Dat de Nintendo Wii zo langzamerhand verzuipt in minigames is eerder een understatement dan een belediging voor het apparaat. Het begon al met games als Wii Play en Wii Sports en de lijn werd door tal van games moeiteloos doorgetrokken. Desondanks wil dat niet zeggen dat alle minigame-games direct naar de prullenbak doorverwezen moeten worden. Zeker niet als oudgedienden Mario en Sonic de hoofdrol spelen in zo’n spel.
Met ‘Mario & Sonic’ is direct het belangrijkste aspect van Mario & Sonic op de Olympische Spelen genoemd. Want hoewel de licentie van de Olympische Spelen 2008 in Peking leuk is, gaat het natuurlijk om de aanwezigheid van talloze bekende figuren uit de werelden van Mario en Sonic. Met die personages ga je de strijd aan op de diverse Olympische onderdelen. Voordat je dat doet is het raadzaam goed te kijken naar de eigenschappen van de personages, daar die onderverdeeld zijn in verschillende categorieën. Zo behoort Bowser tot de krachtpatsers, terwijl Sonic natuurlijk zijn snelheid als belangrijkste wapen heeft. Mario valt er als allrounder tussenin, terwijl Tails het moet hebben van zijn behendigheid.
Het personage dat je kiest is belangrijk en soms doorslaggevend. Winnen van de computer is namelijk al lastig genoeg, dus de 100 meter sprint proberen te winnen met de sterke, maar langzame Bowser is geen goed idee. Hoe hard je de Wii-afstandsbediening en Nunchuck dan ook op en neer beweegt, vaak zullen de snellere personages gewoon sneller zijn. Ergens is het jammer dat je niet volledig vrij bent in de keuze voor een personage, maar het voegt wel een klein tactisch elementje toe.
Eenmaal begonnen met een onderdeel kunnen de verschillen vergeten worden en moet je gewoon zo hard of goed mogelijk de aangegeven bewegingen maken. Die bewegingen zijn voor de hand liggend, maar werken daarom niet minder goed. De hierboven beschreven beweging om te rennen kennen we al uit andere games en ook andere sporten hebben een logische besturing. Zo zul je bij verspringen eerst moeten rennen, en vervolgens de Wii-afstandsbediening omhoog moeten halen om zo een sprong te krijgen. Daarbij is niet alleen je snelheid belangrijk, ook je timing moet goed zijn. Voorbij de streep is je sprong ongeldig, maar als je te vroeg springt kom je niet bijzonder ver. Bij het kogelslingeren moet je de Wii-afstandsbediening boven je hoofd rondzwaaien en op het juiste moment de A-knop loslaten om de kogel weg te schieten. Natuurlijk moet je even wennen aan de timing, maar al snel zul je het wereldrecord kunnen aanvallen. Ook voor andere sporten – die zich overigens niet beperken tot de atletiekbaan, je kunt bijvoorbeeld ook zwemmen, schermen en trampolinespringen – geldt dat de besturing goed werkt.
Hoewel de game natuurlijk gericht is op de echte sporten, kent het een aardig extraatje in de vorm van ‘Dream Events’. Dat moet je zien als een soort Mario Kart, maar dan met rennen en springen. Je bent dus continu aan het bewegen met je Wii-afstandsbediening en Nunchuck, terwijl je onderweg de nodige power-ups scoort. Dat zijn de bekende power-ups uit Mario Kart, dus je kunt wel nagaan wat voor taferelen dat kan opleveren. Deze modus vond ik persoonlijk leuker dan alle sporten bij elkaar en het zou me niet verbazen als juist dit een populaire speeloptie wordt voor mensen die hun vrienden graag vernederen in een game.
Sega heeft hoge verwachtingen van Mario & Sonic op de Olympische Spelen en dat lijkt me terecht. Hoewel de game, net als zoveel andere Wii-games, voornamelijk bestaat uit minigames, zorgt de aanwezigheid van de verschillende Mario- en Sonic-figuren voor een stukje extra sfeer. Dream Events zijn erg leuk en zorgen voor verslavingsgevaar, vooral bij mensen die ooit verslaafd waren aan Mario Kart. Over iets minder dan een maand ligt de Wii-versie van de game in de winkels (DS komt begin volgend jaar), dus dan kun je alvast afreizen naar Peking, een dik half jaar voor de echte atleten dat doen.