Lang geleden keek ik een vaste serie op Cartoon Network. Elke dag als ik uit school kwam, ging ik achter de televisie zitten om de avonturen te bekijken van een groepje maffe racers, die elkaar het leven zuur maakten. Ik genoot altijd met volle teugen van de serie. Toen ik dan ook in 2000 hoorde dat er een game van was, sprong een jong kereltje, genaamd Jeroen, een gat in de lucht. Ik deed mijn gordel om en ging achter mijn pc zitten om Wacky Races te spelen.
In Wacky Races stap je in de wagens van de vele coureurs die in de serie voorkwamen. Deze zeven coureurs, met bijbehorende wagens, hebben allemaal een heel andere rijstijl en hebben dan ook hele andere krachten. Zo is de ene enorm snel, maar verliest hij snel grip, dan heeft de ander weer een geweldige grip op de weg, maar is hij geen snelheidsduivel. Door deze afwisseling verlies je bij geen enkele race het plezier in de game, omdat het nooit eentonig wordt. Je kan, om het moeilijker te maken voor de tegenstander, allerlei unieke aanvallen doen. Zo kan de ene een koekenpan gebruiken om tegenstanders te pletten, terwijl een ander het gezichtsveld kan blokkeren met een klodder verf. Naast deze unieke aanvallen, zijn er ook de aanvallen die meerdere kunnen bezitten en zijn er accessoires die je beschermen, of je sneller laten gaan. Deze aanvallen zorgen voor de nodige fun en vooral met z’n tweeën kan je elkaar goed het leven zuur maken.
De afwisseling is niet alleen in de wapens en rijstijlen te vinden, maar ook in de omgevingen. De vijf verschillende omgevingen die de game rijk is, zitten barstensvol variatie en omdat er geen vaste baan is aangelegd, heb je de mogelijkheid om te verkennen. In de omgevingen zelf zitten ontelbare hindernissen verstopt, zo kan het wel eens voorkomen dat je wordt onderschept door een geiser of keihard tegen een boomstam aan rijdt. De omgevingen zien er voor het jaar 2000 heel degelijk uit en zijn geheel in de stijl van de tekenfilmserie opgemaakt. Bij de racers zie je dit detail ook terug. Elke racer ziet er precies uit als in de serie en dat is voor de fan erg herkenbaar.

Het geluid van de game zal ook erg herkenbaar zijn voor de fan. De vrolijke melodietjes uit de serie zijn aanwezig en blijven wel een tijdje in je hoofd rondspoken. De bestuurders van de wagen bezitten ook allemaal over hun eigen stem en zullen grappige opmerkingen maken tijdens de races. Hierdoor lig je vaak in een deuk, nog voordat je de race hebt beëindigd. Waar ik dan niet zo gelukkig over ben, zijn de rest van de geluidseffecten. Natuurlijk is het “boink-geluid” als je botst grappig, maar de geluiden van de auto’s zelf klinken niet zoals het zou horen en voelen een beetje als een haastklus aan. Naast dit, heb je de vrij irritante stem van de presentator. Deze moet aan het begin van elke wedstrijd iets zeggen. Zijn stem is echter zo irritant, dat je het liefst meteen wilt beginnen.
Zoals elke goede racegame moet ook deze game veel verschillende parkoersen bevatten en verschillende modi hebben. Deze game bezit gelukkig allebei. De game bevat drie verschillende modi om je aan te vergapen. Je hebt de enkele race, de wedstrijdstand en het kampioenschap. In de enkele race kan je vrij op elk parkoers rijden en hoef je niet perse te winnen. Deze modus is speciaal ontworpen om te trainen voor de twee andere modi. In de wedstrijdstand kan je kiezen uit één bepaalde reeks parkoersen en als je aan het eind van die reeks eerste wordt, krijg je een beker. De meest uitdagende modus is echter het kampioenschap. Hierbij moet je in rap tempo de 40 parkoersen afgaan die het spel telt. Hoewel het spel meestal niet al te moeilijk is, moet je nog soms erg je best doen om als eerste te eindigen. Door het kampioenschap te behalen, kan je nieuwe parkoersen vrijspelen en nieuwe wagens. Daar komt nog eens bij dat je getrakteerd wordt op een grappig filmpje.

Zoals ik al zei, is Wacky Races totaal geen moeilijk spel. Het is voor jonge kinderen gemaakt en dat is goed te zien in de simpele opbouw van de game. De tegenstanders zullen je nooit echt in de weg zitten en ze schieten dan ook nauwelijks raak. Een ander teken dat laat zien wat een lage AI de tegenstanders bezitten, is het feit dat ze nooit één van de vele sluipwegen nemen. Wat de moeilijkheidsgraad van de game dan wel opeens weer omhoog werkt, is het feit dat je karakters niet altijd even goed te besturen zijn. Ze zwenken opeens uit op smalle wegen, of maken een bocht niet goed. Dit heeft meestal als resultaat dat je een hele heuvel opnieuw moet beklimmen en je je koppositie kwijt bent. Dit is vooral in de kampioenschap modus erg vervelend.