We schrijven 2011. Iedere Final Fantasy-fan wacht met smart op een waardig PlayStation 3-deel, terwijl Square Enix na het fantastische Crisis Core nog een PSP-pareltje aflevert: Type-0. Tenminste, als we de Japanners mogen geloven. In het westen schittert de game namelijk door afwezigheid.
Dat juist Type-0 het Final Fantasy-debuut van de PlayStation 4 inluidt zorgt voor dubbele gevoelens. Het staat buiten kijf dat alleen al de gameplay een aankoop verantwoordt, zeker voor de doorgewinterde Final Fantasy-fan, maar de PSP-achtige graphics staan volledige inleving totaal in de weg. Het is zonde dat deze ietwat luie, vreemde zet van Square Enix niet zomaar goed te praten valt met “gameplay over graphics”.

Final Fantasy op serieuze toer
Final Fantasy: Type-0 straalt durf uit, vooral qua verhaalvertelling. Het openingsfilmpje zet een toon die enerzijds vertrouwd aanvoelt, en anderzijds juist verrassend rauw en donker. Een aangename vrouwenstem vertelt ons over het land Orience, waarin vier naties elk over een speciaal kristal beschikken. Het ene kristal is verantwoordelijk voor magie, het andere juist voor wapens. Informatie komt in een razend tempo voorbij, maar de aangename achtergrondmelodie dompelt je al snel onder in een vertrouwde Final Fantasy-stemming. Ook al begrijp je door namen als ‘L’cie’ en ‘Vermilion Bird’ nauwelijks wat er gaande is. Vervolgens aanschouwen we een filmpje dat ons nog het meeste doet denken aan een oorlogsdocumentaire: een oorlogsveteraan legt simpelweg uit hoe het ene land het andere land binnenvalt.
Type-0 gaat gruwelijkheden niet uit de weg en voelt stukken minder aan als een ‘leuk’ avontuur van een vriendengroepje. We zitten, na de introductie van Orience en de oorlogsdocumentaire, nog steeds in de openingsscène en zien hoe een jonge jongen en zijn chocobo op harde wijze neergesabeld worden. Meteen wordt blootgelegd dat oorlog geen podium is voor stoere mannen, maar dat er ook slachtoffers zijn. Waaronder kinderen.
Centraal in dit heuse oorlogsdrama staat class Zero, een groep van veertien studenten. Het lijkt in eerste instantie alsof deze veertien verschillende speelbare personages alleen verschillen qua wapentuig, maar langzaamaan groeien ze toch uit tot herkenbare individuen. De relaties en conflicten die ontstaan tussen deze personages vormen een fijn contrast met het grootschalige oorlogsverhaal. In oorlog komt ‘leven’ en ‘dood’ als vanzelfsprekend voorbij, maar omdat de kristallen er voor zorgen dat herinneringen aan de dood verdwijnen, komt er een interessant emotioneel gewicht op stervende personages. Het verhaal imponeert en zorgt er, ondanks slordigheden, lastige termen en niet altijd even sterke opbouw, voor dat de gehele campagne boeit.

De game had op verhalende wijze echter kunnen excelleren in een beter geproduceerde game. Zonder er doekjes om te winden: de game ziet er niet uit. Bij hoofdpersonages is nog enigszins emotie te herkennen, maar NPC’s en andere onbelangrijke karakters komen uit het PSP-tijdperk. Hakkelende animaties maken daarnaast van elke dialoog een langzame, ongemakkelijke zit. Zelfs qua design, waar Final Fantasy zich altijd zo mee onderscheidt, stelt de game teleur. De kale omgevingen nodigen nauwelijks uit tot exploratie. Daarbovenop komt ook nog eens de inspiratieloze en verveeld klinkende voice-acting die de karakters veel minder overtuigend maakt dan dat ze eigenlijk zijn.
Bijna een actiegame
Gelukkig heeft Type-0 gameplaytechnisch geen last van de ouderwetse aankleding. Het vechtsysteem staat namelijk sterk, ijzersterk. Met drie zelf uitgekozen personages strijd je in een dynamisch vechtsysteem met een uitstekende balans tussen uitdaging en puur plezier. Het is uitnodigend om telkens een ander setje personages mee te nemen en te experimenteren met het uiteenlopende wapentuig. Zo is er een personage met een katana die langzame, maar enorm krachtige zwaardaanvallen uitvoert, maar ook personages die vechten met pijl en boog, een magische fluit of zelfs speelkaarten.

Systematisch kun je het vechtsysteem vergelijken met Lightning Returns, waarin aanvallen gekoppeld zijn aan de vier actieknoppen en direct uit te voeren zijn. Omdat je kleine combo’s kunt uitvoeren en met bepaalde acties kunt variëren tussen krachtige en zwakke aanvallen doet het vechten zelfs lichtelijk hack-’n-slash-achtig aan. Als je vervolgens een personage zat bent, dan wissel je gewoon in realtime naar een ander. Zo kun je eigenhandig de vele missies in Type-0 verrassend divers houden. Ondanks de ietwat onhandige camera is het vechtsysteem, met zijn hoge tempo, toegankelijke manier van upgraden en heerlijk vloeiende actie, dé reden om door te spelen.
Zelfs al zou het vechtsysteem vervelen, dan doet Type-0 alsnog vrij aardig zijn best de variatie erin te houden. Zo worden missies bijvoorbeeld onderbroken door verplichte ‘vrije tijd’ die je kunt besteden aan sidequests, exploratie of simpelweg praten met NPC’s. Wat dat echter vooral doet is je laten hunkeren naar meer gevechten. Interessanter zijn de momenten waarin je gebieden moet veroveren met een leger aan je zijde. Daadwerkelijke realtimestrategy-momenten dus. Verwacht echter geen Total War-taferelen, maar meer een uit de hand gelopen minigame.

Verkeerde game, verkeerde tijd, verkeerd platform
Al met al biedt Final Fantasy Type-0 een uitgebreid pakket aan vermakelijke RPG-elementen. Helaas zullen velen daar door de afstotelijke graphics nauwelijks aan toe komen. Eigenlijk snappen we dan ook niet dat Final Fantasy Type-0 in deze vorm op de markt verschijnt. Er hangt een stevig prijskaartje aan een game die eerder lijkt op een heruitgave voor de PS Vita, dan op een HD-titel voor de PlayStation 4. En zo legendarisch als bijvoorbeeld een Final Fantasy VII, die een soort tijdloze charme over zich heen heeft hangen, is Type-0 nou ook weer niet. Square Enix toont eerder aan dat ze durven te experimenteren en daar ook absoluut in slagen, maar zeker niet dat het nog dezelfde glorieuze ontwikkelaar is van voor het PlayStation 3-tijdperk. Op zijn best is Type-0 gewoon een lekker wegspelende RPG, mits je door de tergende presentatie heen kunt kijken.