in

Pokkén Tournament review – Namco used Pokémon. It’s super effective!


Al twintig jaar lang laten we Pokémon voor ons vechten. Pokkén Tournament maakt het eindelijk mogelijk om zelf als een zakmonstertje te vechten, om als Pikachu donderschokken uit te delen, of om als Charizard tegenstanders te barbecueën. Het is een kinderdroom die uitkomt, al heeft Pokkén Tournament wel de nodige ruwe randjes.

Pokkén Tournament moet het vooral hebben van het vechtsysteem, dat gelijk staat als een huis. Het is ontwikkeld door Bandai Namco en de invloeden van Tekken zijn dan ook duidelijk zichtbaar. De snelheid, maar ook de manier waarop iedere aanval, block of counter wel weer door een andere actie kan worden doorbroken, voelen voor de Tekkenfanaten onder ons enigszins vertrouwd. Toch is Pokkén veel meer dan ‘Tekken met Pokémon’.

Zo hoort een Pokémongevecht te zijn
Bandai Namco is er namelijk in geslaagd aan alles wel een Pokémon-twist te geven, zonder de balans van de game uit het oog verliezen. Types maken daarom voor de verandering eens niets uit; vuur doet geen extra schade tegen gras en geesttypes zijn gewoon te raken met fysieke aanvallen – wel zo eerlijk. Maar afgezien daarvan ademt Pokkén Tournament Pokémon.

Gevechten zijn opgedeeld in de Field Phase en Duel Phase, waardoor er veel gewisseld wordt tussen aanvallen op afstand en fysieke aanvallen. De Pokémon-meesters onder ons zullen iedere move herkennen. Charizard die Seismic Toss uitvoert, Garchomp die Dig gebruikt, of Pikachu die zijn Double Team opvolgt met een Quick Attack of zelfs Rock Smash (iemand heeft hier lopen klooien met TM’s!); geen enkele beweging is ‘gewoon’ een klap of trap. Misschien wel de meest verbluffende aanvallen zitten in Gengars arsenaal. Als Ghost-type zijn haast al zijn aanvallen wel gebaseerd op geestverschijningen die heel vet in beeld worden gebracht, maar het is ook leuk gevonden dat hij klappen uitdeelt met zijn tong in plaats van zijn vuisten.

De invloeden van Pokémon gaan echter verder dan alleen de aanvallen zelf; bepaalde aanvallen zorgen ervoor dat je sneller gaat bewegen of de tegenstander juist vertraagd is. En vecht je veel met dezelfde Pokémon, dan kun je ‘m trainen en zo bepaalde stats verbeteren. Gigantisch zijn de effecten niet, maar de knipoog naar het bronmateriaal is leuk gevonden. Dat geldt ook voor de Support Pokémon; tijdens een gevecht kun je twee secundaire Pokémon inzetten, variërend van Magikarp tot de legendarische Reshiram. De doorsnee speler zal er vooral om lachen als Magikarp zich in een serieus gevecht tussen Suicune en Garchomp mengt, maar met een beetje oefening heeft hij wel degelijk nut, om bijvoorbeeld het aanvalspatroon van de tegenstander te ontregelen. Snivy en Lapras zijn alvast onze favorieten.

Het gave aan dit vechtsysteem is dat het toegankelijk is voor iedereen, maar genoeg diepgang biedt voor wie langer bij Pokkén wil blijven hangen. Iedere Pokémon-fan gaat uit zijn dak de eerste keer dat Charizard Mega-evolueert of Gengar de hele arena omtovert in één grote nachtmerrie, maar ondanks dat deze moves er heel vet uitzien, zijn ze gemakkelijk uit te voeren, óók door die ene vriend die een keertje op bezoek is. Met grabs, counters en zelfs de marginale voordelen van de Support Pokémon valt er ook genoeg te leren als die eerste wowmomentjes achter de rug zijn.

