Een week of zes geleden schreef Joe van Burik dat Project 2 weleens een heel grote game zou kunnen worden. Daar krijgt hij gelijk in, al lijkt het mij vooral een belangrijke release binnen het racegenre.

Dat belang zit ‘m niet eens zozeer in de selectie auto’s en circuits of de bijkans feilloze afwerking. Dat mag je van een game met een naam als deze verwachten, al is de toevoeging van Ferrari als autofabrikant noemenswaardig en zeker niet vanzelfsprekend.
Het gaat vooral om de controle die je als speler krijgt: of je nu tegen een relatief competitieve maar weinig agressieve A.I. wilt, of 736 rondjes op Le Mans wilt rijden in Ayrton Senna’s Lotus Type 98T uit 1986, Project Cars 2 laat je doen waar je zin in hebt. De geboden keuzevrijheid is in vergelijking met concurrerende titels enorm, zeker als je kijkt naar consolereleases. Enkel Assetto Corsa komt enigszins in de buurt.
Intimiderend?
Hierdoor is Project Cars 2 enigszins intimiderend. Hoewel er wederom een carrièremodus is, doet deze er nauwelijks toe. Je begint zoals zo vaak in een goedkope en weinigzeggende autoklasse, zoals de voor veertien- tot zeventienjarige bedoelde Ginetta Juniors, en na een aantal aardige seizoenen werk je toe naar de meer aansprekende bolides. Zo steekt Project Cars 1 ook in elkaar en hoewel je iets meer feedback van je team krijgt, is deze modus onvergelijkbaar met die uit Forza, Gran Turismo of zelfs F1 2017.
Hoewel aardig als introductie, zou ik Project Cars 2 hier niet voor halen. Het heeft simpelweg te weinig om het lijf. Juist om die reden is het des te fijner dat je voor losse wedstrijden en online (esports-)competities tot in de fijnste details kunt bepalen hoe en tegen wie je wilt racen. Regels zijn onafhankelijk in- en uit te schakelen, de afstelmogelijkheden wekken ontzag op en via het weersysteem laat je het twee minuten hagelen en een minuut of drie onweren, om vervolgens het zonnetje te laten doorbreken.

Weer dat weer
Hier ligt wat mij betreft de kracht van Project Cars 2, hoewel de weersomstandigheden an sich ook het noemen waard zijn. Forza 6 probeerde indruk te maken met plassen water op het circuit, waar je je ofwel omheen moet zien te manoeuvreren of zo elegant en efficiënt doorheen moet raggen. Die zijn er nu ook in Project Cars 2, en het verschil zit ‘m in het feit dat ze hier in realtime berekend worden. Oftewel: een klein kuiltje op de baan zorgt voor staand water, en curbs voorkomen dat de regen makkelijk wegstroomt. Knal je toch met je logge Ford F-150 RTR over de curbs, dan zie je het water opspringen en hebben achterliggers het extra moeilijk om hun bolide op de baan te houden.
Het lijkt een klein detail, maar naar na Project Cars 2 wil je geen racegame meer zonder een dergelijk dynamisch weersysteem, dat ontwikkelaar Slightly Mad Studios zelf Livetrack 3.0 noemt. De naam daargelaten, is het vooral gaaf om te zien dat de game uitrekent waar de verschillende coureurs rijden en dus rubber achterlaten. Op die lijnen ontstaat vaak als eerste een droge lijn – en daar kun je enorm veel voordeel uithalen.

Natuurlijk is dit tevens afhankelijk van de physics van de auto’s, die in het eerste deel al van een uitstekende kwaliteit zijn en dit keer met de top van het genre kunnen wedijveren. Het is een ietwat andere ervaring dan racesim iRacing, maar Project Cars 2 overtreft zo hier en daar grote concurrent Assetto Corsa.
Controller
Dat gaat eens te meer op als je met een controller speelt – wat voor het eerst in een racegame als deze een reële optie is. Een getrainde coureur laat de zes World Rallycross-bolides met gemak door de vele bochten van de Nürburgring driften en glijden, ook zonder assists. Zelfs met de doorsnee Xbox One- en PlayStation 4-controllers voel je wanneer je van de ideale lijn afgaat en op het vuil rijdt, en de verminderde grip kun je met een controller met uiterste precisie corrigeren.
Ik wil racestuurbezitters niet tegen de borst stoten, maar het zou me niet eens enorm verbazen als esports-competities voor een deel met simpele controllers gereden worden. Ook hier geeft Project Cars 2 je de ruimte om de race-ervaring aan je eigen voorkeuren af te stellen, zonder dat je compromissen moet sluiten.

Tot slot nog een kritische noot over de A.I.: het ruimtelijk inzicht valt nog altijd ietwat tegen. De tegenstanders gaan weliswaar aan de kant als je hun weg verspert, maar bij haarspeldbochten knallen ze zonder uitzondering op elkaar – op welke moeilijkheidsgraad je ook speelt. Wel zijn hun inhaalacties een stuk overtuigender en zijn hun stuurkunsten wat consistenter. In Project Cars 1 schieten ze bij een flauwe bocht in Donington Park steevast van de baan; nu zijn de fouten kleiner, sporadischer en onverwachter.
Project Cars 2 is vanaf 22 september verkrijgbaar voor Xbox One, PlayStation 4 en pc.