in

Kingdom Come: Deliverance review – Neemt te veel hooi op de vork


De middeleeuwenesthetiek is in het ontwerp van veel games terug te vinden; houten boerderijen op plattelandsgebieden, bouwvallige herbergen met morsige uitbaters en monniken met eilandjes op hun vrijwel kale knar. Het gaat echter vrijwel zonder uitzondering gepaard met bloeddorstige draken, een lokale elvenbevolking of andere magische elementen. Kingdom Come: Deliverance bedient zich niet van dat soort fantasy, maar noem het vooral niet fantasieloos.

De Praagse ontwikkelaar Warhorse Studios laat deze openwereld-rpg niet onder het fantasygenre vallen, maar geeft een – naar eigen zeggen – historisch accurate representatie van het 15e eeuwse koninkrijk Bohemen binnen het toenmalig Heilig Roomse rijk. Hierbij poogt de studio niet alleen om de setting realistisch over te brengen, maar eenzelfde realisme door middel van gelaagde gameplaymechanieken te uiten. Deze poging is te waarderen, maar de uiteindelijke uitwerking laat te wensen over.

Opwaartse strijd

In de schoenen van de onervaren Henry – de zoon van de lokale ijzersmid – beleef je als speler een overeenkomstig vis-uit-het-water-gevoel. Waar soortgelijke games je met een schild en zwaard op pad sturen waarmee je direct lustig het conflict aangaat, daar struikel je in Kingdom Come namelijk vrijwel continu over Henry’s onkunde. De wereld is een verschrikkelijke plek en het wordt pijnlijk duidelijk dat Henry helemaal onderaan de voedselketen begint. Niet alleen is je eerste echte zwaardgevecht binnen enkele seconden gestreden – niet in het voordeel van Henry – maar ook de immense leercurve benadrukt nog even fijntjes dat het leven in Kingdom Come een constante opwaartse strijd is.

Dit uit zich in het uitgebreide gevechtssysteem dat zowel imponeert als afschrikt. Het is namelijk geen kwestie van enkel aanvallen blokkeren en op de juiste momenten counteren. Je moet de vijandige aanval op de juiste hoogte afweren, met de juiste timing de zwaardslag afstoten, gaten in de defensie zoeken om in het lijf te prikken of op het allerlaatste moment van richting veranderen om zo de tegenstander te verrassen. Vooral de houterigheid van dit tactische steekspel valt op; het gevechtssysteem is op papier ontzettend imposant, maar laat zich – mede dankzij de vijandelijke AI – niet tot een vloeiende ervaring vertalen.

En als je denkt dat je de combat eindelijk onder de knie krijgt omdat je met weinig kleerscheuren enkele bandieten aan je het puntige uiteinde van je zwaard rijgt, dan springen er twee compleet in pantser uitgedoste ridders uit de bosjes om dat kortstondige euforische gevoel genadeloos de grond in te stampen. Het is ook direct het moment waar de verdere beperkingen van de combat in Kingdom Come om de hoek komen kijken. In één op één gevechten kun je jezelf nog vrij redelijk door een gevecht heen worstelen, maar is de vijand in de meerderheid, dan stort het volledig in elkaar. Dat is nog eens extra duidelijk tijdens het eerste slagveld waar alle soldaten chaotisch als mieren door elkaar heen krioelen en er maar wat in het wilde weg heen wordt geslagen. De beoogde authenticiteit en gelaagdheid van het gevechtssysteem is in dergelijke situaties dan ook totaal niet meer te herkennen.

Het is niet de enige gameplaymechaniek die met het oog op realisme te ver is doorgeschoten. Ook lockpicken, boogschieten, het savesysteem, alchemie en constant door de tabbladen in de menu’s heen bladeren voelen eerder alsof je jezelf zonder je medeweten voor een bijbaantje hebt opgegeven. In het geval van lockpicken en boogschieten is de besturing zo gebrekkig dat je het na de eerste tutorial eigenlijk volledig negeert en het zakkenrolsysteem is zo beledigend waardeloos dat het net zo goed niet geïmplanteerd had kunnen worden. Het enige positieve dat hier over gezegd kan worden, is dat de game je gelukkig niet dwingt om van die slecht uitgewerkte systemen gebruik te maken.

