in

Total War: Warhammer review – Stop, Warhammer time!


Total War: Warhammer is niet alleen de beste Warhammer-game ooit gemaakt, ook in rangorde van de Total War-strategiegames staat de game met stip bovenaan. Vier speelbare facties lijkt weinig, maar ze spelen zo verschillend dat elk potje als een nieuwe game voelt. Audiovisueel weet de game te overdonderen met zijn liefde voor detail en spektakel en op technisch doet de game vrijwel niks fout. Total War: Warhammer is totaal genieten.

Denk aan Midden-Aarde: orks, elfen, dwergen, vampieren en een paar smaken mensen die natuurlijk met elkaar bonje krijgen. Voeg nu vier verschrikkelijk verknipte goden toe aan de mix, die vanuit een andere dimensie verlekkerd gluren en zich voeden met al het geweld, alle ziekte en de verdorvenheid die dagelijks plaatsvinden in de wereld. Vanuit dimensionele poorten bij de noord- en zuidpool lanceren deze goden van Chaos eens in de zoveel tijd een allesvernietigend offensief van demonen en mutanten. Geef de personages van dit universum vervolgens lekker grimmige namen als Thorgrim en Grimgor en je krijgt Warhammer. Niet per se de vrolijkste plek om te wonen, maar je hoeft nooit lang te zoeken naar goed potje knokken.

Nieuwe koek
Warhammer Fantasy Battles is – net als zijn bekendere broertje Warhammer 40,000 (of 40K) – een table-top strategiegame, waarbij je regimenten over het slagveld manoeuvreert en je tegenstander te slim af probeert te zijn door de juiste troepen op het juiste moment in te zetten. Vergelijk dat met de Total War-serie, waarbij je regimenten over het slagveld manoeuvreert, etc., en er komt eigenlijk maar één vraag opzetten: nu pas? De combinatie van de twee gameconcepten in Total War: Warhammer ligt zo voor de hand, dat het eigenlijk niet meer fout kan gaan.

De gevechten van Total War: Warhammer – voortaan Total Warhammer genoemd, want handelsmerken maken alles moeilijker dan nodig is – voelen direct vertrouwd voor de Total War-veteraan. In Total War bestuur je soldaten niet individueel, maar als regimenten. Met begrip van steen-papier-schaar en gebruik van de omgeving win je het gevecht. Infanterie met hellebaarden maken gehakt van zwaar bepantserde ridders, kruisboogschutters en kanonnen schieten infanterie overhoop, en lichte cavalerie vermorzelt je zorgvuldig geplaatste artillerieopstelling. Je wint een gevecht niet zodra de laatste man lek gestoken in elkaar zakt, maar als alle troepen van de tegenpartij tegelijkertijd besluiten hulp te halen en gillend wegrennen. Het is oude koek, ware het niet dat de fantasie-elementen van Warhammer je oude tactieken flink overhoop halen.

Man tegen monster
Warhammer is een wereld waarin magie en bizarre wezens de doorslag geven. Zelfs het mensenrijk van The Empire vult zijn arsenaal van laatmiddeleeuws oorlogstuig maar al te graag aan met demigryphs of pegasussen – of zijn het pegasi? De Greenskins gaan een stuk verder met hun exotische troepen. De factie van de brute Orcs en geniepige Goblins spannen regelmatig wolven, everzwijnen, ongemakkelijk grote spinnen en zelfs reuzen voor hun karretje, soms letterlijk. Dwarfs rijden op hun beurt helemaal nergens op. Hun complete gebrek aan cavalerie compenseren deze meesters van de verdediging met kanonnen in alle soorten en maten, terwijl ze de vijand bombarderen vanuit hun gyrocopters.

De Vampire Counts spannen de kroon. De decadente dodenbezweerders missen elke vorm van afstandswapens, maar met eindeloze voorraden aan zombies en wandelende skeletten omsingelen ze hun sterfelijke rivalen. Als de tegenpartij dan goed en wel is vastgepind, dondert een keur aan reusachtige vleermuismonsters en zombiedraken door de linie heen. Ondoden voelen geen angst, dus ze van het veld jagen is er niet bij. Niet dat het geen zin heeft om ze in de zij te rammen met een vuist van staal en paarden, want als de concentratie van hun meester verzwakt, vallen ze tot stof uiteen. Sterker nog, als je van een ondood leger de Vampire Lord of Master Necromancer te pakken te krijgt, zakt binnen enkele seconden zijn hele troepenmacht in elkaar.

