in

The Legend of Zelda: Twilight Princess (Wii)


Heel, heel diep van binnen ben ik eigenlijk een relnicht van jewelste. Ik houd van het gevoel en de geur van leer, lig dubbel om de eindeloze herhalingen van Geer & Goor en stiekem ben ook fan van de muziek van Replay. Of laatst op zo’n feest, waar ik in een lekkere strakke maillot en groene slaapmuts rondliep, continu met mijn zwaard in de hand. Iedereen keek me aan alsof ik gek was geworden, dus ging ik maar weer snel naar huis om The Legend of Zelda: Twilight Princess te spelen.

Lang bekend als één van Nintendo’s vaandeldragers is de The Legend of Zelda-reeks zeer geliefd bij vele gamers. Met The Legend of Zelda: Ocarina of Time, gewaardeerd als één van de beste spellen ooit, als voorganger schept het spel natuurlijk hoge verwachtingen. De sequels waren stuk voor stuk geweldige games, aan Twilight Princess om deze trant voort te zetten.

De beste cowboy uit het dorp, Link, krijgt een bijzondere opdracht van de burgemeester. De plaatselijke smid heeft een zwaard gesmeed voor het jaarlijkse festival in Hyrule Town en het is aan Link om het daar te brengen. Zover komt het echter niet; het dorp wordt overvallen door monsterlijke bandieten en verscheidene kinderen worden ontvoerd. Bewapend met het zwaard zet Link de achtervolging op zijn trouwe merrie Epona, om zo de kinderen te bevrijden. Daarbij ontmoet hij ook een duister wezen met de naam Midna; deze zal de rol van sidekick op zich nemen en de speler verrassen met hier en daar wat gortdroge humor. Gedurende zijn queeste raakt Link verwikkeld in een groots, episch avontuur dat gebracht wordt aan de hand van toffe cut-scenes. Het gevoel van epiek is hevig aanwezig en daardoor maakt het ook niet uit dat het verhaal het doorsnee ‘red-het-land-en-het-meisje’ is. Sowieso is het verhaal van The Legend of Zelda-spellen niet waarom het gespeeld wordt; dat is de gameplay.

De gameplay is immers waar het altijd om gedraaid heeft. Het spel hanteert nog altijd de basis die Ocarina of Time gezet heeft, hetzij wat uitgebreider. Nog steeds is het de bedoeling om de vijand te lijf te gaan met zwaard en schild, pijl en boog en andere dergelijke werktuigen. Dit is allemaal aangepast aan de Wii-controller, wat goed werkt. Hoewel het zwabberen met de Wii-afstandsbediening om te slaan in het begin wat wennen is, werkt het na verloop van tijd zeer goed en in een mum van tijd slaat de speler zijn tegenstander tot gort. Het gebruik van de Wii-pointer is ook heel goed geïmplementeerd: het boogschieten werkte nog nooit zo goed en dat is dan ook een sterk voordeel ten opzichte van het GameCube-deel van het spel. Link heeft vrijwel alle voorwerpen uit de vorige games ter beschikking, waarbij een paar extra leuke puzzels bedacht zijn. Zo kan de speler als een ware Spiderman met twee Clawshots door tempels schieten, of met een zware metalen bal muren doorbreken. Wel bekruipt het gevoel de doorgewinterde Zelda-fan dat het allemaal wat bekende koek is. Puzzels zijn herkenbaar uit eerdere delen, gameplay is herkenbaar uit eerdere delen… het is allemaal niet zo nieuw meer. De vraag is of dit gebrek aan vernieuwing erg is, want deze opzet is toch waar men Zelda-games voor koopt?

