in

IL-2 Sturmovik: Birds of Prey


Het spelen van games als Battlestations: Midway en Ace Combat 6 heeft mij in een bijzondere positie gebracht. Op de redactie heb ik als één van de weinigen interesse in tactische oorloggames en vliegsimulaties. Toen IL-2 Sturmovik: Birds of Prey op ons kantoor binnen kwam vliegen, volgde ik de game nog niet. Maar terwijl de rest van de jongens uit angst met een grote boog om de game heen liepen, zette ik alvast mijn vliegeniersbril op, sloeg mijn potentieel laatste glas wodka achterover en riep: “Dasvidanya!”

IL-2 Sturmovik: Birds of Prey richt zich op het Europese strijdtoneel tijdens de Tweede Wereldoorlog. In diverse scenario’s, die onder vijf missies in Groot Brittannië, België, Italië, Rusland en Duitsland zijn verdeeld, moet er in de lucht gevochten worden voor de vrijheid van Europa. De IL 2: Sturmovik-games staan al jaren bekend om de hoge mate van realisme en zijn daarmee zeer populair onder vliegsimulator-fanatici. Het Russische 1C Company, dat verantwoordelijk was voor de PC-versies, besloot dat het tijd werd om de serie naar de consoles te brengen. Dat lijkt misschien een merkwaardige keuze, maar wie denkt dat deze versie daardoor inlevert aan realisme heeft het goed mis.

Vliegende Tank

De ster waar de serie haar naam aan dankt, is de Ilyushin Il-2 Sturmovik. Dit vliegtuig van de Sovjets werd in de Tweede Wereldoorlog vooral gebruikt om gronddoelen uit te schakelen. Vanwege de dodelijke precisie waarmee de bommen werden gegooid, werd de Il-2 ook wel de ‘Vliegende Tank’ genoemd. Succesvolle missies zorgden ervoor dat het aanpassingen kreeg in de vorm van een staartschutter om jagers op afstand te houden. Uiteindelijk is het één van de meest geproduceerde militaire vliegtuigen in de geschiedenis. Een historisch wapenfeit waar de Russen trots op mogen zijn, maar wellicht iets minder handig voor een gametitel.

Eventuele nieuwkomers in de serie (en die zullen er geheid zijn), worden gelukkig niet in het diepe gegooid. Vooraf moet een trainingmissie voltooid worden, waarin kennis wordt gemaakt met de basisprincipes van de game. Op het laagste niveau is de besturing vanzelfsprekend; de rechterstick doet dienst als roer en controleert de snelheid, terwijl de linkerstick de beweging van de vleugels en neus bestuurt. Op dit arcadeniveau biedt de game echter weinig uitdaging en dat is dan ook het best te vermijden. Op realisticniveau wordt de game al een stuk interessanter. Hier komen een aantal moeilijkheden bij waardoor het al stukken moeilijker wordt om een vliegtuig te bedienen. Maar op simulatorniveau worden de groentjes pas definitief van de echte piloten gescheiden. Op dit niveau komt de game dan ook het beste tot zijn recht. Net als tijdens het rijden in een auto moet er voortdurend bijgestuurd worden en moet het vliegtuig onder controle worden gehouden. Op arcade schud je met gemak de meest duizelingwekkende manoeuvres uit de mouw, maar op simulator raakt het toestel bij een ongecontroleerde beweging al in een spin. Enige vorm van hulp wordt bovendien weggelaten, de radar is niet meer aanwezig en schietassistentie staat ook uit. Tijdens dogfights loopt de spanning dan ook hoog op en eindig je ongeacht de afloop met bezwete handen. Maar wat voor halsbrekende toeren ook nodig zijn om vijanden af te schudden, het voltooien van zulk soort intense en chaotische situaties geeft erg veel voldoening.

Deze mate van realisme is niet alleen kenmerkend voor de besturing, ook het uiterlijk van de vliegtuigen is waarheidsgetrouw. Van traditionele Britse jagers als de Thunderbolt en Spitfire, tot de kleine Russische LA-7 en zelfs grote bommenwerpers als de Heinkel; stuk voor stuk zijn ze gedetailleerd ontworpen naar hun evenbeeld. Daarnaast heeft bijna elk van de ruim veertig vliegende doodskisten een nagebouwde cockpit, op de bommenwerpers en Duitse toestellen na. Dat eerste is te begrijpen, maar het gemis van Duitse cockpits is toch zeer jammer.

