Het ontzaglijk aantal verkochte exemplaren van Watch Dogs garandeerde natuurlijk een vervolg. Een mooie gelegenheid voor Ubisoft Montreal om de vele gebreken van het origineel zorgvuldig aan te spreken en zich ondertussen van de negativiteit rondom de jonge serie te ontdoen. Mocht het na de relatief ingetogen aankondiging van Watch Dogs 2 in tegenstelling tot de hypemachine achter het origineel nog niet duidelijk zijn: dat is exact wat de missie van Watch Dogs 2 blijkt te zijn.

Gemoedelijk hacktivisme
De transitie qua toon is dan ook evident; de game ontdoet zich vrijwel compleet van de misplaatste serieuze inslag van het vorige deel. De moderne Batman Aiden Pearce met het charisma van een kamerplant ruimt het veld voor de sympathieke protagonist Marcus en zijn joviale hackersgroep. Het excentriek zooitje verschoppelingen nestelt zich een stuk geloofwaardiger in de absurde plot en een overdaad aan afstotelijke memes. Bijgevolg is er ditmaal ook geen botsing tussen de cartooneske actie en het narratief te ontwaren. Waar Pearces buitenproportionele wraaktocht dikwijls niet aansluit bij zijn karakter en verhaal, is het op energiedranken gefundeerde anarchisme van de groep bijna een vanzelfsprekendheid.
Bijkomend effect is dat de bizarre capriolen van het hackerscollectief het pulp-achtige verhaal enigszins verbloemen. Het draaft met zo’n immense vaart door dat je geen moment voor jezelf krijgt om af te vragen hoe die mid-twintigers het voor elkaar krijgen om bijvoorbeeld vanuit de ruimte een krachtcentrale in Zuid-Korea plat te leggen. De verstrekkende gevolgen van die terroristische daad op de veiligheid van de Zuid-Koreaanse bevolking leg je bovendien gedachteloos naast je neer.
Het hacktivisme in Watch Dogs 2 heeft namelijk geen boodschap; het is slechts een narratief element om tussen de vele explosies door een aantal melodramatische karakterontwikkelingen aan elkaar te verbinden. De studio slaat zodoende ook volledig de plank mis als het denkt wél wat te vertellen te hebben. Daarmee legt het niet alleen de nadruk op de ondermaatse plot, maar roept tevens onprettige herinneringen op aan het geforceerde politieke statement van het vorige deel. Het paranoïde wereldbeeld dat de gevolgen van het inleveren van je privacy via sociale media in kaart brengt, wordt namelijk direct onschadelijk gemaakt door neon-kattenplaatjes, edgy schedelpatronen en nóg meer memes.

Freaks & Geeks
De op plezier gerichte invalshoek van Ubisoft wordt door de nieuwe kleurrijke setting op bijna symbolische wijze in beeld gebracht. Het deprimerende grijze Chicago hangt net als Pearce eveneens diens “iconische” pet aan de wilgen en maakt plaats voor het kleurrijke San Francisco. De fictionele weergave van het epicentrum van de huidige techwereld voldoet daarbij aan alle verwachtingen rondom een moderne openwereldgame.
De stad aan de baai herbergt namelijk avontuur en verrassing, en komt overtuigend tot leven. De inwoners voeren gesprekken met elkaar, je komt er opmerkelijke figuren tegen in al dan niet in excentrieke klederdracht, er breken schietpartijen tussen bendes uit, of de politie raast ergens met de zwaailichten door de straten. Met name dankzij de in-game app ScoutX die je aanspoort om foto’s op interessante locaties te maken, lijkt er bijgevolg op elke straathoek wel iets te beleven. De asynchrone multiplayer creëert tevens een aangename chaos door je op onverwachte momenten met indringers te confronteren. Een rustige autorit door de stad verandert zo opeens in een hectische speurtocht naar een kwaadwillige hacker.
Er wordt tevens de draak gestoken met alle eigenaardigheden van de stad en het nabije Silicon Valley. De antagonist is een rijke CTO met een knotje en een passie voor yoga, er is een fictieve variant van Google inclusief binnenglijbaan om te verkennen, en ook Scientology passeert de revue. Het is een uiterst effectieve parodie op de Californische Bay Area, maar na Grand Theft Auto V en de populaire serie Silicon Valley is het vrij bekend terrein. Het houdt op schertsende wijze de spiegel voor de vreemde doch typerende taferelen uit het gebied, maar de reflectie is ondertussen uiterst dof. Hoe hilarisch en onverwacht actueel die treffende Martin Shkreli-referentie ook mag zijn.

Een missie in de Mission
Het vaak curieuze San Francisco herbergt ook diverse zijmissies die veelal op organische wijze op je pad komen. Je loopt wellicht nog regelmatig willekeurige NPC’s tegen het lijf die je een onsamenhangende missie aansmeren, maar het komt tevens voor dat je door het hacken van iemands email of door het beantwoorden van een publieke telefoon op een opdracht stuit. Het valt echter niet te ontkennen dat hier nog steeds vrij weinig voldoening uit te halen valt. Je vervult vaak banale opdrachten zoals het winnen van autoraces, aanbrengen van graffiti of het stelen van een auto.
Ubisoft probeert ditmaal echter sommige side-missions wat meer gewicht te geven door er belangrijke plotwendingen in te verwerken, maar dat blijkt een doorzichtige misleiding. Het zijn namelijk hoofdmissies in vermomming die essentieel zijn om het verhaal op gang te houden. Dat neemt niet weg dat die verhalende zij- en hoofdmissies vaak van een uitstekende kwaliteit zijn. Ze spelen zich op interessante locaties af zoals een robotfabriek of het FBI-kantoor, en ze verweven spektakel met een vrijheid in speeltactiek.

De overtuigende kracht van de verschillende missies bevindt zich namelijk in de uitdieping van Watch Dogs’ diverse gameplay-mogelijkheden. De non-lethal aanpak is bijvoorbeeld eindelijk een bevredigende optie door een breder scala aan vaardigheden: niet alleen kan Marcus dankzij zijn stun gun vrijwel ieder vuurgevecht aan, maar hij heeft ook een uitgebreid assortiment aan gadgets paraat om in diverse situaties in te zetten. Gewapend met een radiografische bestuurbare wagen en een drone verken je de omgeving om er daarna persoonlijk op uit te gaan. Of je gebruikt je hackers-vaardigheden in combinatie met de gadgets om data te stelen zonder ook maar een voet in het gebouw te zetten. Het is ontzettend bevredigend om van een veilige afstand een server te infiltreren om daarna rustig ongezien weg te wandelen; weer op pad om de volgende absurde klus te klaren.