Meerdere wegen leiden naar Rome

Een trend die als rode lijn door de game heen loopt, is dat de studio eigenlijk te veel hooi op de vork neemt. Geen enkele mechaniek mag simpel zijn, maar moet de diepgang opzoeken en met een eigen handleiding komen. Dit geldt ook voor het ambitieuze quest-ontwerp, dat overigens wél indruk maakt. Zo blijkt de door ontwikkelaars vaak verzekerde, maar zelden bewezen ’speel op je eigen manier’-belofte in het geval van Kingdom Come absoluut waar te zijn.

Elke quest geeft je een eerste zetje in de juiste richting, maar laat je vervolgens helemaal vrij in hoe je het aanpakt. Neem je de tijd om eerst met iedereen in het dorp te spreken en zo een volledig beeld van de situatie te krijgen en als een middeleeuwse detective diverse getuigenissen naast elkaar te leggen, of spring je direct op de eerste aanwijzing af en zie je wel waar het schip strandt? Probeer je op een diplomatische wijze het juiste geschrift van een nobelman los te peuteren, of sluip je ’s nachts zijn kamer in om het onder zijn slapende neus weg te stelen? Het zijn allemaal geschikte opties die je niet alleen uitnodigen tot experimenteren, maar je ook veelvuldig laten falen in je ondernemingen. Er is altijd een ander pad te bewandelen om toch tot de juiste oplossing te komen.

Dit blijkt in sommige situaties zo goed te werken dat wanneer je op een bug in de main quest stuit – hetgeen voor veel games het einde van de rit betekent – je via een omweg toch nog met de quest verder kan. Helaas zijn er wel ontzettend veel bugs aanwezig en zijn ze een constante plaag voor de ervaring. De camera is tijdens de dialoog constant de draad kwijt, animaties zijn houterig, personages lopen tijdens filmpjes constant tegen muren aan, je blijft in het terrein steken, en ga zo maar verder. Er is vrijwel geen moment in de game waar er geen bug te ontdekken is.

Wisselvallig

Hoewel het ontwerp van de diverse quests lofwaardig is, staan en vallen ze bij een sterke ondersteuning van het verhaal. Op dit vlak maakt Kingdom Come een sterke start, maar zakt halverwege als een zak bedorven aardappelen in elkaar. Niet alleen is de urgentie van het verhaal volledig kwijt – Henry’s motivatie om de moord van zijn ouders op te lossen – maar ben je uiteindelijk enkel nog de loopjongen van een stel oninteressante personages die hun politieke spelletjes willen uitspelen. Hierbij wordt je constant van de ene naar de ander kant van de kaart gestuurd zonder dat er tussendoor echt daadwerkelijk iets gebeurd.

Verder is het vrijwel onmogelijk om het zeer bedenkelijke gedachtengoed van schrijver en regisseur Daniel Vávra in de game over het hoofd te zien. De oprichter van de studio is veelvuldig in opspraak geraakt rondom zijn seksistische en discriminerende uitingen en deze vinden uiteindelijk ook hun weg naar Kingdom Come. Niet alleen de uiterst negatieve uitlatingen over vluchtelingen, maar ook hoe de onderbelichte vrouwelijke personages in de game worden neergezet, vallen op.

De poging om dit allemaal onder het nom van “historisch accuraat” te bedekken, gaat uiteindelijk ook niet op, aangezien de game die zorgvuldigheid zelf laat varen door het gebruik van moderne scheldwoorden, een paard dat achter je teleporteert en zelfs magische drankjes waardoor honden je niet meer ruiken. Het blijft een kwestie van de auteur van zijn werk wilt én kan onderscheiden, maar in het geval van Kingdom Come: Deliverance is het de vraag of je voor jezelf die afweging überhaupt wil maken.

Deze review is gebaseerd op de PS4-versie maar is ook beschikbaar op Xbox One en pc.

FPS

Leuke post? Drop een hartje

Score: 0/5 volgens 0 gamers

Nog geen hartjes. First!

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Val de Skeleton Forts aan en word rijk in Sea of Thieves – Dev diary

Dit was het Nieuws: Fortnite: Battle Royale updates en Skate 4