Buiten deze basisopzet is er door Nintendo ook een nieuw gameplay-aspect toegevoegd: de wolf. Vroeg in het spel komt Link in de Twilight Realm, een grauwe, mystieke plaats waar hij in wolf verandert. Dit brengt natuurlijk een heel andere stijl van vechten en puzzels met zich mee. In wolf-vorm kan de speler speciale geuren onderscheiden, extra hoog springen en natuurlijk met zijn tanden en klauwen de vijanden verscheuren. Hier dient zich helaas wel een puntje van kritiek aan: het vechten in wolf-vorm is te onuitgebreid en hierdoor ook redelijk saai. Waar de speler normaal gesproken een heel arsenaal aan wapens tot zijn beschikking heeft, moet hij zich nu beperken tot tanden, voorpoten en een speciale aanval waarin meerdere vijanden in één klap kunnen worden uitgeschakeld. Hierdoor slaat de verveling al gauw toe en zal de speler toch het liefst in originele vorm willen vechten. Vooral vanwege een extra toevoeging die deze vorm gekregen heeft.

Deze extra toevoeging zijn de zogenaamde Hidden Skills. Dit is een verzameling van gecompliceerdere zwaard-moves die Link in de loop van het spel leert. Deze moves verschillen van een klap met het schild tot een ingewikkelde manoeuvre om de tegenstander van achteren te raken. Dit maakt het vechten echt extra leuk, want het voelt zeker goed om een vijand een beuk van het schild te geven, vervolgens zijn helm eraf te slaan en als laatste klap hem in zijn borst te rammen. Voor het leren van de Hidden Skills komt ook het welbekende muziekgedeelte uit de The Legend of Zelda-games naar voren: in wolf-vorm moet Link bij bepaalde stenen liedjes gaan huilen. Hiervoor zijn zowel oude als nieuwe liedjes voor gebruikt: de Song of Healing uit The Legend of Zelda: Majora’s Mask, maar ook een nieuwe melodie zoals de Ballad of Twilight is een streling voor het oor.

En daar komen we meteen aan bij het volgende punt: de muziek. Die is als vanouds geweldig, maar helaas niet georchestreerd. De muziek is voor het overgrote deel van MIDI-kwaliteit (wat wil zeggen dat het via een computer is gemaakt), terwijl een spel zoals Twilight Princess toch zeker een orkest verdient om de weergaloze melodieën te produceren. Dat wil dus niet zeggen dat de muziek slecht is; integendeel zelfs. De muziek die door Hyrule Field schalt of een lied voor Midna, het klinkt beiden voortreffelijk. Qua voice-acting is het weer als vanouds grommen en brabbelen, maar dat doet niks af aan de sfeer.

Wat ook bijdraagt aan de sfeer van het spel, is de grafische stijl. In tegenstelling tot de mooie cell-shaded graphics van The Legend of Zelda: The Wind Waker (die overigens niet door iedereen gewaardeerd werd) is er nu gegrepen naar een realistischere stijl. Voeg hierbij een beetje blooming-effect toe die alles wat vager maakt, maar daardoor juist mysterieuzer en je hebt een spel met een prachtige ambiance. Het is weliswaar een spel met GameCube-graphics, maar aangezien het origineel ook ontwikkeld werd voor dat platform is dat niks over te klagen. Qua texturen en andersoortige grafische ongein is het spel ook een stuk opgeschroefd, dus dat is goed.

Door de prachtige sfeer zal de speler het veel sneller ervaren, maar na zo’n veertig of vijftig uur zal het spel uitgespeeld zijn. Helaas is hier buiten vrij weinig extra’s te doen. De side-quests zijn in vergelijking met The Wind Waker aardig in aantal gedaald en dat is zeker jammer te noemen. De speler kan natuurlijk alle Hidden Moves halen en hier en daar een extra stuk harnas of sniper-scope voor op zijn boog halen, maar verder is er niet zo bar veel te doen. Ook zijn de kerkers waarin Link ronddwaalt een stukje lineairder en makkelijker geworden: er kan maximaal één sleutel tegelijkertijd gedragen worden, waardoor het een simpel stukje ‘zoek-sleutel-en-bijpassende-deur’ geworden is. Een groot minpunt is dit niet, maar het echte verloren gevoel wat je bijvoorbeeld had in Ocarina of Time’s Water Temple is verdwenen. Jammer, maar de overige aspecten zorgen gelukkig dat dit snel vergeten wordt.

Leuke post? Drop een hartje

Score: 0/5 volgens 0 gamers

Nog geen hartjes. First!

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Bureau voor Gamers: Nintendo’s mysterieuze driehoekjes

Rollercoaster Tycoon 3D Review