Zoals het laatste voorbeeld al verklapt, spelen de Lords die je legers aanvoeren een grotere rol dan voorheen. In voorgaande Total War-games stuurde je de generaal alleen het strijdgewoel in als je niet anders kon. De aanvoerders van Warhammer zijn uit steviger hout gesneden. Kijk niet gek op als een Orc Warboss als Grimgor Ironhide met een bijl die groot genoeg is om twee bomen tegelijk om te hakken een heel regiment voor zich uit jaagt. Ook de Heroes weten in de nieuwe Total War wel raad met een zwaard of staf. Als ze niet bezig zijn op de strategische kaart constructiekosten te verlagen of Vampiric Corruption te verspreiden, doen ze niet onder voor hun Lord.

Na elk gevecht heb je de kans om speciale uitrusting te vinden voor je Lord en Heroes. Los van de uitgebreide Skill Trees heb je dus alle ruimte om je aanvoerders te pimpen. De Legendary Lords, je factieleiders, krijgen vanaf een bepaald level een reeks aan missies, met op het eind een speciale Quest Battle. Win dit gevecht en je ontvangt een extra krachtig wapen of pantser. Je moet er vaak een heel stuk voor marcheren, maar de bonussen zijn het waard.

Magische kersen
De kers op de taart van Total War, Warhammer-stijl, is magie. Hoe harder de Winds of Magic waaien vanuit het hoge noorden, hoe groter de reserves zijn waar je Bright Wizard of Necromancer uit kunnen putten. De spreuken die je vrijspeelt naarmate je magiërs in niveau stijgen zijn niet zo belachelijk sterk dat je hele regimenten van de kaart veegt, maar geven vaak net die extra zet die je reguliere troepen nodig hebben om door te stoten.

Bizarre wezens, vliegmachines, oppermachtige Lords en Heroes die lustig om zich heen slaan en zombies die ter plekke uit de grond rijzen – het mag een wonder heten dat Total Warhammer zo gebalanceerd voelt. Een enkel regiment van Imperial Sword Infantry maakt natuurlijk geen schijn van kans tegen een enorme Arachnarok, maar op elk gevaar heeft elke factie een antwoord. Meer dan ooit kan de winst afhangen van je aanvoerder en dat maakt het des te spannender om met hem mee te kijken. Dan valt gelijk op hoe mooi gedetailleerd alle eenheden er uitzien. De animaties gaan nog wel eens langs elkaar heen, maar dat vergeet je zodra je een vijftigtal Black Knights door een linie Dwarven Longbeards heen ziet knallen, alsof ze zich proberen te kwalificeren voor de wereldkampioenschappen dwergwerpen.

Een belangrijk deel van de balans schuilt in de strategische kant van Total Warhammer. Elke factie heeft de beschikking over vernietigend sterke middelen, maar je moet het maar kunnen betalen. Een Terrorgheist kost hetzelfde als vijf regimenten Skeleton Warriors en dan zijn de kosten voor de infrastructuur nog niet eens inbegrepen. Hoe je aan die geldelijke middelen komt, verschilt sterk per factie. De Empire speelt nog het meeste als een factie uit een gemiddelde Total War, met belastingen en handel als belangrijkste inkomstenbron. De Greenskins zijn wat minder ordelijk en hechten waarde aan de tanden die ze al rovend en plunderend buitmaken.

Waaagh!
Niet alleen op financieel vlak verschillen de vier facties van elkaar in de Risk-achtige modus die alle gevechten aan elkaar rijgt. The Empire moet onder leiding van de kersverse keizer Karl Franz zijn versnipperde rijk in ere herstellen. Officieel zweren alle Elector Counts trouw aan de hoogwaardigheidsbekleder, maar een enkeling staat klaar om in een moment van zwakte de oorlog te verklaren. De Greenskins hebben ook wat te verenigen in de zuidelijke Badlands, maar doen het wat minder subtiel. Greenskins houden nogal van vechten en een dag zonder knokpartij leidt tot onvrede binnen het leger. Als hun Fightiness (zoals ze het zelf noemen) te laag is, gaan ze met elkaar op de vuist en heb je enkele beurten later geen leger meer over. Win gevechten, laat je orkschappen een paar beurten roven en je zit goed. Sterker nog, als je Fightiness hoog genoeg is, komen de Orcs en Goblins van ver om zich te verzamelen in een roversbende die je hoofdleger vergezelt. Met zo’n Waaagh! ben je de vrees van elke man en dwerg in de Old World. Vooral dwergen, want Greenskins haten die Stunties.

