Inleiding:
Veel is het nooit geworden met Connectivity, Nintendo’s poging de GameCube en Game Boy Advance samen te gebruiken om zo gameplay intensiever en aantrekkelijker te maken. Een aantal games maakten wel gebruik van de mogelijkheden te linken tussen de twee systemen, maar veel meer dan een geheim bonusleveltje hier of een nieuwe character daar leverde dit meestal niet op. Praktisch de enige spreekwoordelijke uitzondering op die regel was Final Fantasy: Crystal Chronicles, een spin-off van Square’s populaire RPG-reeks die je een multiplayer ervaring als nooit tevoren bood. Hoewel de verkopen achterbleven op de algemene verwachtingen – velen deden het spel, onterecht natuurlijk, af als ware het een goedkope spinoff die slechts gemaakt werd om lekker snel geld te verdienen aan de bekendheid van de reeks – verkocht het spel genoeg om het tot een redelijk succes te bestempelen. Helaas echter is één spel niet genoeg om het gehele Connectivity gebeuren tot een succes te maken. De grote vraag is dan ook of The Legend of Zelda: Four Swords Adventures, een nieuw deel in de Zelda-reeks met dezelfde insteek als Final Fantasy: Crystal Chronicles, weer nieuw leven in kan blazen in wat eens leek op Nintendo’s grote troef van deze generatie.
Review:
Het antwoord daarop is ingewikkelder dan een simpel ‘ja’ of ‘nee’, omdat ook hier geldt dat een enkele game in dit geval nooit hét verschil kan maken tussen het slagen of falen van Connectivity. Liever dan steeds maar weer diezelfde vraag te stellen, kijk ik dan ook naar de game op zich. Is de game de moeite waard om alle moeite voor te doen – niet iedereen heeft immers genoeg vrienden met een eigen GBA en Linkkabel, en het zelf kopen van meerdere GBA’tjes is ook al niet voor iedereen weggelegd – en wegen de eventuele extra kosten op tegen het plezier wat beleeft wordt aan het spelen van deze titel? Of ben je toch niet van plan te gaan multiplayeren, en wil je het spel aanschaffen voor de singleplayer? Is het dan nog steeds de moeite waard?
Die vraag is simpeler te beantwoorden, en wel met een ‘ja’, al dan niet enigszins twijfelend. Het moet namelijk gezegd worden dat de mensen die ik ken, en dan vooral fans van de reeks, veelal positief zijn hierover. Zelf was ik echter niet genoeg overtuigd van de kwaliteit van de singleplayer om persé een aanschaf voor te overwegen. Als extra voor naast de multiplayer voldoet het echter prima. Four Swords Adventures begint met een intro over ene Vaati, die Princess Zelda en nog zes dames ontvoert en uit is op het eind van de wereld, of iets in die trant. Het verhaal heeft verder niet zoveel om handen, maar het komt er op neer dat Link het Four Sword in handen krijgt, verviervoudigt word door diens krachten en aldus met zijn vieren de wereld moet gaan redden voor zijn naderende ondergang.
Even nog ter verduidelijking: er zijn, of je nu in je eentje, of met zijn tweeën, drieën of vieren speelt, altijd vier Link’s aanwezig op het scherm. Indien je met minder dan vier spelers het spel doorloopt, worden de overige Link’s als extra character bestuurd door één van de menselijke spelers.
Wanneer je het spel voor het eerst doorloopt zijn er al direct een aantal veranderingen ten opzichte van eerdere Zelda’s. Niet langer heb je één grote wereld waarvandaan je alle levels kunt bereiken door er simpelweg te voet of te paard heen te lopen, maar in plaats daarvan zijn er acht verschillende gebieden met ieder drie levels. Je hebt geen keuze met betrekking tot waar je heen gaat in de overwereld: je handelt steeds het ene level af voor je naar de andere gaat. De gebieden zelf zijn dan wel weer kenmerkend voor Zelda: je komt onder meer Hyrule Castle tegen en treft een hoop oude bekenden.
Je wordt niet steeds sterker naarmate je de levels doorloopt, integendeel juist. Je moet in ieder level steeds dezelfde voorwerpen en wapens opnieuw zien te vinden. Nog iets nieuws is dat je maar één wapen tegelijkertijd bij je kunt dragen, en dus afwegingen zult moeten maken betreffende je keuze welke mee te nemen. Een boog is leuk, maar wie weet is die hamer handiger om nog even bij je te houden. Ook de rupee’s die je in andere delen moest verzamelen om voorwerpen aan te schaffen zijn vervangen, en wel door Force Gems. In ieder level moet Link er 2000 van verzamelen om een update te verkrijgen die je reis een stuk vergemakkelijkt.
