De zonnige grachten van Amsterdam lijken niet veel opmerkelijks te tonen. Ze zijn even smal en ogen net zo onbekend als ons kikkerlandje zelf is. Een van niets wetende toerist zou nonchalant doorlopen en zich focussen op de grotere attracties die onze hoofdstad te bieden heeft, maar menig gamer zal vanaf nu zijn pas stoppen en respectvol omhoog kijken. Daar – in een smal, onopvallend pakhuis – hebben de mensen van Guerilla zich gevestigd, de makers van Killzone 2. En dat is me toch een goede game geworden!
Op het nippertje dan, alhoewel dat niet helemaal waar is. Lange tijd dreef men een beetje de spot met Guerilla. Killzone I was immers een twijfelgeval en het deel dat later op de PSP zou uitkomen – Killzone: Liberation – werd goed ontvangen, maar gooide geen hoge ogen. Die indruk van de Hollandse ontwikkelaar werd totaal weggevaagd tijdens de E3-show van 2005. Een ‘verdwaalde’ trailer liet geweldig prachtige beelden zien van soldaten die in een hemel vol met schepen verzeild raakten. Maar toen werd het opeens stil rond de game. Jaren gingen voorbij en er kwam bericht van verschillende bronnen dat de zo goed ontvangen trailer niet enkel ingame-beelden vertoonde. Het einde leek nabij voor Guerilla, totdat er plotseling weer positieve berichten en trailers opdoken. Sony zette één van de grootste Playstation-hypes ooit op gang en… opeens was de game daar!

De eerste paar speelsessies brengen twijfels met zich mee. Killzone 2 bestuurt op een zeer gevoelige, aparte manier – die weliswaar realistisch is, maar waar je aan zult moeten wennen. Een hele kogelregen strak gemikt op één punt achter elkaar sproeien is er dus niet bij, evenmin als het accuraat schieten terwijl je aan het lopen bent. Het beste is – en dat gevoel wordt ook wel erg goed op je overgebracht – om níét panisch in de rondte te schieten zodra er iemand voor je opduikt. Ik ben Guerilla dan ook dankbaar dat er een heus coversysteem in de game zit verwerkt, die jou zonder enige problemen met een druk op de knop als het ware aan een object vastplakt. Vanuit dekking is het namelijk veiliger en accurater schieten. Elke kogel moet raak zijn, een leeg magazijn is wel het laatste wat je jezelf toewenst in Killzone 2. Herladen kost behoorlijk wat tijd en het is dus cruciaal om dit op de juiste momenten te doen. Fouten mogen niet gemaakt worden.
Je bent namelijk zo dood. De Helghast, de moordlustige wezens met felrode ogen die jij kapot moet schieten, doen zonder enige twijfel hetzelfde bij jou. Ze zullen je proberen te flanken, als ze recht voor je staan met hun wapen je hoofd in te rammen, maar bovenal veel uit hun dekking tevoorschijn springen en er alles aan doen om kogels in je lichaam te jagen. Hun reactievermogen is geweldig en zodra ze vijandelijk vuur zien, duiken ze weer terug achter één van de vele barricades. Bovendien moet je eerst een hele hoop kogels door hun pantser heen jagen, voordat je ze op één heerlijke manier ziet neervallen. En dat geeft voldoening.Zo ben je bij elke Helghast weer anders bezig om hem uit te schakelen en is in Killzone 2 niet het legioen maar de enkele vijand zelf het probleem. Een enkele verdwaalde Helghast zal na een uitputtende strijd geen medelijden tonen en van de met lijken bezaaide vloer opkrabbelen om jou alsnog het bloed uit je ingewanden te schieten. Yeah!
Maar vanwaar nou die haat tegenover elkaar? In het kort gezegd; nadat de Helghast de thuisplaneet van het ISA-leger – Vekta – zijn binnengevallen – en er vervolgens ook weer zijn verdreven – doen de goedwillige blauwe soldaten nu hetzelfde terug: ze vallen de thuisplaneet van de Helghast – Helghan – aan. Jij, spelend als Sev, beleeft je eigen verhaal in dit hele gebeuren. Samen met een paar maten – die overigens weinig identiteit lijken te hebben – razen jullie door de grijze vlaktes van Helghan als ‘The Legion’. De singleplayer is aanvankelijk snel uit te spelen, bevat geen clichés, maar raakt je ook niet echt. Het voelt voor iemand die voor het eerst een Killzone game oppakt allemaal een beetje té gehaast aan. Het éné moment drop je in the middle of nowhere en een paar uur later heb je de Helghast compleet weggevaagd en sta je klaar om het Koninklijke paleis te veroveren. Alhoewel… het einde zeer open is en er eigenlijk alles van wegheeft dat de Helghast nog lang niet zijn verslagen.

Zie het verhaal echter absoluut niet als een aardige B-Film, maar eerder als een wat mindere topper. De voice-acting is geweldig realistisch te noemen en de hele game ziet er waanzinnig goed uit. Het sombere klimaat op Helghan wordt bijzonder goed weergegeven. Afgebrande gebouwen hebben een donkere schaduwslag en vrijwel alles heeft een grijs tintje. Niets oogt echter eentonig en het brengt het ‘shit, ik moet hier weg!’ gevoel maar al te goed over. Kleine details als lichteffecten die je zicht verblinden dragen daar alleen maar positief aan bij. De kleine zes uur die je nodig hebt om het verhaal uit te spelen, worden zo wel heel erg vet. Als je de game op ‘Elite’ speelt zul je nog wel wat langer bezig zijn en bovendien is elke missie los te herspelen, wat voor aardig wat replaywaarde zorgt.
Je kunt dat alles ook zien als klaarstomer voor de warzone-mode, de ongelofelijk vette online multiplayer. Deze is chaotisch, vernieuwend in veel opzichten en erg gebalanceerd, oftewel alles wat een succesvolle online-shooter nodig heeft. Er zijn namelijk twee dingen die Killzone 2 uniek maken op online gebied. Ten eerste de mogelijkheid om verschillende missies als ‘Search & Destroy’ of ‘Bodycount’ – Team Deathmatch dus – allemaal in één potje te gooien, waardoor je een uur lang missie na missie speelt zonder pauzes daartussen. Ikzelf vond het vooral fijn dat je niet om de tien minuten weer minutenlang moet wachten totdat het volgende potje begint. Het stopt pas als alle onderdelen gespeeld zijn, wat meestal na een uur of wat wel gebeurd is. Dan kun je zo’n twee minuten op adem komen – geloof mij, dat heb je echt wel nodig! – en vervolgens weer verder met de ontiegelijk vette actie. Het is overigens wel mogelijk om onderdelen gewoon los van elkaar te spelen.
Ten tweede heb je een uiterst gebalanceerd ‘Badges’-systeem. Zo kun je bijvoorbeeld als ‘Medic’ spelen, maar dan op een vernieuwde manier. Elke ‘Badge’ heeft verschillende eigenschappen die je weer moet vrijspelen. Het mooie is dat alles als puzzelstukjes in elkaar valt, de balans is werkelijk top en de creativiteit ook. Zo kan je met de Scout-Badge als Sniper te werk gaan, tijdelijk onzichtbaar worden en de omgeving scannen op vijanden. Hoe meer je echter met je personage beweegt, hoe beter hij zichtbaar is voor de omgeving. Er zou maar net iemand met een Assault-Badge verderop staan, die met zijn speciale functie een Rocketlauncher kan hanteren en jou dus weer kan opblazen. Als je hem niet al een headshot gegeven had…