Sinds mijn ontmoeting met Devil May Cry 4 op de Tokyo Game Show 2006 heb ik uitgekeken naar de release. De game liet in een heel vroeg stadium zien wat de PlayStation 3 aankon. Dat de game later ook voor de Xbox 360 werd aangekondigd is alleen maar een goede zaak. Hoe meer mensen van deze game genieten, hoe beter.
En genoten heb ik. Devil May Cry 4 is de topgame geworden waarop ik had gehoopt. Om het beginnen ben ik erg tevreden over het nieuwe personage. Qua coolheidsfactor is Nero iets minder sterk dan Dante, maar door zijn emotionele kant onderscheidt hij zich wel. Vanaf het allereerste moment zul je achter de mooie Kyrie aan moeten gaan en haar redden. Zij is namelijk terechtgekomen in een groot complot, waarin een aantal heilige heren een dubbele agenda hebben en met duistere krachten de wereld willen veroveren. Dat is inderdaad niet heel erg origineel, maar ja, dit is dan ook een nieuw deel in de Devil May Cry-serie.

Dat betekent dat je met een groot zwaard en een paar pistolen op vette wijze mag losgaan op de vele duivels die in het spel te vinden zijn. Door vijanden achter elkaar met verschillende soorten aanvallen af te slachten scoor je style-punten. Deze zijn net als de voorgangers verdeeld in de klassen D tot en met S, waarbij er voor de echte fanatiekelingen ook nog SS en SSS gescoord kan worden. Het maken van mooie combo’s is belangrijk, omdat je op die manier meer orbs scoort en aan het einde van elke missie een beoordeling krijgt. Hoe hoger die beoordeling, hoe meer punten er gescoord worden en hoe sterker je Nero kunt maken.
Vooral tijdens de baasgevechten is het erg fijn dat je een paar nieuwe vaardigheden hebt geleerd, want er zitten een aantal pittige monsters tussen. Denk daarbij een snelle duivel, waarbij Nero er verstandig aan doet om aanvallen te ontwijken op het juiste moment en vervolgens keihard te counteren. Ook zijn er natuurlijk enorm grote en lompe bazen die je redelijk in elkaar kunt stompen, maar waarbij geraakt worden door de krachtigste aanval zeer gevaarlijk is. Voor de fans zullen de eindbazen verre van teleurstellen. Ze bieden de kwaliteit zoals we die uit de vorige delen kennen en deze gevechten zijn in Devil May Cry 4 de krenten in de pap. Het is een waar feest om een missie met zo’n gevecht af te sluiten.



Dezelfde bevrediging haal ik uit de tussenfilmpjes. Sommige gamers kunnen zich vreselijk ergeren aan het feit dat de vetste acties in het spel door middel van tussenscènes wordt getoond, maar ik kan er alleen maar van genieten. De acties die Nero en later Dante uithalen zijn verbazingwekkend mooi uitgebeeld en zijn voor mij kleine beloningen. Een Dante die a la Zorro met een roos in zijn mond een hellepoort sluit zal iedereen na het spelen van Devil May Cry 4 bij blijven staan.
Tevreden ben ik ook over de balans tussen de gevechten en de puzzels. De game is verzadigd met momenten waarop je een puzzel beu bent en naar een vet gevecht verlangd en er dan ook één krijgt. Op die manier blijf je spelen. De puzzels zelf zijn bovendien van een perfect niveau: ze zitten logisch in elkaar, maar hebben wel even denkwerk nodig. In een doolhof krijg je de hint dat je naar het licht moet gaan om verder te komen. Elke viersprong bevat een grote pilaar in het midden en door te kijken aan welke kant de schaduw valt, bepaal je hoe je verder moet gaan. Het is uitdagend en geeft voldoening als je een puzzel weet op te lossen.
De combinatie tussen puzzels, prachtige tussenfilmpjes en heerlijke gevechten hebben er voor gezorgd dat ik de game na twee dagen intensief gamen tot een goed einde wist te brengen. Daar deed ik om en nabij elf uur over, maar daarna valt er nog veel meer te beleven. Zo heb ik de game op de gewone moeilijkheidsgraad uitgespeeld die echt goed te doen is, maar misschien had ik meteen voor de Hardcore-modus moeten gaan. Inmiddels heb ik daarmee de eerste vier missies voltooid en daarbij zat ik echt op het puntje van mijn stoel. Baasgevechten zijn daarbij echte baasgevechten en je hoeft niet raar op te kijken dat je daarbij een aantal keer het loodje legt.
Daarnaast maken de zogenaamde Secret Missions weer hun opwachting. Deze zijn in de gewone missies verstopt en bestaan uit kleine scènes, waarbij je een bepaalde opdracht moet oplossen. Denk daarbij aan het verslaan van alle vijanden binnen een kort tijdsbestek of een skill-score van S te halen zonder een klap uit te delen. Deze missies halen door hun pittigheid het bloed onder je nagels vandaan, maar daardoor zorgt het voltooien wel voor een nog grotere voldoening.
Visueel gezien mag de game er ook zeker zijn. Op HD-setting spatten de kleuren en de lichteffecten van het beeldscherm, maar voor de gamers met een oudere televisie is het fijn om te weten dat hij op SD ook een next-gen gevoel geeft. Zorg er overigens wel voor dat je tijdens het spelen het volume niet op maximaal zet, tenzij je bij de buren als een foute rockliefhebber wilt overkomen. De muziek deed mij soms aan een Duitse rockband uit de jaren tachtig denken, maar past wel goed bij de game.
Devil May Cry 4 is dan ook een zeer fijne game, maar kent één heel groot minpunt. Met Nero werk je met veel plezier naar het einde toe, totdat je in het midden van het spel overschakelt naar Dante. Deze vecht anders dan Nero en biedt een fijne afwisseling. Het probleem is alleen dat je met Dante het complete stuk dat Nero heeft afgelegd, in tegengestelde richting speelt. Door deze backtracking kom je steeds in dezelfde omgevingen terecht en dat is doodzonde. Hierdoor voelt het tweede gedeelte van de game als een te grote herhalingsoefening. Gelukkig maakt het spectaculaire einde veel goed, zodat de game met een positief gevoel eindigt.