in

Red Steel 2 (Wii)


Ik heb me al vele malen afgevraagd wat er nou precies zou kunnen veranderen in de toekomst. Vliegende auto’s, robots, metalen onderbroeken, of de uitbraak van de Apocalyps in 2012 misschien? Niemand zal het ooit met zekerheid kunnen zeggen, maar er worden wel vaak mogelijke ideeën gesuggereerd in games en films. Red Steel 2 doet dat erg origineel, door te suggereren dat de Far East zich gaat mengen met de Japanse cultuur in een futuristisch stijltje; dat mensen niet alleen met geweren maar ook met katana’s op de straat zullen lopen en dat je games niet meer op de luie stoel zal kunnen spelen.

In Red Steel 2 speel je met een ‘hero’, verbannen uit de Kusagari clan en hierbij ontnomen van zijn naam. Wanneer je merkt dat je clan aangevallen wordt door de Katakari, besluit je je straf te negeren en terug te keren naar jouw volk. Als blijkt dat iedereen uitgemoord is en jij als enige overblijft, zin je op wraak. Je gaat op zoek naar de boosdoeners samen met Jian, een dojo meester die je allerlei geheime moves aanleert, en Tamiko, een technisch aangelegd meisje die je helpt met het hacken van comm towers. Deze personages zijn niet bekend in het eerste deel, het verhaal van Red Steel 2 is dan ook helemaal anders dan dat van het origineel. Over het algemeen is het verhaal erg oppervlakkig verteld, en heeft het moeite met overtuigen door matig tot slechte voice acting. De personages zeggen hun dialogen ook altijd op dezelfde manier, waardoor het eentonig aanvoelt om er telkens weer naar te luisteren. Dit verpest de sfeer en de ‘core’ van het spel gelukkig niet, maar het is en blijft een gemiste kans om de game interessant(er) te maken.

Red Steel 2 kan je niet echt een FPS ‘pur sang’ noemen, doordat de gevechten eigenlijk meer berusten op het zwaardvechten dan op het schieten. Met dank aan de Wii Motion Plus -een verplicht accessoire bij de game- weet de game zowel jouw aanvalsslagen als blokkeringposities bijna perfect na te bootsen op het scherm. Helaas is dit niet 100% van de tijd het geval, doordat de finishing moves ook een zachte zwiep -die soms zelfs in de verkeerde richting wordt geplaatst- goed te keuren. Uiteindelijk is het beter dat de game geen precieze één op één besturing bevat, want de meeste gamers zijn ook geen professionele zwaardvechters (inclusief mezelf). De zwaardcombo’s zijn heel bevredigend, waaronder mijn persoonlijke favoriet ‘The Reaper’. Je neemt hierbij een flinke aanloop om vervolgens je vijand met een flitsende snelheid de grond op te slaan. In totaal heb je een tiental zwaardcombo’s, gecombineerd met vijf Kusagari moves die een heel stuk excentrieker zijn en de spot drijven met de werkelijkheid. Als voorbeeld heb je ‘The Eagle’, waarin je je vijand een paar meter de lucht in slaat, om er vervolgens achterna te springen en hem naar eigen keuze af te maken. Bij dit soort ‘finishing periods’ is het ook erg bevredigend om je guns boven te halen. Je bezit in het spel over vier verschillende guns, die je naar wens kan upgraden. Door al deze variatie in combo’s en moves, is combat de kern van het spel geworden. Dit is geen zonde doordat elk gevecht weer leuk en intens is, een moment waar je constant naar uitkijkt als je even aan niet aan het vechten bent.

Wat ook weer bijdraagt tot de intensiteit van de combat, is de meestal erg sluwe A.I.! In het begin wil het spel je nog sparen en laat het je de moves rustig uittesten; maar later in het spel -vooral bij de opkomst van de ninja’s- zullen de tegenstanders er alles aan doen om jou kopje kleiner te maken. Zo drijven ze je vaak in een hoek, en vallen ze vaak in groepen aan wat zeker wel wat uitdaging weet te bieden. Ook zal je vaak mini-bosses tegenkomen in combinatie met allerlei vijanden, om je nooit het gevoel te geven dat je zomaar al zwiepend je tegenstanders neer kunt halen. Je zal heel wat oefening en skill nodig hebben om te overleven in dit spel, maar het is nooit zo moeilijk dat het frustrerend wordt voor de speler.

