We spreken 2001. Toen tablets nog voorbehouden waren aan Star Trek, toen er grappen werden gemaakt over Microsofts grote lelijke vierkante spelcomputer en toen de beste voetbalsimulatiegame aller tijden verscheen: Championship Manager 01/02.

Tegenwoordig gaat de serie door het leven als Football Manager, maar al veertien jaar geleden was er een machtig interessante virtuele wereld waarin je voetbalclubs naar de top diende te loodsen door de grootste talenten te strikken voordat de concurrent dat deed. Goede scouts inhuren, handmatig zoeken en vooral lijstjes bijhouden van de grootste talenten die je aan het begin van elk nieuw potje zo snel mogelijk probeerde binnen te hengelen.
Maar hoe zijn het die onontdekte supertalenten van weleer vergaan in het echte leven? Hebben zij in veertien jaar hun voeten laten spreken, of zijn ze Blaterriaans door de achterdeur verdwenen? We pakten ons oude vergeelde, verfomfaaide lijstje van persoonlijke favorieten erbij.
Julius Aghahowa
In CM 01/02 kun je er vergif op nemen dat deze aanvallende middenvelder na een paar seizoenen een megatransfer maakt en Sjachtar Donetsk achter zich laat. Met Aghahowa haal je namelijk gegarandeerde goals en assists binnen. Zelf hebben we het met Julius aangedurfd om hem in het eerste van FC Barcelona neer te zetten. En dat werkte prima.
In het echt is de carrière van Julius iets minder als een raket de lucht in geschoten. Hij heeft wel 32 interlands en 14 goals achter zijn naam staan voor het Nigeriaanse elftal, maar verder is het een voetballer die bij Sjachtar nooit is doorgebroken en na uitstapjes bij Wigan en Kayserispor nu op huurbasis speelt bij het Oekrainse Sebastopol. Wie kent het niet?!
Dionisis Chiotis
Wie een betaalbare, direct inzetbare sterke keeper met veel groeipotentie zoekt aan het begin van zijn managementcarrière, komt al snel uit bij Chiotis. Deze tweede keeper bij AEK barst van het talent, is totaal niet blessuregevoelig en in zijn jonge jaren nog eens bescheiden ook. Voor een peulenschil is hij binnen te halen en groeit hij altijd uit tot de één van de beste keepers van de game.
In het echt heeft Dionisis nooit een doorbraak weten te realiseren. Met net iets minder dan honderd optredens in 13 jaar AEK kun je dat toch wel stellen. Tussen 2008 en 2015 zat hij bij APOEL. Dit jaar is hij naar een Griekse club op het derde niveau gegaan. Hij werd slechts één keer opgeroepen voor het nationale elftal, in 2002.
Mark Kerr
Dit Schotse talentje is er eentje die sommige links laten liggen omdat er wat mazzel bij zijn doorbraak komt kijken. Bovendien past deze centrale middenvelder niet in ieder systeem. Wie echter het volste uit zijn potentie weet te halen, heeft een wereldspeler op handen.
Verder dan een typische clubvoetballer is Kerr in het echt niet gekomen. Met het Schotse Falkirk won hij de Schotse eerste divisie. Bij Dundee United greep hij naast zowel de Schotse cup (‘04/’05) als League Cup (‘07/’08). In laatstgenoemde finale blunderde hij, waardoor het aankwam op penalty’s waarin het misging. Hij speelde één wedstrijd voor Schotland B.
Tieme Klompe
De Nederlandse competitie barst in CM 01/02 van de talenten. Bij PSV stikt het van de wereldtoppers (Robben, van Bommel, Kezman, Bouma, Hofland), bij Ajax heb je onder meer van der Vaart en Ibrahimovic en Feyenoord mag ook niet klagen. Bij Heereveen zit ook een wereldtopper: Tieme Klompe. Een alleskunner in de verdediging. Hij is snel, hard, correct en bezwijkt niet onder de druk. Een topper die meekan bij alle Europese topploegen en vaak maakt ons Tieme ook zo’n droomtransfer.
Deze zin is momenteel te vinden op de (wat verouderde) Wikipedia-pagina van Klompe. “In totaal speelde hij 148 wedstrijden waarin hij geen enkel doelpunt scoorde.” Tja, daar kunnen we ook niet veel van maken. Verder dan een echte Heerenveense clubvoetballer kwam hij niet en door een blessure was zijn carrière ook vrij plots voorbij. Geen Barcelona, Juventus of Manchester dus.
Phillipe Mexes
In de game is Mexes bijna doorgebroken. Op jonge leeftijd is deze verdediger al zo goed, dat het slechts wachten is totdat hij bij de absolute wereldtop speelt. Hem oppikken als je een subtopper managet, lukt je alleen door slimme constructies of grote beloftes. Maar hij is altijd een enorme versterking en kan een ticket vormen om door te stoten naar de top.
Wie voetbal een beetje volgt, zal de naam Mexes al sinds jaar en dag verbinden aan de Serie A. In 2004 vertrok hij naar AS Roma waar hij zeven seizoenen lang erg belangrijk was voor de Romeinen. Hij won er twee bekers en de supercup. Momenteel speelt de drieëndertigjarige verdediger bij AC Milan en heeft hij net weer voor een seizoen bijgetekend.
Kim Källström
Als je de Zweedse Källström op de shortlist hebt staan, dan weet je dat er een moment komt dat er een ware bidding war ontstaat. Het komt wel eens voor dat er meer dan tien clubs tegelijkertijd achter deze jonge aanvallende middenvelder aan zitten. Vaak is in zijn contract een gelimiteerde transfersom opgenomen en is dit toptalent voor een prikkie binnen te halen. Mits je half scoutend Europa voor bent.
Met 108 interlands en 16 goals mag je stellen dat Kim een goede voetballer is geworden. Via Stade Rennes is hij bij Olimpique Lyon terechtgekomen waar hij jarenlang meer dan dertig wedstrijden per seizoen speelde. De doelpuntenmachine die hij in CM 01/02 is, is hij in het echt niet. Per seizoen prikt hij er zo’n vijf goaltjes in. In de game kon de teller makkelijk boven de twintig komen. Op een blauwe maandag speelde Kim trouwens ook nog voor Arsenal, op huurbasis vanaf Spartak Moskou, waar hij momenteel zit.
En zo zie je maar. Al die grote beloftes hoeven niet ingelost te worden. Voetbal is een sport waar talent alleen niet genoeg is. Het is een sport waarin je kneiterhard moet werken, je mazzel moet hebben en tegenover elk succesverhaal wel tien mislukkingen staan. Of een andere lezing: Championship Manager 01/02 is, hoe goed het ook zijn mag, slechts een spelletje.