Die haat is wederzijds, want al eeuwenlang raken de Dwarfs hun nederzettingen kwijt aan de Greenskins en dwergen staan niet bekend om hun vergevingsgezindheid. Elke keer dat een andere factie een vijandige actie uitvoert, wordt de daad genoteerd in het grote Book of Grudges. Laat het aantal Grudges oplopen en je bevolking begint te mopperen. Om met de dwergen te winnen, moet je elke wandaad in het boek wreken, de oude Holds terugpakken en de Greenskins uitroeien.

Vloedgolf
Ook Mannfred von Carstein, de leider van de Vampire Counts, koestert een oude wrok en rust niet totdat hij de keizerskroon op zijn hoofd mag zetten. Vanuit zijn provincies verspreidt zich langzaam Vampiric Corruption, dat een zonnig grasveld omtovert tot een mistig moeras. De troepen van andere facties lopen in deze spookachtige omgeving elke beurt schade op, maar op hun beurt doet bij de Vampire Counts elke stap op onaangetaste grond pijn aan de voeten. Geleidelijk ondergraven en langzaam maar zeker uitbreiden is dus het devies.

Alle vier facties spelen weer anders – en de game is daarom zeker vier keer de moeite waard om uit te spelen – maar een ding hebben ze gemeen. Om te overleven moet je Chaos verslaan. Eens in de zoveel honderd jaar houden de Chaos-goden op met elkaar aftroeven en verkiezen ze een menselijke kampioen. Die uitverkorene zet vervolgens een invasie op gang vanuit het koude noorden met een heel simpel doel: de vernietiging van de hele wereld. Met hele legioenen aan weerzinwekkende beesten en bloeddorstige krijgers in panters van zwart staal stromen de Warriors of Chaos als een vloedgolf over de Old World. Ook al doe je het nog zo goed, zodra Chaos zich aandient moet je wel even slikken.

Vlekkeloos
Nu klinkt al het bovenstaande prachtig, maar als je eerdere Total War-games hebt gespeeld, ben je misschien nog steeds huiverig. Tergend lange laadtijden, computerspelers die alle tijd nemen om hun beurt te berekenen en regelmatige crashes staan bovenaan de lijst van in de serie terugkerende technische mankementen. Deze keer niet. In ruim vijftig uur zijn we precies één crash tegengekomen. De beurttijden variëren van razendsnel in het begin tot snel zat tegen het eind. We installeerden Total Warhammer voor de zekerheid op een ssd, maar de laadtijden gaan zo snel dat we de sfeervolle stukjes tekst op het laadscherm niet kunnen lezen. Overigens is het schrijfwerk van de game top. Total Warhammer zit volgestopt met de rijke Warhammer-lore en als je wilt lachen, speel met de Greenskins.

Ook met de intelligentie van de computertegenstander zit het wel goed. Tijdens de gevechten pikt de computer telkens weer onze zwakke plekken eruit en in het strategische deel heeft de vijand het goed door als we noodgedwongen een paar provincies onbewaakt laten. Een enkele keer gaat het fout. Dan laat een leger zich gemoedelijk beschieten door boogschutters om rustig z’n hele linie nog eens te herschikken. Ook heeft de computer een opvallende voorkeur voor boogschutters te paard bij het samenstellen van zijn legermachten. Misschien nog een restant van Total War: Atilla? Aan de andere kant zijn die Pistoliers van de Empire ook gloeiend vervelend, dus het is niet per se een slechte keuze.

Leuke post? Drop een hartje

Score: 0/5 volgens 0 gamers

Nog geen hartjes. First!

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Update: Call of Duty: Black Ops nu te spelen op Xbox One

Homefront: The Revolution review – Frontale depressie