in

Civilization 6 review – Mooier, meeslepender en moeilijker dan ooit


Sid Meier’s Civilization viert dit jaar zijn vijfentwintigste verjaardag en ontwikkelaar Firaxis pakt uit met een nieuw deel. Civilization 6 trekt alle registers open en maakt alles dieper en uitgebreider dan ooit. Dat is heerlijk als je houdt van strategische vrijheid en variatie, maar voor een nieuwe speler is het even slikken.

De basis blijft in ieder geval simpel. Kies een volk, zoals de Duitsers of de Soemeriërs, en je begint in 4000 voor Christus op een procedureel gegenereerde aarde. De eerste Settler en Warrior krijg je cadeau; genoeg om een eerste stad te stichten en de omgeving een beetje te verkennen. Naarmate de beurten verstrijken groeit je nederige nederzetting uit tot een ware beschaving, compleet met nieuwe steden, handelsroutes en een imposant leger. Als je goed genoeg bent krijg je het misschien zelfs voor elkaar om een paar wereldwonderen te bouwen. Beginnend in de steentijd ontwikkel je jouw rijk tot een grootmacht op het gebied van wetenschap, verovering, cultuur of religie en moet je hard werken om de andere beschavingen voor te blijven in de vaart der volkeren.

Het eenvoudige en fenomenale concept is al vijfentwintig jaar hetzelfde, maar de invulling is telkens weer anders. Nog altijd generen je steden Food om te groeien, Production om gebouwen op te richten en soldaten te trainen, Science om verder te komen in de bijzonder uitgebreide Tech Tree, Culture om je beschaving mee te ontwikkelen en Faith om je religie mee te verspreiden – als je tenminste op tijd bent met het verdienen van een Great Prophet. Hoe je daar allemaal aan komt, werkt nu behoorlijk anders.

Afstapelen
Civilization 5 rekende af met de onoverwinnelijke stapels van eenheden die de kaart onveilig maakten en Civilization 6 doet hetzelfde met de steden. Als je nu een Settler een stad laat stichten, begin je met slechts een City Center. Hier kun je eenvoudige gebouwen als een graanschuur of een watermolen in kwijt, maar voor de serieuze bonussen moet je districten bijbouwen. Als je zwaardvechters omver gemaaid worden door machinegeweren, is het hoog tijd om meer in de wetenschap te investeren. Bouw een Campus-district in een van je steden en je kunt daar een bibliotheek en universiteit in kwijt, die je allebei flink wat Science per beurt opleveren. Het gevaar is wel dat je nu minder ruimte hebt om boerderijen en mijnen te bouwen. Meer districten zijn doorgaans beter, maar je moet dus wel in de gaten houden dat je bevolking blijft groeien.

Zodra je weet welk district je het meest nodig hebt, dient de volgende puzzel zich aan: wáár ga je het ding neerzetten? Om bij de Campus te blijven – er zijn in totaal tien soorten districten – dit district geeft een mooie bonus als je hem naast bergen zet. Hoe meer bergen, hoe beter. Het probleem is dat een Holy Site, waar je veel Faith-punten mee binnen harkt, ook een grote bonus krijgt naast een gebergte. Niet alleen de natuurlijke omgeving maakt uit, want de districten kunnen elkaar ook weer een bonus geven.

Uit je comfort zone
De nieuwe districten maken het ontwikkelen van steden in Civilization 6 een stuk interessanter. In plaats van een passief ‘weet ik veel, bouw alles maar’, is stadsmanagement een soort legpuzzel geworden. Er zijn geen foute indelingen, maar de kunst is vooral om alles uit je stad halen wat er in zit. Nog mooier is dat ook de wereldwonderen – die je stad of zelfs de hele beschaving een sterke bonus geven – een eigen tegel bezetten. Het is sowieso al heel gaaf om te zien hoe Broadway ’s nachts oplicht te midden van je buitenwijken, maar de Wonders of the World zijn ook een factor in die districtenlegpuzzel. Zo moet je de bronzen Kolossus van Rhodos naast een Harbor plaatsen. Het beeld is goed voor je inkomsten, maar ben je bereid om daar voedzame visgronden voor op te geven? Of bewaar je die plek liever voor de verdubbelde scheepsproductie van het Venetiaanse Arsenaal?

