog eens aan te passen naar de wensen van de speler. De AI-gedragingen van je teamgenoten zijn tot op zekere hoogte aan te passen en verregaand tactisch inzicht is op de normale moeilijkheidsgraad amper een vereiste om het gros van de gevechten winnend af te sluiten. Op hogere moei lijkheidsgradaties (en dit is een smetje waar alleen de meest hardcore rpg -spelers tegenaan zullen lopen) vertoont de gameplay pas zijn eerste scheurtjes. Voor die spelers hadden de mogelijkheden om de AI van je teamgenoten aan te passen verder mogen gaan. Ook de tactische camera blijkt dan net iets te onhandig om tactiek en overzicht te stimuleren, doordat het ding niet ver genoeg uitzoomt in combinatie met het overgebleven eigen willetje van je teamgenoten. Al met al is het overkomelijk en slechts een kleine inbreuk op een verder grandioos vechtsysteem, maar het was helemaal perfect geweest als de tactische controle zich had gemeten met de uitgebreide opties die je wél krijgt bij het samenstellen, uitdossen en leven van je team.

De nieuwe lat
De grootste prestatie die Dragon Age: Inquisition uiteindelijk levert is niet de grootte van de spelwereld, of de hoeveelheid content die het biedt. Het is niet dat vechtsysteem dat ondanks een misstapje uitstekend in elkaar steekt. Het is niet de werkelijk waanzinnig mooie uitzichten en beelden die deze game op een high-end PC tevoorschijn tovert, of de soundtrack die vloeiend onder die beelden draait. Het is niet de schaal van zijn verhaal, de persoonlijkheid waarmee alle personages tot leven komen, de keuzes die je dient te maken of de bijkomende consequenties waarmee je vervolgens dient te leven. Het is zelfs niet dat ene moment, na die ene gebeurtenis, tijdens die ene speech waarbij het kippenvel tot aan je longen vorm krijgt. Nee, de grootste prestatie van Dragon Age: Inquisition is dat het zijn ongekende ambities vorm heeft weten te geven zonder ergens concessies te doen.
Alles in deze game komt op feilloze wijze samen en het is nooit eerder vertoond dat een game zoveel zo goed deed. Een verhaal als dit? Prima. Een spelwereld zo groot? Kan. Ook nog eens zo mooi en tot in de kleinste details vormgegeven? Zeldzaam, maar niet ondenkbaar. Zoveel bakken content? Hebben we hier en daar wel eens vaker gezien. Een diepgaand vechtsysteem met verregaande opties om zelf aanpassingen te maken? Niet nieuw. Maar dit alles samen in één groot pakket, zonder dat het ergens struikelt over zijn eigen ambities, zonder dat het ergens rare fratsen of bugs (in ieder geval op de PC) vertoond? Werkelijk ongekend en zelfs bijna ondenkbaar vandaag de dag. BioWare heeft niet alleen maar een mooie Dragon Age gemaakt. Het heeft niet alleen maar zichzelf opnieuw op de kaart gezet als de crème de la crème van ontwikkelhuizen. BioWare heeft een lat neergelegd waar iedere ontwikkelaar die vanaf vandaag de dag nog concessies doet onder gaat liggen. Perfectie? Misschien niet. Maar Dragon Age: Inquisition laat in een game vol keuzes zien wat er gebeurt als een ontwikkelaar juist geen keuzes maakt, maar het beste van alle facetten van games bij elkaar wil brengen.