Wat SimAnimals betreft ben ik eigenlijk veel te verwend. De schattige beestjes die in de game zitten, kan ik ook in het echt zien. Dat krijg je als je in het rustieke Ermelo woont. ’s Ochtends steken voor dag en dauw eekhoorntjes over, hele kuddes konijnen bevolken de hei en voor de bronstige herten trekt half Nederland naar de Bible Belt.
Goed goed, SimAnimals is dan misschien niet ‘the real thing’, maar nog steeds hebben alle dieren een hoge aaibaarheidsfactor. De bever loopt met stokjes in zijn bek rond om een dam te bouwen, eekhoorns snuffelen nieuwsgierig rond en de bruine beer hobbelt suf heen en weer. Sinds de Ark van Noach is het leven in een dierenwereld niet zo vredig geweest. Natuurlijk zijn er wel de milde irritaties tussen konijnen en kraaien die allebei net iets te graag de laatste wortels willen oppeuzelen, maar verwacht geen afgerukte beverpoten, onthoofde herten of strijd op leven en dood in de game. Het is een lieve, schattige en vooral simpele game.
De bedoeling van het spel is zoveel mogelijk dieren zo gelukkig mogelijk te maken en ze op deze manier je bos te laten bewonen. Door nieuwe dieren van voedsel te voorzien krijgen ze vertrouwen in de speler. Door vervolgens ze uit de hand te voeren is dit vertrouwen uit te bouwen. Uiteindelijk zullen beestjes je zoveel vertrouwen dat je ze mag aaien, waarna ze plotsklaps kunnen besluiten in het bos te blijven wonen. En dit werkt met ieder dier zo. Heel af en toe moet je alternatief voedsel zoeken voor een diertje. Zo zal een kraai van nature eerst een muis lastig vallen, maar wortels bieden een goed alternatief. Het is totaal niet diepgaand en het is eigenlijk een versimpelde versie van Viva Pinata, maar daarom niet minder leuk.

Dat alles lekker simpel moest worden gehouden blijkt ook wel uit de besturing. Alles gebeurt namelijk door de Wii-mote snel heen en weer te wiebelen. Diertjes aaien, bomen omver halen, fruit uit bomen schudden, zaadjes tevoorschijn laten komen, het wordt allemaal uitgevoerd door te wiebelen. In theorie klinkt dat als een slimme zet: minder geoefende spelers weten gelijk hoe alles bestuurd moet worden. In de praktijk pakt het alleen verschrikkelijk uit. Het wiebelen kost soms wel erg veel tijd en als je niet precies op die minuscule muis zit te friemelen, dan pakt de game dat niet. Of erger: jij probeert een beest te aaien en vervolgens wiebel je de hele boom omver. Lekker dan. Daarnaast is het gewoon dodelijk irritant om steeds kleine precieze bewegingen te moeten maken met de Wii-mote, een half uurtje ‘Powerballen’ is er niets bij. Laat staan dat je met zijn tweeën, drieën of vieren aan de slag gaat met die friemelbesturing.
En door de falende besturing sneeuwt één belangrijk punt onder: dit is een leuke instapgame voor mensen die nog niet zoveel kaas hebben gegeten van strategie-/managementgames. De game legt netjes stap voor stap uit hoe alles werkt en breidt per level langzaam de mogelijkheden voor de speler uit, waardoor de drive om te blijven spelen zeker aanwezig is. Het is alleen de vraag of mensen die willen instappen, gamen ook gelijk willen associëren met zere polsen.