We schrijven vrijdag 21 augustus, ik ben net klaar met mijn laatste echte afspraak op de gamescom. Dan maar even terug naar EA om daar nog wat leuke games te spelen. Zo, daar sta ik weer in die gang met kamertjes voor Rage, Brütal Legend, Mass Effect 2 en Command & Conquer 4. Maar hè, daar is een kamertje zonder bord erboven! Even naar binnen. “Hé Marco”, zeg ik wanneer ik om de hoek die gezellige gozer tegenkom. Oeps… Hij is in gesprek met een ontwikkelaar. Nou ja, dan ga ik er maar gewoon bij staan, aangezien het gesprek net begonnen is. Warempel, het gaat over The Saboteur, die spionagegame van de gasten achter Mercenaries. Eens luisteren wat meneer French te vertellen heeft over The Saboteur.

Terwijl de heer French zijn game begint te spelen en zijn verhaal hervat, kan ik niet anders doen dan naar het scherm kijken. The Saboteur ziet er namelijk erg intrigerend uit. Om aan te tonen hoezeer de Nazi’s het leven uit de wereld zogen, is bijna alle kleur uit de spelwereld verdwenen. Let op, ik zeg bijna. Zo zijn de ogen van hoofdpersoon Sean gewoon blauw, is de shawl van zijn vrouwelijke compagnon rood en heeft vuur gewoon de kleuren die het behoort te hebben. Het doet me dan ook erg denken aan de film Schindler’s List. Wat de film en de game ook gemeen hebben, is dat kleur uiteindelijk weer terugkomt. Nadat je in de game opdrachten vervult voor het Franse verzet, keert kleur terug op de plekken waar je die opdrachten voltooid hebt.
De opdracht die de Ierse Sean ditmaal mocht voltooien was het opblazen van een stuk treinrails inclusief de trein, maar exclusief een speciaal persoon die op de trein zat. Om dit varkentje te wassen moesten eerst wat explosieven geplaatst worden. Sean wordt eerst door zijn vrouwelijke compagnon naar een park in de buurt van de treinrails gebracht, zodat hij zonder gezien te worden de constructie kan naderen. Het betreft hier een houten brug waar rails overheen is geplaatst. Het is de bedoeling dat spelers zelf kiezen hoe ze dergelijke opdrachten aanpakken. In feite wordt dit gedaan zoals het Franse verzet dit deed: “quiet in – loud out”. De heer French heeft hier echter niet veel zin in en schiet de eerste de beste Nazi een kogel door z’n harses, wat ertoe leidt dat elke vijand in en rondom de constructie op hem af komt.

Terwijl hij rustig afrekent met de vijanden (de moeilijkheidsgraad stond op ‘Easy’), vertelt hij ons dat er gekozen is voor een erg eenvoudig coversysteem. In beginsel zou de game dat niet eens krijgen, maar één van de ontwerpers zei dat hij het kon maken en een paar weken later was er een leuk resultaat. Sean hoeft namelijk maar naar een schutplek te lopen om er dekking achter te zoeken. De makers wilden niet dat men eerst tegen een muur moest gaan lopen, dan op een knop moest drukken en vervolgens dekking zou krijgen, en ik moet zeggen dat dit een erg leuk en intuïtief alternatief is. Maar ja, back to business. French liet Sean over kratten klauteren, van en naar richels springen en trappen op en afklimmen om her en der explosieven te plaatsen.
Will to Fight
Al eerder zei ik dat kleur langzaam terugkeert in de spelwereld wanneer Sean opdrachten vervult. Dit is ietwat kort door de bocht. Het is namelijk zo dat plaatsen pas weer kleur krijgen wanneer het plaatselijke volk weer hoop heeft. Wanneer ze geen hoop hebben op plekken, is het daar donker en grijs en patrouilleren er overal Duitsers. Is er hoop, dan is er kleur en zijn er amper Duitsers te vinden. Ook zullen de Fransen dan bereid zijn Sean te helpen, mocht hij op die plekken in gevecht raken met Duitsers.
Wanneer het laatste explosief geplaatst is, zoekt Sean een voertuig op om naar het treinstation te gaan. Natuurlijk zitten de Nazi’s achter hem aan, wat betekent dat hij ze eerst moet afschudden voor hij bij dat station kan komen. Dit doet hij door uit z’n auto te stappen, een sprintje te trekken door een tuin en om de hoek een dame te grijpen, die tegen een muur te drukken en te kussen. De Duitsers rijden langs en spotten de romanticus Sean niet, zodat hij is ontsnapt. Zo’n dame kan overigens ook besluiten om Sean een mep in z’n gezicht te verkopen, maar deze vond het blijkbaar niet verschrikkelijk erg. Na dit korte ‘oponthoud’ gaat Sean verder met zijn reis naar het treinstation en direct als hij er is, laat French hem weer zijn wapen pakken om de Nazi’s onder vuur te nemen. Bij bosjes worden de Duitsers afgeslacht en al snel staat Sean op de trein, die nu ook nog begint te rijden.

Terwijl de trein naar de brug raast, moet Sean snel zijn weg vinden naar de wagon waar de speciale persoon zit. Natuurlijk is de trein vol vijandige Nazi’s, dus het nodige schietwerk is weer vereist. French meldt ons ondertussen dat een hoop wapens authentiek zijn, maar dat ook een groot deel door henzelf is verzonnen. Zo zijn er bijzonder sterke vijanden te vinden met speciale wapens. Deze wapens hebben weinig ammunitie en zijn schaars, maar zijn daarentegen erg gevaarlijk. Net nadat hij een dergelijk wapen heeft gevonden, stapt Sean in een gestationeerd machinegeweer (zo eentje waarvan het lijkt alsof hij van een oorlogsschip af komt). Hiermee schiet hij niet alleen op de Nazi’s in de trein, maar ook op de Nazi’s in de omgeving. Toevallig stonden ze nu bij een groot kasteel. Frankrijk is bekend om z’n châteaus, en in de Tweede Wereldoorlog namen de Duitsers er hun intrek. Overal om het château stonden explosieve tonnen en Duiters, die gretig door Sean onder vuur werden genomen.
Het leuke aan die explosieve tonnen is dat de schade die ermee wordt aangericht permanent is. Sloop jij in een deel van de spelwereld iets, dan blijft dat zo voor de rest van het spel. Niet lang nadat French zich uitgeleefd heeft met het gestationeerde machinegeweer, vindt hij de wetenschapper op de trein en worden we getrakteerd op een cut-scene. Sean en zijn nieuwe metgezel springen van de trein af en zien van een afstandje hoe de trein, samen met de brug, in een grote explosie opgaat. Ondertussen keert er kleur terug op de plek waar dat alles zich heeft afgespeeld en vertelt meneer French dat de demo voorbij is. Met een handdruk, een foto en een goed gevoel over The Saboteur verlaat ik het kamertje. De game ziet er grafisch interessant uit (lees: niet verschrikkelijk mooi, qua detail komt het niet eens in de buurt van een GTA IV), er zijn leuke ideeën in verwerkt en met de actie moet het wel goed komen. Kortom: The Saboteur was voor mij een leuke verrassing aan het eind van een week vol topgames.