De beslissing in Civilization 6 om je actief te betrekken bij de planning van je steden is op een subtiele manier geniaal, omdat je nu nooit helemaal zeker kunt zijn van hoe je potje gaat verlopen. Met voorgaande Civs had je altijd wel een vaste route in je hoofd van Techs die je als eerste onderzoekt en de Wonders die je absoluut moet hebben. Dat optimale pad laat zich nu veel minder makkelijk bewandelen. Bouw je graag zo snel mogelijk Stonehenge om er zeker van te zijn dat je een eigen religie mag starten? Jammer, man: Stonehenge moet naast een tegel met steen en laat die nou net nergens te bekennen zijn. Dit klinkt misschien frustrerend, maar doordat de game je uit je comfort zone haalt, ontdek je misschien wel een hele nieuwe strategie of speelstijl.

Verrijking
Terug van weggeweest en tegelijkertijd helemaal nieuw: in Civilization 6 mag je weer kiezen hoe jouw rijk geregeerd wordt. Met de keuze uit een autocratie, theocratie, democratie en een paar –ismen en –archieën heb je alle ruimte om als een communistische Verenigde Staten van Amerika te spelen. Belangrijker is dat je jouw regeringsvorm perfect op je speelstijl aan kunt laten sluiten. Elke vorm van overheid kun je voorzien van een aantal Policies, die je als een kaart uit een deck in je regering steekt. Deze Policies geven je een sterke bonus, zoals extra invloed op de onafhankelijke stadstaten of snellere productie van moderne straalvliegtuigen, maar je moet ze eerst ontdekken. Dit ontdekken doe je met het culturele broertje van de Tech Tree, de Civic Tree.

De regeringen met hun talloze combinaties van Policies zijn weer een voorbeeld van hoe Civilization 6 de grijze massa uitdaagt om zo slim mogelijk te spelen, door een bekend systeem helemaal open te breken. Dit maakt Civilization 6 een nirwana voor de doorgewinterde strategieliefhebber. Al die heerlijke complexiteit laat echter een andere groep gamers in de kou staan: de nieuwkomer.

180 pagina’s aan handleiding en niet veel wijzer
Nog nooit een Civilization gespeeld? De tutorial wijst je netjes in de juiste richting. Helaas blijft het bij een richting, want spelmechanieken die later in de game een belangrijke rol spelen – handel, spionage, diplomatie, gerechtvaardigde oorlogen, atoomwapens, formaties, enzovoort – komen niet aan bod. Dat krijg je in twee zinnen te horen van je Advisor als het moment daar is. Het is genoeg om een algemene indruk te krijgen, maar de daadwerkelijke spelregels blijven in nevelen gehuld. Een voorbeeld: het geluk van je inwoners wordt in Civ 6 per stad gemeten en je moet Amenities verzamelen om je onderdanen blij te houden. Luxury Resources, zoals cacao of parels, verhogen per stuk in vier steden het Amenity-niveau met 1. De in-game Civilopedia legt netjes uit dat bij het bewerken van een Luxury Resource de vier dichtstbijzijnde steden er profijt van hebben. Nogal ingewikkeld, maar duidelijk. Maar hoe zit het met de luxegoederen die je importeert? Iemand?

Sowieso is het lastig om met Civilization 6 een goede indruk te krijgen van alle relevante informatie. Dit valt op, omdat de interface vier van de vijf keer uitstekend werk verricht. De productiemenu’s zijn helder, de pictogrammen duidelijk en goed van elkaar te onderscheiden. De kleuren van de districten en de bijbehorende gebouwen corresponderen zelfs met het paars van Culture of blauw van Science. Waarom is het dan zo lastig om te zien wat voor Adjacency Bonus je krijgt van het unieke Hansa-district? Waarom moet je zo vaak klikken om erachter te komen hoeveel Boeddhisten er in Beijing wonen? En hoeveel zijn het er als die missionaris klaar is met het ophemelen van het Vliegende Spaghettimonster, gezegend zij zijn noedelige aanhangsel?