Hoewel de combat erg leuk is, is er ook weinig anders te doen in Caldera. Je zal hier en daar een minigame moeten doen met de Wii Motion Plus en je kan altijd wat Wanted posters gaan zoeken in de stad, maar de combat blijft toch wel hetgene waar je je het langst mee bezig zal houden. Dit is geen minpunt, doordat je ook in elke FPS weinig anders doet dan mensen doodschieten, naar de volgende plaats gaan, weer mensen doodschieten, en dit herhalen. In dit opzicht is Red Steel 2 vrij lineair, maar dit is geen moment storend, doordat je altijd vrij grote omgevingen tot je beschikking hebt, en je vrij bent om er in rond te dwalen zolang je wilt. Dat ronddwalen wordt nog eens verleukt door een geweldige soundtrack die veel toegevoegde waarde brengt aan de sfeer, en de ‘destructible environment’ dat altijd erg verleidelijk is om heel te laten. Overigens verzamel je in de game ook constant geld om daarvan extra moves, wapens, en upgrades voor deze te kopen. Het geld en de beloningen zijn de drijfveren om je die iets saaiere sidequests te laten doen.

Van de besturing is ook lang nog niet alles gezegd. Het zwaardvechten en verdedigen doe je allemaal met behulp van motion control en een eventuele knoppencombinatie. Het lock-systeem, echter, kan je bedienen met behulp van de Z knop. Dit werkt soms nog onhandig doordat je vaak Z moet tappen om dan eindelijk de juiste tegenstander voor je te hebben. Je kan dit in het optie menu veranderen naar manual, waardoor het iets beter wordt maar toch nog niet helemaal perfect is. Overigens kan je net zoals in ‘The Conduit’ daadwerkelijk alle mogelijke soorten sensitivity in een handig menuscherm veranderen, van je dead zone tot je pointer sensitivity. Wat je ook nog kan veranderen, is de zwiepsterkte. Als je bijvoorbeeld op relaxed speelt, is een lichtere zwiep al voldoende om een sterkere slag uit te voeren; terwijl dat je bij athletic net extra hard moet zwiepen. Aangeraden is om het spel op regular rechtstaand te spelen, met je sensor balk boven op de TV en in een omgeving met weinig lichtinval. Dit bevordert de registratie van de bewegingen en zal ervoor zorgen dat je amper last hebt van de besturing! Bereid je in ieder geval voor op pijn in je arm -van het harde slaan- en aan je benen -van het non-stop rechtstaan-; hoewel dat laatste vermeden kan worden als je in de ‘relaxed’ stand speelt (maar minder leuk is).

Ten slotte weet het cell-shaded grafische stijltje absoluut te overtuigen! Vooral de cutscenes zullen je versteld doen staan (en niet alleen qua graphics). In-game dan zou je denken dat de combinatie western-japan compleet fout is, maar op de een of andere manier klopt het gewoon! Het ene moment wandel je door Aziatische tuintjes, het andere zit je baddies af te slachten in een western stadje; maar nooit voelt het verkeerd aan. Al bij al varieren de landschappen voldoende, en roept elke nieuwe omgeving een ander gevoel bij je op. Een level waar je over daken springt en een level in mijnschachten blijven mijn persoonlijke favorieten. Het gevoel voor detail is opmerkelijk: schaduwen van vijanden zijn heel erg realistisch, je eigen wapens zijn heel erg gedetailleerd voorgesteld en de vloeistof die je uit je tegenstanders slaat -hoewel het geen bloed is- zorgt voor ultieme bevrediging. Het spel hoeft zeker niet te blozen voor Xbox 360 games en kan zich gemakkelijk meten met de mooiste games voor de console. De speelduur bedraagt overigens over een goede tien à twaalf uurtjes, wat meer dan voldoende is voor FPS begrippen.

Leuke post? Drop een hartje

Score: 0/5 volgens 0 gamers

Nog geen hartjes. First!

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Bureau voor Gamers: Nintendo’s mysterieuze driehoekjes

Rollercoaster Tycoon 3D Review