Ik kan zeggen dat ik The Last Guardian heb gespeeld of zelfs heb uitgespeeld, maar nog steeds geloof ik het niet helemaal. De weg naar de langverwachte release van de derde game van Team Ico was een lange, met veel stiltes van soms enkele jaren. Na bijna tien jaar ontwikkeltijd en een console-wissel eindelijk deze game kunnen spelen voelt ergens als een wonder.

Dat gevoel is zo groots en dramatisch omdat er zo’n grote naam aan deze game verbonden is: Fumito Ueda. Hij wordt ook wel gezien als de auteur achter legendarische games zoals Ico en Shadow of the Colossus, games die op het gebied van techniek en gameplay misschien niet uitblinken, maar meer gevoel bevatten dan alle blockbusters bij elkaar. Daarmee kan het best mogelijke nieuws bevestigd worden: de hand van Ueda is merkbaar in aanwezig in wat er van The Last Guardian geworden is.
Duo met Trico
Je speelt in deze game als een jongentje dat in de ruïnes van een verdwenen beschaving ontwaakt naast een gigantisch monster. Dit beest – dat op een combinatie lijkt van al je favoriete huisdieren – is gewond, maar alsnog gevaarlijk. Door de speren uit zijn met veren bedekte lijf te trekken en door hem tonnetjes met voer voor te schotelen, win je langzaamaan zijn vertrouwen.
Dat vertrouwen is nodig om je een weg te banen door de rest van de gigantische verzameling vervallen bouwwerken. Het jongentje en het monster – die liefkozend de naam Trico krijgt – hebben elkaar nodig om verder te komen. Het jongentje kan bijvoorbeeld een poort voor Trico openen en met zijn katachtige lenigheid kan dit beest gigantische sprongen maken die het jongetje naar hoger gelegen gebieden brengen.

Hate that I love you
De band die je in dit verhaal met de personages opbouwt vormt de ruggengraat van de game. Niet ieder onderdeel is even sterk of modern uitgevoerd, maar je blijft doorspelen. Omdat je wil weten hoe het met deze twee afloopt, waar ze naartoe gaan en wat er precies aan de hand is in deze mysterieuze wereld.
Hoewel je alleen als het naamloze jongentje speelt is het Trico die constant de show steelt. Deze reus barst van de persoonlijkheid en is net zo gemakkelijk een eng monster als je beste vriend. Het is ongelofelijk knap hoe je na tien minuten spelen al compleet gehecht aan Trico bent.
Die onvoorwaardelijke liefde is ook wel nodig om de grillen van Trico te doorstaan. Na een tijdje samen te hebben opgetrokken, krijg je de mogelijkheid het beest simpele commando’s te geven. Trico laten springen wanneer je dat wilt of hem een bepaalde richting insturen zou het spel in theorie een stuk makkelijker moeten maken. In de praktijk heeft-ie nog steeds een eigen wil en lijken de opdrachten die je hem geeft totaal niet aan te komen. Frustrerend, want je hebt het dier geregeld nodig om een handje omhoog geholpen te worden of om een groot gat te overbruggen.

De wispelturigheid van Trico uit zich op verschillende manieren. Soms lijkt hij je bevelen totaal niet te horen en staat hij maar wat treuzelend om zich heen te kijken. Een andere keer komt hij wel in actie, maar pas een halve minuut later. Het lijkt wel alsof het wilde beest niet getemd wil worden of dat de technische beperkingen van de game bloot komen te liggen. We hebben het hier tenslotte wel over een game die bijna tien jaar lang in ontwikkeling is geweest.
Niet van deze tijd
Nog zo’n aspect van The Last Guardian dat rechtstreeks afkomstig lijkt uit een vorig tijdperk is de besturing. Wie al worstelt met de manier waarop je giganten beklimt in Shadow of the Colossus kan zich voor The Last Guardian maar beter op het ergste voorbereiden. Je personage zwaait alle kanten op, springt moeizaam over sommige objecten heen en sluit zo nu en dan net niet helemaal lekker op de rest van de omgeving aan. Ook het klimmen en klauteren op Trico’s verenpak gaat nooit zoals je het helemaal zou willen. Meerdere keren verdween ik ergens in de oksels van mijn compagnon terwijl ik toch echt op zijn hoofd wilde staan.
Bovenop al deze frustraties en irritaties komt ook nog het feit dat de omgevingen in The Last Guardian ouderwets obscuur zijn ingericht. Misschien ben ik wel verwend door de vele moderne games die zo vriendelijk zijn om met witte vegen of stukken touw je aandacht te trekken, maar The Last Guardian is vaak het andere uiterste door je zonder enige hints rond te laten zwerven. Lukt het je uiteindelijk toch om verder te komen dan geeft dat natuurlijk een enorm gevoel van voldoening, maar dat je vastloopt ligt lang niet altijd aan jezelf.
Een puzzel oplossen of een ruimte overbruggen wordt je lastig gemaakt door de wispelturigheid van Trico. Loopt hij achter je aan of niet? Gaat hij op de juiste plek zitten of loopt-ie net in een compleet andere hoek te snuffelen? Soms ben je minutenlang aan het zoeken totdat hij besluit je te helpen. Het voelt bijna als een bewuste keuze van de ontwikkelaar om van hem een wispelturig wezen te maken, maar het zit het spelplezier behoorlijk in de weg.

Speel hem voor het verhaal
Er zijn nog wel meer delen van de game die The Last Guardian verouderd doen aanvoelen. Grafisch gezien kan het spel door met pastelkleuren gevulde stijl er prima meer door, maar op technisch gebied is het spel op zijn zachtst gezegd wisselvallig. De framerate schommelt op een reguliere PS4 flink heen en weer. Het gestotter doet bij vlagen denken aan een game die meer dan twintig jaar geleden in ontwikkeling is gegaan.
Voor iedere andere game zou het genoeg reden zijn om het geheel compleet af te schrijven, maar The Last Guardian heeft echt iets bijzonders. Soms komen alle matig werkende elementen op een magische manier samen en luistert je maatje bijvoorbeeld ineens onmiddellijk naar je. De band die je met Trico opbouwt voelt naarmate het verhaal vordert steeds echter. Wanneer jij hem bijvoorbeeld helpt symbolen uit het zicht te halen die Trico de stuipen op het lijf jagen. Of wanneer Trico je woest stampend en brullend redt van de vijanden in de ruïnes. Dat hij pas weer kalmeert als je hem aait is een mooi detail. Het verhaal wordt bovendien net zoals de vorige games van de ontwikkelaar spaarzaam verteld, maar bijzonder effectief. Hetzelfde kan eigenlijk gezegd worden van de soundtrack, die ook weer van erg hoog niveau is. Je moet er alleen wel een game voor doorstaan die niet meer helemaal van deze tijd is en het misschien ook nooit is geweest.

The Last Guardian is vanaf 7 december verkrijgbaar voor de PlayStation 4.