Dichtslibben
Niet alleen de speler, ook de AI worstelt soms met de vele mogelijkheden. Vroeg in een potje gaat alles nog prima. Zonder de verplichting om een goede reden te hebben om oorlog te voeren, is de computertegenstander er niet vies van om een paar beurten na een eerste beleefde handdruk je enthousiast de oorlog te verklaren en gelijk een tweede Civ uit te nodigen voor het feestje. Ook de nomadische barbaren tonen geen genade en maken feilloos gebruik van elke opening om weer een Builder of Settler te jatten. Maar naarmate de game vordert, durft de artificiële intelligentie minder. Waar eerst om de haverklap stadstaten het onderspit delven, lijkt de status quo steeds sterker te worden. Dan slibt het gebied van sommige tegenstanders dicht met hopeloos achterhaalde Horsemen. Jammer, want in de kern lijkt de computer prima te weten wat hij wil.

Als het gaat om wereldverovering is de AI dus niet zo’n ster, maar de andere routes naar de overwinning kan hij wel bolwerken. Voor een zielloos algoritme toont de computer zich erg enthousiast als het gaat om het wereldkundig maken van zijn godsdienst. Zodra een beschaving een eigen religie heeft gevormd, stuurt deze als een bezetene zendelingen uit om het blijde nieuws te verspreiden. Als het ook nog eens een op religie gerichte beschaving als Spanje is, berg je maar. Gelukkig ben je niet weerloos en kun je met je eigen predikers het gevecht met ze aangaan, compleet met donder en bliksem.

Pixar heeft concurrentie
Inderdaad, er valt wat op te merken aan Civilization 6, maar desondanks blijft het heerlijk om telkens weer op End Turn te klikken en te zien wat een nieuw jaar brengt. Een belangrijke reden hiervoor is de werkelijk fenomenale presentatie van de game. Goed, als je allergisch bent voor alles dat ook maar een beetje als cartoony – wat dat ook moge betekenen – aangemerkt kan worden, dan zal de stijl van de game je niet bekoren. Civilization 6 combineert de kleuren en de eenvoud van een bordspel als de Kolonisten van Catan met het mysterie van oude landkaarten.

Je bescheiden dorpjes groeien uit metropolen die je hele scherm vullen met kleur en beweging. De beurs in je commerciële district toont de laatste koerswijzigingen op z’n lichtkrant, terwijl in de Braziliaanse steden de parades nooit ophouden. Elk gebouw dat je bouwt verschijnt op een prominente locatie in je district en als je een wonder voltooit, zie je versneld hoe het hele gevaarte ontstaat. Civilization 6 ziet er simpelweg geweldig uit.

Minstens zo gelikt zijn de animaties van de leiders van andere beschavingen. Van de verleidelijke Cleopatra tot de eerbiedige Saladin, elk van de ongeveer twintig staatshoofden zijn zo expressief geanimeerd en vormgegeven, dat ze niet zouden misstaan in een Pixar-productie. Elke beschaving heeft, naast speciale bonussen en een unieke eenheid, twee persoonlijkheidskernmerken. Een daarvan staat vast, zoals de obsessie van de Chinese keizer Qin Shi Huang om de meeste Wonders te bouwen of Mahatma Ghandi’s militante pacifisme. De tweede Agenda is meer willekeurig, maar vaak wel voorspelbaar, zoals de voorkeur van diezelfde Ghandi om atoomwapens te gebruiken – een running joke van de Civ-reeks. Het is nog best lastig om iedereen te vriend te houden, maar door veel te handelen, een spion te sturen en een ambassade op te zetten krijg je inzicht in wat zich afspeelt in de hoofden van je tegenstrevers.

Civilization 6 klinkt zelfs beter dan het er uitziet. Acteur Sean Bean levert uitstekend werk als de verteller en voorleesstem van de talloze quotes die je hoort bij uitvindingen en ontdekkingen. De muziek spant echter de kroon. Niet alleen de titelmuziek, die de visuele stijl evenaart in enthousiasme en optimisme, maar ook de muzikale belichaming van elke beschaving is uitmuntend uitgewerkt. In de Ancient Age blijft het nog bij een eenvoudig riedeltje op een enkel instrument. Maar met elk tijdperk dat je vordert, wint de muziek aan kracht, totdat complete orkesten je oren vullen. Nog steeds datzelfde riedeltje, maar dan met veel meer lagen en harmonie. “Hoor eens hoe ver we met z’n allen zijn gekomen,” lijkt de muziek dan te zeggen.

Leuke post? Drop een hartje

Score: 0/5 volgens 0 gamers

Nog geen hartjes. First!

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Farming Simulator 17 geld tip – Bijenkassen

Call of Duty: Infinite Warfare review – Te vertrouwd