Het is alweer een tijdje terug dat ik een recensie schreefover Alice Madness returns. Een game die de waardige opvolger zou worden van een cult-hit waar ook mijn hart sneller van ging kloppen. Het eerste deel uit deze serie was namelijk een vreemde eend in de bijt. Het was een game die het bekende sprookje van Alice in Wonderland op een grimmige en verdraaide manier vertelde. Dit was een van de eerste games die ik op mijn nieuwe pentium 3 speelde, en ik was dan ook zwaar onder de indruk. Want niet alleen het verhaal en de presentatie staan mij nog vers in het geheugen, het was vooral de manier waarop Wonderland was neergezet die mij in de greep hield. Het was een sprookje voor volwassenen die ik meerdere malen opnieuw beleefd heb. Jaren later verscheen het vervolg op het naar mijn idee al voltooid sprookje. Ook deze heb ik gelijk bij zijn release binnen gehaald en volledig uitgespeeld. Het voelde niet zozeer aan als een daadwerkelijk vervolg, maar meer als een ander deel in de franchise. Zoals iedere Zelda –afgezien van Majora’s Mask- een nieuw deel is. En dat terwijl het welgewoon doorgaat waar het in de eerste game gebleven was. Omdat deze titels als twee aparte delen aanvoelen, wil ik in dit artikel de twee spellen vergelijken, om te zien welke nu superieur is aan de andere.
Referentie: Alice = eerste deel Madness Returns = tweede deel.

Verhaal
Alice:
Het verhaal in Alice wordt simplistisch verteld viacutscenes die goed te volgen zijn. Personages krijgen een duidelijk karakter doordat de dialogen helder zijn en weten te boeien. Je leeft mee met wat er gebeurd, vooral omdat sommige situaties vrij veel impact op de speler hebben. Bepaalde momenten in deze game zijn zo memorabel dat ik ze tot op de dag van vandaag nog herinner, ze blijven je bij en geven je de drang de game opnieuw te willen spelen. Daarnaast kennen alle personages een bepaald mysterie en voelen daadwerkelijk aan als personages die je in een sprookje tegen zou kunnen komen. Ze hebben iets magisch en onwerkelijks, je krijgt dan ook het gevoel dat jij de enige in de wereld bent die nog realistisch kan denken. En daarmee hebben de makers het sprookje perfect over weten te brengen, want ook daarin was ook alleen Alice degene die nog normaal kon nadenken en verbaast was over alle gekkigheid die haar pad kruiste.
Madness Returns:
Madness Returns kent qua verhaalvertelling een gelijkenismet Alice. Dit verhaal wordt namelijk ook verteld doormiddel van cutscenes, maar helaas zijn deze wat van metaforische aard. Waardoor ze niet altijd even goed te volgen zijn, regelmatig had ik geen idee wat er nu precies bedoeld werd of wat bepaalde cutscenes met de rest van het verhaal te maken hadden. Bij Alice begreep ik wat er gebeurde en waar het verhaal over ging, bij Madness Returns was ik meer dan eens de draad kwijt. De in inkt getekende ‘karton cutsenes’ waren wel een lust voor het oog. Maar de verhaalvertelling werd erdoor wel warrig en kwam niet goed uit de verf. Alleen de scenes uit het dagelijkse leven van Alice waren voor mij eigenlijk goed te volgen. De uiteindelijke onthulling aan het eind maakte op mij dan ook niet zo’n grote indruk als bij Alice. Ook vond ik de karakters minder interessant, en zelfs de Chesire Cat had een groot deel van zijn charme verloren. Dat terwijl dezelfde stemacteur opnieuw verantwoordelijk was voor zijn rol.
Conclusie:
De winnaar in verhaal vertelling is mede door zijnsimplistische opzet, karakters en gebeurtenissen Alice. Daarnaast is er ook een dagboek van de psychiater die Alice behandelt te vinden in de handleiding van deze game. Welke absoluut de moeite is om eens door te lezen, het is namelijk een goed geschreven tekst met veel diepgang.
