Nu de eerste warme zonnestralen zich weer laten voelen, krijgen we zin in de aankomende sportzomer. Qua voetbal mag het dan tegenvallen wat Nederland betreft, met de Tour de France en de Olympische Spelen komen sportliefhebbers wel aan hun trekken. Het lijkt erop dat Mario en Sonic niet kunnen wachten, want zij hebben nu al hun teams bij elkaar geroepen om zich in het zweet te werken op de virtuele Olympische Spelen van Rio.

Golfen zonder geduld
Hoewel de olympische avonturen van Mario en Sonic door hun toegankelijkheid vooral geschikt lijken voor jongere kinderen, zijn ze wel degelijk uitdagend. De moeilijkheidsgraad is aan te passen, maar ook op ‘normaal’ zijn sommige sporten zwaar. Voor de mensen zonder muzikaal gevoel is ritmische gymnastiek bijvoorbeeld een grote opgave, terwijl ongeduldige gamers een hele kluif hebben aan golf. Als je na diverse malen proberen nog steeds de eerste positie niet bereikt, dan is het mogelijk een ‘assistent’ aan te zetten, waardoor je automatisch eerste wordt en door bent, zelfs in een finale – een heel onsportieve functie voor een game over de Olympische Spelen, maar soms is die gouden medaille veel te ver weg en de frustratie te nabij.
Van Beijing naar Brazilië
Deze gamereeks begon met de zomerspelen van Beijing in 2008, hoewel het toen vooral bleef bij een verzameling minigames. Gelukkig is daar in latere games een verhaallijn aan toegevoegd. Ook in Mario & Sonic op de Olympische Spelen Rio 2016, dat ditmaal vol vrolijke carnavalsdeuntjes zit, is het verhaal weer een heel simpele vertelling waarin het voornamelijk de bedoeling is dat je alle sporten doet en dat je wordt uitgedaagd om tot het uiterste te gaan, want alleen dan mag je verder.
In de verhaallijn kom je terecht in een mysterie van gestolen medailles, maar worden ook de geesten uit het eerdere spel London 2012 nog even aangehaald door een specifiek personage dat op de landkaart op je wacht voor een vrolijk gesprek. Het verhaal lijkt weinig om het lijf te hebben, maar als je met alle personages praat in de verschillende Braziliaanse plaatsen die je aandoet, wordt de context steeds rijker. Het wordt bovendien allemaal vertelt in grappige, typische Nintendo-dialogen: schattig, flauw en vermakelijk.

Sowieso moet je in die stadjes rondlopen om van de ene naar de andere ‘ginasio’ (trainingslocaties) gaan. Onderweg kom je personages tegen die gezellig willen babbelen of ook echt iets te melden hebben. Je kiest zelf welke Ginasio je eerst doet. Dat doe je om te oefenen en zo meer kans te maken om in de voorrondes en finales als winnaar uit de bus te komen. Hoewel de vrienden van Sonic en Mario je voortdurend op het hart drukken dat oefenen essentieel is om genoeg ervaringspunten te hebben om de concurrentie te verslaan, klopt dat niet. Ook als je direct doorracet naar de finale, dan kun je prima winnen.
Spek en bonen
Toch is het wel de moeite waard om de stadjes te verkennen. Daar vind je bijvoorbeeld Yoshi, bij wie je outfits kan kopen van de appels die je in je trainingen verdient. Die outfits doen iets voor je statistieken, maar je merkt er niet direct veel van in je sportprestaties. Bovendien mag je sommige kostuums pas aan als je een bepaald level hebt gehaald, want ook dat bouw je op door te winnen, te winnen en nog meer te winnen. De training is namelijk niet een tutorial, het is eigenlijk hetzelfde als de finale, maar dan voor spek en bonen. Je krijgt sowieso voor elke sport die je doet, of het nou de eerste of de tiende keer is, eerst een scherm te zien dat uitlegt welke knoppen je nodig hebt, en vervolgens hoe je ze gebruikt.
Zo krijg je op een hele snelle en makkelijke manier instructies, wat ook welkom is, omdat elke sport een zeer specifieke manier van besturen heeft die alles uit de besturingsmogelijkheden van 3DS haalt. Nintendo is hierin enorm creatief. Zo moet je bij zeilen in de microfoon blazen en is het bij kogelstoten de bedoeling dat je de 3DS heen en weer beweegt alsof er een knikker overheen rolt. Het voelt goed om na zo veel games die je hoogstens iets laten tekenen op het aanraakscherm, de handheld weer eens optimaal te gebruiken.
Een grote plus voor Plus
Naast de vrij korte verhaallijn zijn alle veertien sporten los te spelen op de olympische manier en op de Mario & Sonic-manier: ‘Plus’. In de Quick Play-modus doe je dat alleen en in de Versus modus kun je dat met twee tot vier vrienden doen op één cartridge, waarbij je ze kunt uitnodigen als ze dicht bij je in de buurt zijn, maar het blijft helaas offline. De voorkeur gaat bij ons al snel uit naar de Plus-versies in plaats van de oorspronkelijke. Zo kun je bij paardenspringen over simpele balken heen, maar ook over Thwomps die eerst nog eens naar beneden komen – het ziet er leuker uit en het is stukken interactiever. De game onthoudt daarbij je scores, dus uiteindelijk ben je voornamelijk tegen jezelf aan het strijden om je eigen persoonlijke records te verbreken.

Als je niet zo van dat los-zand-idee van de Quick Play-modus houdt, dan kun je de verhaallijn gemakkelijk nog een keer spelen. Er zitten schatkistjes in verborgen en je kunt je personage dan nog beter maken en van meer kostuums voorzien. Het is leuk dat het er is en dat er nog replaywaarde zit in de verhaallijn, maar heel erg spannend is Mario & Sonic op de Olympische Spelen Rio 2016 niet. Voor een minigameverzameling wordt wel bijna alles eruit gehaald wat erin zit, want er is een grote verscheidenheid aan originele type spelletjes en er is een verhaallijn voor gamers die meer motivatie nodig hebben. En je kunt het met meerdere mensen spelen voor een offline competitie, hoewel het eigenlijk voor de hand ligt om de franchise nu van online multiplayermogelijkheden te voorzien. Dat is jammer, want qua sporten verschilt Rio uiteraard niet veel van London 2012.
Mario & Sonic op de Olympische Spelen Rio 2016 verschijnt op 8 april op 3DS. In juni volgt een release voor Wii U. De recensie is gebaseerd op de 3DS-versie van de game.