Karteltjes en een zeurende muts
Jammer genoeg heeft Bandai Namco buiten het vechtsysteem wel wat steken laten vallen. Grafisch valt Pokkén bijvoorbeeld flink tegen. De realistische grafische stijl is stoer en past goed bij de game, maar wordt helaas voortdurend ontsierd. Mensen, Pokémon en objecten in de achtergrond rondom de arena zijn beschamend ongedetailleerd en houterig geanimeerd, maar ook binnen de arena leggen schaduwen een soort kartelige deken over de Pokémon. Op de GamePad zijn de schaduwen gek genoeg veel zachter, waardoor de game haast mooier oogt op het kleine scherm dan op de tv. Wel draait de game op een soepele 60 frames per seconden (behalve in de offline multiplayermodus, daar draait ‘ie op 30 frames).

Ook de verhaalmodus is niet om over naar huis te schrijven en lijkt vooral even snel aan Pokkén te zijn toegevoegd. Nu staan vechtgames meestal niet bekend om hun geniale plot en Pokkén Tournament is daar geen uitzondering op, maar het was fijn geweest als de verhaalmodus uit íets meer dan een eindeloze stroom van generieke gevechten bestond. Je vecht jezelf een weg omhoog in de ranglijsten van verschillende leagues door simpelweg andere Pokémon te verslaan, maar voordat je de top van een league hebt bereikt, ben je zo al enkele tientallen gevechten verder. Aangezien er maar veertien verschillende standaard-Pokémon in de game zitten, heb je iedere Pokémon al meerdere malen neergehoekt voordat je verder mag. De enige reden om de verhaalmodus te spelen, is om Mewtwo en hooguit wat Support Pokémon vrij te spelen, voor de rest krijg je alleen maar waanzinnig veel waardeloze cosmetische rotzooi voor je avatar (die je trouwens ook ontgrendelt door willekeurige Amiibo in te scannen, maximaal vijf per dag).

Dat gemis van een echte verhaalmodus is echter nog niet eens zo erg. Het grootste minpunt aan Pokkén Tournament is namelijk de aanwezigheid van Nia, een ratelende muts (niet het hoofddeksel) die iedere stap in ieder menu voor en na ieder gevecht aan elkaar leutert met werkelijk de slechtste voice acting aller tijden. Een deel van haar gezanik kun je godzijdank uitzetten, zodat je niet tijdens een gevecht wordt gestoord, maar ze zal je er keer op keer op wijzen dat het kiezen van een Support Pokémon always a tough choice is. Zelfs na honderd gevechten…

Online getest
Dankzij enkele Duitse winkels die lak hadden aan de streetdate, konden we Pokkén Tournament nog voor de release al veelvuldig online testen. Als er de afgelopen dagen veel in het Duits gescholden is, dan komt dat door onze Mewtwo – niet door de online functionaliteiten. Wij ervoeren alles als stabiel, ook na de Duitse invasie. Mocht de situatie na de échte release wijzigen, updaten we deze recensie.

Multiplayer basaal maar doeltreffend
Het succes van Pokkén Tournament staat of valt dan ook een beetje met de multiplayermogelijkheden. Offline speelt de ene speler op de GamePad en de ander op de tv, wat noodzakelijk is aangezien in de Field Phase een derdepersoonscamera wordt gebruikt, maar stiekem ook best handig is in de menu’s tijdens het selecteren van je (Support) Pokémon. De onlinemogelijkheden zijn basaal maar doeltreffend. Het is stom dat je een code moet invoeren om tegen een specifieke vriend te spelen (waarom niet gewoon de vriendenlijst gebruiken?), maar afgezien daarvan valt er weinig te klagen. Wij weten voortdurend snel tegenstanders te vinden en ervaren maar sporadisch lag. Duurt matchmaking net wat langer, dan stuurt de game je automatisch naar een arena om tegen een computergestuurde tegenstander te knokken. Dat gevecht wordt dan gelijk onderbroken zodra een menselijke tegenstander is gevonden, zodat je je nooit verveelt. Zolang de onlinemodus soepel functioneert, nemen wij de karige aankleding voor lief; met Charizard andere Pokémon de tent uit vechten is iets dat iedere Pokémon Meester zal bekoren.

Leuke post? Drop een hartje

Score: 0/5 volgens 0 gamers

Nog geen hartjes. First!

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Uncharted 5 komt er (n)ooit – We racen door de mogelijkheden!

Free-to-play versie van Ark: Survival Evolved gelanceerd