Hoe verklaar je het wanneer je zoveel plezier hebt met een game dat je de mindere kwaliteiten door de vingers ziet? Hoe vergevingsgezind mag je zijn als je telkens weer terugkomt om een kapotte, maar toch enorm charmante ervaring te herbeleven? Vorig jaar riep Dying Light van ontwikkelaar Techland steeds deze vragen op, en de eerste grote uitbreiding van de game maakt daar absoluut geen verschil in.

Kruisbestuiving
Het downloadbare The Following is wederom een kruisbestuiving van de twee uitersten. De uitbreiding is een prachtige overlevingstocht in een wildernis vol zombies en hilariteit, maar tegelijkertijd een beproeving van geduld wanneer enkele technische schoonheidsfoutjes om de hoek komen kijken. Of pak de sensatie van het springen over torenhoge daken en het doorklieven van ondoden, afgewisseld met diep geslaakte zuchten wanneer de stereotypische personages met je kletsen. Een game die zoveel vermaak en zoveel ergernis tegelijk op je scherm kan toveren is zeldzaam, want vaak neemt één van deze eigenschappen de gehele indruk over.
Deze aanhoudende imperfecties uit de hoofdgame worden nu vergezeld door gedurfde, goedwerkende vernieuwingen. In het grootste deel van The Following scheur je zo rond in een zandbuggy, wat de hooggeëerde parkourgameplay uit Dying Lightop een lager pitje zet. Ook de op Istanbul geïnspireerde metropool uit de eerdere titel maakt plaats voor een nieuw scenario, namelijk het grazige platteland waar natuur en pittoreske dorpjes op hun beurt voor levendige ansichtkaarten zorgen. Genoeg reden om de ietwat ruwe parel van Techland nog eens op te pakken dus.
Bloedverwanten
Doordat de studio innoveert binnen de grenzen van haar geschapen wereld, zou je The Following zelfs een andere game kunnen noemen. Het bloederige geweld, de parkour-elementen en de gedeelde mythologie maken het bloedverwanten, maar van meer van hetzelfde is in geen opzicht sprake. Het rondcrossen in je voertuig is je hoofdactiviteit en het landschap dat je met vier wielen verkent is op dat principe ontworpen. Druk het gaspedaal in, spring over heuvels en veeg met je bumper de vloer aan met de zombies op je pad – het is simpel vermaak, maar het werkt verdomd goed.
Je buggy wordt dan ook al snel je geliefkoosde kindje, de uit de hand gelopen hobby die je in het echte leven nooit mocht hebben. Het tunen van je wagen wordt een verslavende onderneming die net zo belangrijk is voor je overleving als voor je ego. Voorzie het beest van een verfbeurt, een stevigere motor, remmen, turbo, of zet er voor het gemak een vlammenwerper op. De besturing van de buggy wordt zo ook langzaam beter door de nieuwe skilltree die zich in je menu bevindt te upgraden. Een kleine investering zorgt er meteen voor dat de monsterbak als een zonnetje rijdt.
De wereld om je heen verkeert ondertussen nog steeds in een post-apocalyptische staat van ontbinding, dus overleven blijft een nevenactiviteit. Je voertuig heeft onderhoud nodig, dus verzamel je schroeven en benzine in de gestrande auto’s langs de verlaten wegen. Aan het begin van de game ben je hier intens mee bezig, maar vorderen je vaardigheden, dan ben je er vol opluchting minder tijd aan kwijt. Het is het rijdende equivalent van het repareren van je mêleewapens, die zo nu en dan ook vervangen moeten worden. Niet per se de leukste vorm van vermaak, maar wel een enigszins realistische, gezien de omstandigheden.

De toerist uithangen
Die intermezzo’s geven je ook de tijd om als toerist af en toe even de omgeving tot je te nemen. Want net als de hoofdgame is The Following schitterend op grafisch vlak. Het hoge gras waar je doorheen racet, de boerderijtjes waar je een tussenstop maakt en het uitzicht dat je vanaf de bergen geniet, zijn werkelijk iets om over naar huis te schrijven. De inwoners zijn daarentegen nog altijd even dom, leeg en vaak zelfs irritant. Techland nam voor The Following een nieuwe schrijver aan, die de verhalende puinhoop uit de hoofdgame moest opruimen, maar daar is weinig grond mee gewonnen.
De plot waarin je een sekte opspoort die zombiebeten kan genezen en zelfs de ondoden kan africhten, is pas in de laatste tien minuten interessant en levert uiteindelijk geen bevredigend einde. Dorpelingen, boeren en andere willekeurige overlevenden gaan met dikke faux-accenten een dialoog met je aan die je veelal geneigd bent over te slaan. Het lijkt erop dat de ontwikkelaar daarnaast een opzettelijk kitscherige setting wil creëren, vergelijkbaar met vroege zombiefilms uit het George Romero-tijdperk, gefuseerd met John Carpenter-achtige tachtigerjarenklanken. Die voorbedachte camp is een tikkeltje smakeloos en amateuristisch gecombineerd en komt nergens écht over.
Net als in de hoofdgame zit de ware kracht van The Following niet in de wereld die de ontwikkelaar je voorschotelt, maar in het domme vermaak dat je eventueel samen met een vriend zelf tot stand brengt. De online co-op is waar je moet zijn als je toe bent aan hard, brullend gelach, of als je de game net als ik wil waarderen voor de speeltuin die het in zich heeft en alles daaromheen wil negeren. Dat stelt je in staat de eerdergenoemde symbiose te herkennen, waarin een game die qua vermaak immense voldoening geeft, maar waar een hoop verbetering niet misplaatst zou zijn. Techland maakt zo een game waarop je heel kritisch kan zijn, maar waar je liever nog even wat uurtjes mee speelt.
