Je kan geen gamezaak binnenlopen zonder tegen de vrolijke bakkes van Mario, de Hidden Blades van de assassins uit Assassin’s Creed, de groene helm van Master Chief of zelfs nog de vliegensvlugge Sonic aan te lopen. Er zijn echter ook genoeg mascottes die nooit zo groot, beroemd en succesvol als bovenstaande helden zijn geworden. Deze week daarom in Op Verzoek: de meest gefaalde videogamemascottes!
Blinx
Blinx was dé poging van Microsoft om een knuffelbare, schattige mascotte te creëren, aangezien ze Master Chief niet aanspreekbaar genoeg vonden. Zeker in Japan, waar de Xbox het allesbehalve goed deed (tot op de dag van vandaag) was er behoefte aan iets schattigs. De pratende kat had zelfs Xbox-groene ogen gekregen, wat er bij een menselijke mascotte toch iets vreemder had uitgezien. Maar het mocht niet baten: Xbox-gamers kozen met hun portemonnee overduidelijk voor John 117 a.k.a. Master Chief als officiële mascotte voor de Xbox.
In zijn gelijknamige game Blinx: The Time Sweeper uit 2002 kruipen de spelers in zijn huid (vacht…?) om gewapend met een tijd besturende stofzuiger zijn dimensie te redden van de Tom-Tom Gang. De game werd relatief goed ontvangen, maar voornamelijk omdat het aanbod platformers op de eerste Xbox zacht gezegd nogal schaars was. Twee jaar later verscheen er nog een vervolg, Blinx 2: Masters of Space and Time, maar ook die game kon niet voorkomen dat Blinx de tand des tijds niet zou doorstaan.

Bubsy the Bobcat
Bubsy: de mascotte voor iedereen die fan was van extreem flauwe woordgrapjes. Een van de games waarin je Bubsy onder de knoppen hebt heet Claws Encounters of the Furred Kind, een referentie naar de filmklassieker van Steven Spielberg. De eerste drie games in de franchise waren prima side-scrolling platformers, waarvan de derde helaas exclusief voor de vrij slecht verkochte Atari Jaguar verscheen.
Het ging echter compleet mis bij het vierde deel: Bubsy 3D: Furbitten Planet. Zo geweldig en innoverend Mario naar drie dimensies was overgezet, zo dramatisch was dat bij Bubsy. De PlayStation 1-titel leek meer op een veredelde tech-demo dan op een afgewerkt product. Foeilelijke graphics, belabberde controls en een camera die precies het tegenovergestelde deed van wat je wilde, zorgden voor het einde van de vrolijke lynx.
Ty the Tasmanian Tiger
Haha we snappen ‘m: omdat Ty Australisch is moet ‘ie een boemerang gebruiken! Hilarisch.
Nee alle grappen en grollen daargelaten is Ty misschien wel de meest succesvolle franchise uit deze lijst, aangezien er nog leven in zit: Ty the Tasmanian Tiger 4 verscheen vorig jaar als 2D-platformer op Steam. De wereld maakte echter kennis met Ty in 2002 voor de PlayStation 2, Xbox en GameCube. De eerste drie games waren 3D-platformgames en werden matig ontvangen, voornamelijk omdat er op die generatie consoles bergen betere games in het genre te vinden waren.
Behalve op de Xbox dan, maar die spelers waren te druk met Halo spelen om daar wat om te geven.

Wild Woody
In 1995 was er maar plaats voor één Woody en het was niet het pratende potlood dat de hoofdrol speelde in deze Sega CD-game. Je kon met je potlood-powers wapens tekenen om vijanden mee uit te schakelen, of ze gewoon uitgummen. Klinkt misschien leuk, maar het feit dat de game verscheen voor het obscure Sega CD-platform verdoemde de game voordat ‘ie überhaupt uit was. Dat, en het feit dat zijn naam wellicht aan andere dingen doet denken dan aan potloden…

Gex the Gecko
Nog een antropomorf beest met een attitude; daar waren er in de nineties nog niet genoeg van. Gex verscheen oorspronkelijk als 2D-platformer voor de extreem dure Parasonic 3DO, en wegens tegenvallende verkopen van die console werd de game ook overgezet naar de PlayStation, Sega Saturn en pc. De game deed het goed genoeg om twee vervolgen te rechtvaardigen in de vorm van Gex: Enter the Gecko en Gex 3: Deep Cover Gecko, waarin de gekko de overstap maakte naar drie dimensies.
Echt bijzonder waren de games echter niet, en er is sinds 1999 ook geen Gex-game meer verschenen. Niet zo gek-ko dus als je nooit van deze gast gehoord hebt.

Billy Hatcher
Billy Hatcher and the Giant Egg is een kleurrijke platformer voor de GameCube met als hoofdpersonage de vrolijke mens/haan-hybride Billy Hatcher. Billy kan op zichzelf niet heel veel, maar krijgt een stuk meer mogelijkheden wanneer hij een van de grote eieren tot zijn beschikking krijgt: dan is hij sneller, kan hij er klappen mee uitdelen en er mee naar vijanden gooien.
Een nieuwe mascotte proberen te introduceren op de GameCube is echter als zand proberen te verkopen op het strand. Op een console die voornamelijk gekocht werd voor het schoolvoorbeeld onder mascottes Mario was simpelweg geen enkele ruimte voor een nieuw gezicht. Dat werd ook wel duidelijk uit de verkoopcijfers: de game wist slechts 250.000 exemplaren wereldwijd te verkopen.

En dan hebben we het nog niet eens over Aero the Acrobat, Zero the Kamikaze Squirrel, Clockwork Knight, Captain Novolin, Boogerman, Bonk, Alex Kidd, Awesome Possum, enzovoorts, enzovoorts. De jaren ’90 waren een heus antropomorfisch paradijs waarin er misschien iets teveel pratende dieren verschenen dan ons lief was. Eén Sonic is genoeg…
[poll 764]