Deze game beleef je namelijk pas echt vanachter de stuurknuppel. Zodra je in een gevecht terecht komt barst de hel los. Vliegtuigen razen met brullende motoren voorbij, machinegeweren kletteren erop los en olie spettert op de voorruit wanneer je achter een neerstortend vliegtuig blijft hangen. Bovendien bevat elk vliegtuig een schademodel; na afloop van een gevecht zijn talloze kogelgaten te zien en kunnen er hele gaten in de vleugels zijn geschoten. Een dreigende rookpluim achter de staart vertelt je dat het toestel snel tegen de vlakte zal gaan. De sadist in mij geniet op zo’n moment van de gillende Duitsers, die in alle paniek hun parachute gebruiken. Zo’n half brandend wrak ziet er misschien tof uit, maar het is echt opletten wil je niet zelf de grond van dichtbij bewonderen. Eén keer te vaak neerstorten en het is Game Over, waarna je je pas realiseert een game aan het spelen te zijn. Het oorlogsgevoel knalt werkelijk van het scherm af, al komt dit wel met een prijs; af en toe kakt de framerate in en ontstaan er kleine haperingen wanneer het in beeld te druk dreigt te worden. Vervelend tijdens hectische situaties, maar ze nemen gelukkig nergens de overhand en komen slechts sporadisch voor.

Online Dogfights

De multiplayer-modus zal weinig wenkbrauwen doen fronsen. Er zijn online vier modi te spelen, waaronder de vanzelfsprekende Dogfight en Team Battle, maar ook Ground Strike en Capture Airfields. Bij alle modi zijn opties als het soort vliegtuig, de moeilijkheidsgraad en de weersomstandigheden in te stellen. In Ground Strike nemen teams van maximaal acht spelers het tegen elkaar op om zo snel mogelijk de vijandelijke gronddoelen te vernietigen. Bij Capture Airfields staat het overnemen van vliegvelden centraal. Het team dat de overhand heeft zorgt ervoor dat de ‘tickets’ van het andere team dalen. De spelers die het beste kunnen landen en opstijgen zijn dan ook de helden van de dag.

Hoe beklemmend de actie soms ook is, ik betrapte mezelf erop tegelijkertijd te genieten van de omgeving. De ontwikkelaar heeft met behulp van satelliettechnologie de landschappen vorm gegeven, en dat is er aan af te zien. Het vliegen boven de kust van Dover, het glooiende heuvellandschap van Sicilië en de besneeuwde bossen van Bastogne is fantastisch! Ook steden als Stalingrad en Berlijn zijn accuraat nagemaakt, met een ongelooflijk oog voor detail. De ligging van gebouwen is precies gemodelleerd naar historische luchtfoto’s uit de Tweede Wereldoorlog. Al deze pracht levert bovendien qua detail nauwelijks wat in wanneer je een duik neemt om tussen de kapotgeschoten straten te vliegen.

Deze mate van aandacht voor detail komt helaas niet terug in de presentatie. 1C Company had duidelijk meer geld over voor research en het overbrengen van realisme. De menu’s zijn erg pover weergegeven, waarbij continue hetzelfde klassieke muziekstuk moet worden aangehoord. Ik drukte dan ook zo snel mogelijk op de knoppen, want lang wilde ik er niet blijven hangen. Over smaak valt niet te twisten; deze eenvoud zal veel spelers tegen het been stoten, hoewel je hierdoor wél direct in de actie zit. Het gebrek aan tussenfilmpjes, briefings en dergelijke maakt de campagne wel erg onsamenhangend. Slechts een paar zinnen moeten jou voorbereiden op de bij elkaar geraapte missies, waarvan na afloop een presentator met een tergend schorre stem invulling moet geven aan de acties van de piloot. Gelukkig zijn daar dan nog de tientallen Single Missions. Qua doelstellingen spreken deze weinig tot de verbeelding; ze variëren van het neerschieten van een eskader bommenwerpers tot het uitschakelen van een tanklinie. Het houdt de game wat langer houdbaar, waar de simulatiefans alleen maar blij mee kunnen zijn. Ik zeg expres ‘simulatiefans’, want alleen zij weten de game wellicht maximaal te waarderen en zien de ware pracht van Birds of Prey.

Leuke post? Drop een hartje

Score: 0/5 volgens 0 gamers

Nog geen hartjes. First!

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Grote patch voor Battlefield 2

Het Nederlands van Professor Layton en de Doos van Pandora