Tot zover de verschillen, want Four Swords Adventures heeft nog wel degelijk behoorlijk wat weg van de overige delen in de reeks. Ook hier zijn er uitgebreide kerkers om door rond te stappen, flinke eindbazen aan het eind van al die kerkers en moeilijke puzzels die opgelost dienen te worden om die eindbazen te kunnen bereiken. Het enige verschil is dat het allemaal in een net even iets ander jasje zit om, en de puzzels net even iets anders zijn, om op die wijze het Four Swords-thema zo goed mogelijk te benutten. Voor veel puzzels, vooral later in de game, is het goed gebruiken van de vier Link’s essentieel en meer dan eens zit de oplossing ergens anders dan je aanvankelijk zou denken. De eindbazen zijn niet echt memorabel en maken absoluut niet de indruk die de eindbazen uit bijvoorbeeld Ocarina of Time op me hadden, maar zijn niet onaardig en vereisen regelmatig enig denkwerk, omdat veel van hen alleen te verslaan zijn door de Link’s in een bepaalde volgorde toe te laten slaan.
Het uitspelen van de singleplayer geeft dan ook zeker voldoening, al was het maar omdat je er behoorlijk wat moeite voor hebt moeten doen. Het probleem is alleen dat al ver voordat dat einde bereikt was, de verveling had toegeslagen en ik mezelf er echt toe moest aanzetten verder te gaan. Zoals eerder gezegd: dit geldt lang niet voor iedereen dus er zullen genoeg mensen het niet met me eens zijn over die uitspraak. Waar wel iedereen het over eens zal zijn, is dat de multiplayer hetgeen is waar je Four Swords Adventures voor moet kopen. Of de singleplayer je nu kan bekoren of niet, alles vraagt er gewoon om, om met meerdere spelers gespeeld te worden: van het leveldesign tot de eindbazen.
Simpelweg gesteld is het gewoon enorm veel leuker om met vier Link’s te spelen als die Link’s ook allemaal bestuurd worden door verschillende spelers. Het verhoogt, verplicht, de samenwerking, maar laat je tevens vechten voor de overwinning. Laten we immers niet vergeten dat in de multiplayer mode iedereen een Game Boy Advance als controller gebruikt.
Levels zijn verdeelt in kleine velden, ieder pakweg zo groot als het scherm. Om zo’n veld (of scherm) te kunnen verlaten en door te gaan naar het volgende dienen alle Link’s bij dezelfde uitgang te staan, maar binnen dat scherm kunnen alle Link’s doen waar ze zelf zin in hebben. Als je grotten en huizen binnengaat, verplaatst de actie zich naar het scherm van de GBA, waar je zonder de nieuwsgierige blikken van je medespelers op onderzoek uit kunt naar speciale voorwerpen. Naast het samenwerken om het spel uit te spelen moet je dus vooral onderling concurreren met elkaar om als eerste de Force Gems of speciale wapens te pakken te krijgen. Toch heeft het ook weer geen zin om steeds maar als eerste overal te komen en iedereen te snel af te zijn, want aan het eind van ieder level is er ook nog een afrekening.
Hierin telt niet alleen het behaalde aantal Force Gems mee, maar ook kan er gestemd worden wie het meest en minste behulpzaam waren, wat respectievelijk punten erbij en eraf betekent. In de praktijk valt hier een hoop lol mee te beleven, want als iedereen op dezelfde persoon stemt als zijnde het minste behulpzaam, dan krijgt die persoon de twijfelachtige eer ‘Hero of Darkness’ te zijn.
Nu zou je natuurlijk kunnen zeggen dat het geheel uitgebreider had moeten zijn, er was nog zoveel meer mogelijk geweest binnen het concept. Bovendien is het spel wat aan de korte kant ten opzichte van eerdere delen in de reeks, daar veranderen zelfs de minigames en Shadow Battle-mode, waarin je het in losse levels tégen elkaar moet opnemen, niks meer aan. Hoe het ook zij, het is niet te ontkennen dat er is nagedacht over het concept en de uitvoering daarvan, zelfs al is het geheel nog niet zonder tekortkomingen.
Visueel;
Stijlvolle SNES-graphics, gecombineerd met wat nieuwerwetse effectjes zoals regenbogen, watervallen, vuur en schaduweffecten. Geenszins wordt aangetoond waartoe de GameCube allemaal in staat is, maar voor de fans van het eerste uur, brengt deze visuele stijl ongetwijfeld warme herinneringen naar boven. – 8
Sound;
Zoals het een bekende Nintendo-franchise betaamt worden ook hier klassieke deuntjes gecombineerd met geheel nieuwe muziek. Het resultaat is verrassend genoeg lichtelijk teleurstellend, voornamelijk door het gemis aan nieuwe, écht memorabele muziek. Desondanks lang niet slecht. – 7
Gameplay;
In grote lijnen vergelijkbaar met de multiplayer ervaring van Crystal Chronicles, maar dan overgoten met een Zelda-sausje. Singleplayer is snel saai en daardoor niet echt boeiend, de multiplayer daarentegen is erg vermakelijk, mits je de juiste mensen kunt vinden om het mee te spelen. Dat je elkaar kunt aanvallen is zowel een vloek als een zegen, afhankelijk van de mensen met wie je het avontuur beleeft. – 7
Speelduur;
Met het hoofdavontuur waren we al gauw zo’n 20 uur bezig, misschien een uurtje meer of minder. Shadow Battle is nog eens goed voor een uurtje of twee, drie, maar wordt dan saai door de aanwezigheid van slechts vijf omgevingen, ieder in twee variaties. Korter dan een gemiddelde Zelda, maar een stuk langer dan de meeste games tegenwoordig. – 8