Ooit, lang geleden, wisten we elk jaar wat we van de nieuwe Need for Speed konden verwachten: een toffe, lekkere arcade racegames zonder al te veel poespas. Toen daar met Need for Speed: Underground tuning bij kwam, vonden we dat ook helemaal prima. Tot Need for Speed: Shift ons plots naar het circuit stuurde en Need for Speed: The Run ons een soort interactieve film vol quick-time-events liet spelen. Criterions Hot Pursuit en Most Wanted herstelden de orde enigszins, waarna de Britse Burnout-ontwikkelaar jammer genoeg in het niets verdween. Hoe moest het nou verder met Need for Speed?

Speciaal voor EA’s snelle franchise werd Ghost Games opgezet. Deze Zweedse studio maakte twee jaar geleden Need for Speed: Rivals voor ons: een aardige openwereldracegame in de geest van Hot Pursuit, al ontbreekt het wel aan charme en structuur. Dus nam de studio er een jaartje tussenuit, om nu terug te keren met Need for Speed: een reboot van de reeks waarin lekker arcade racen én tuning weer centraal staan.
Uitbouwen
Ditmaal scheuren we door de verregende, donkere straten van de op Los Angeles gebaseerde Amerikaanse stad Ventura Bay. Bij voorkeur in een auto die je naarmate het spel vordert steeds verder kunt uitbouwen, maar dan wel smaakvol – denk eerder aan bodykits en vinyls dan neon en lowrider-ophanging. Belangrijker zijn overigens de prestaties die je wagen levert: niet alleen bruut vermogen, maar ook de manier waarop ‘ie een hoek om gaat. Je hebt in Need for Speed zelf in de hand of je auto beter drift of juist op pure grip door de bochten trekt. Daarop kun je vervolgens ook je te spelen events uitkiezen: liefhebbers van grip zullen liever racen en snelle tijden neerzetten en drifters kunnen zoveel mogelijk punten verdienen door stijlvol dwars over straat te gaan. Het is een leuk spelelement dat echter niet helemaal goed lijkt uitgewerkt. In de praktijk zul je namelijk uitdagingen tegenkomen waar jouw afgestelde auto niet uit de verf komt, omdat je gekozen hebt voor één bepaalde tuningfilosofie.

Om een beetje wegwijs te worden in de spelwereld is er een groepje stoere straatracers dat je regelmatig aan de hand neemt en de interessantste events aanwijst. Deze vijf personages vertegenwoordigen elk een ander discipline van de ondergrondse racescene – van tuning tot racen en van driften tot het uitdagen van de politie – en zijn gespeeld door echte acteurs. Ze spreken je aan in telefoontjes en video’s die vanuit jouw gezichtspunt opgenomen zijn en gebruiken zó veel hippe Amerikaanse straattaal, dat je er óf van houdt óf er compleet doorheen prikt. Zo niet, dan bestaat de kans dat je nogal kromme tenen krijgt van elk moment waarop je aangesproken wordt door dat zootje ongeregeld. Best jammer, want alleen door naar ze te luisteren kom je uiteindelijk in aanraking met enkele internetgrootheden uit de autowereld, zoals drift- en rallyheld Ken Block.

Sleutelen
Gelukkig geeft het ook een hoop voldoening om gewoon wat aan je auto te sleutelen, de weg op gaan en je onderweg te laten meeslepen in de uitdagingen die je tegenkomt. Het liefst met andere spelers, natuurlijk. In elke sessie is plaats voor maximaal acht racers die je op elk moment in de open wereld kunt tegenkomen. Ook is het vrij eenvoudig om vrienden of onbekenden uit te nodigen en tegen elkaar te racen. Dat je ook altijd online moet zijn als je niet met andere mensen wilt spelen, zal bij sommige spelers wat raar overkomen, maar heeft te maken met de speciale opdrachten die het spel je met regelmaat aanbiedt.
Bovenal geldt dat we in Need for Speed gewoon weer lekker kunnen racen. De snelle actie spat van je scherm en knalt uit je speakers. De framerate van de door ons geteste PlayStation 4-versie kan overigens soms wat instabiel worden als gevolg van de drukke visuele effecten: terwijl je op tempo door de omgeving scheurt, vliegen de waterdruppels, uitlaatvlammen, vonken en straatlantaarns je om de oren. De rauwe motorgeluiden en moderne soundtrack vol variatie zijn bijna altijd een lust voor het oor. Het is genieten van opgefokte auto’s zoals we dat al jaren niet meer gedaan hebben en in dat opzicht heeft Ghost Games goed werk afgeleverd met deze reboot – al is er zeker nog ruimte voor verbetering.