Presentatie
Alice:
Op dit gebied kan ik alleen kijken naar de presentatie opstijl gebied, want qua prestatie zijn deze games niet te vergelijken door hun verschil in release periode. De grafische stijl van Alice was een van de redenen waarom ik deze game speelde. Het zag er allemaal zo bizar mooi uit dat ik soms gewoon even stil bleef staan om me op te laten zuigen door wat er te zien viel. Vooral de ‘School of Doors’ en ‘Village of the damned’ zijn plaatsen die door hun sfeer geweldig in elkaar steken. Maar ook de wereld bestaande uit een groot schaakbord zal ik niet snel vergeten. Je hebt echt het gevoel je in een droom te bevinden waar van alles kan gebeuren. Vooral bepaalde ideeën als vlezige tentakels die overal uit muren steken, boeken stapels zo hoog als flats en rondvliegende deuren die hele levels opslokken dragen hieraan bij. Wel is het zo dat deze game vooral in latere werelden wat van zijn charme verliest, en dan vooral omdat de beginwerelden zo strak in elkaar zitten. Want zo zijn er een spiegelwereld, een as en lava gebied, maar ook een wereld vol mechanica die heel wat minder inspiratie kennen. En juist deze werelden duren voor je gevoel het langst, omdat je wel weer eens wat anders wil zien. Gelukkig zijn de vijanden goed bedacht en passen deze prima bij de gebieden waar je ze in terug vindt. Ze versterken de sfeer en geven aan dat er inderdaad iets mis is met het oude vertrouwde wonderland.
Madness Returns:
Deze game kent wederom een grote variatie in gebieden, diewederom bomvol inspiratie zitten. Zo begin je gelijk al in een sprookjesbos dat later wordt opengescheurd tot een ware hel. En verder zijn er een tal van fantastische werelden te vinden die allemaal een eigen thema en sfeer kennen. Het mooie aan deze werelden is dat ze stuk voor stuk een gevoel in je oproepen. Zo is er een mechanische wereld -alleen dit keer veel beter uitgewerkt dan in zijn voorganger- die je het gevoel geeft van drukte en chaos. Maar is er ook een poollandschap waarin juist eenzaamheid meester is. De werelden hebben gewoon veel impact op je, en zijn de reden waarom je doorspeelt. Je wilt zien wat de makers nog meer bedacht hebben. Dit komt dus mede door de sfeer die er heerst maar ook door het oog voor detail. Zo zitten de poppenhuizen in de desbetreffende wereld ook vol met spulletjes die je daar daadwerkelijk aantreft. Maar is ook de kaartenwereld die zich in de lucht bevindt een ware belevenis en een lust voor het oog. Wel zal de ene wereld je meer aanspreken dan de ander. Zo was de onderwaterwereld prachtig om te zien, maar was ik er wel al gauw klaar mee. Vooral omdat deze naar mijn smaak veel te lang duurde, terwijl het kaartenhuis juist wel wat meer lengte van mij had mogen hebben. Alice had wat last van gebrek aan inspiratiegebrek in zijn latere levels, Madness Returns blijft echter verrassend en kakt nergens echt in. Vooral omdat je tussendoor iedere keer terug keert naar de realistische wereld waarin Alice zelf leeft. Dit is een gore stad voor hoeren, alcoholisten en smerigheid. Het deed mij sterk denken aan de sfeer die de Fable steden ook uitstraalden, en dat is alleen maar positief. Want deze wereld diende als een welverdiende pauze tussen al het bizarre door. De vijanden in deze game vond ik zelfs beter in design en keuze dan die uit Alice. Vooral de Kaartmannen – de soldaten van de hartenkoningin- hadden nu een veel donkerder uiterlijk waardoor ze veel meer oogden als een echte bedreiging. Wel hadden ze nu -net als alle andere personages overigens- iets minder sprookjesachtig.
Conclusie:
Al had het van mij hier en daar wel wat minder gruwelijk endonker mogen zijn, de punten voor dit onderdeel gaan toch naar Madness Returns. En dan vooral omdat er zoveel sfeer en variatie in de werelden zat. Ook het terug stappen naar de realistische wereld waarmee wij in Alice nog geen kennis hadden gemaakt, voelde aan als een welkome afwisseling. Dit is een game om in een lijstje aan je muur te hangen, want een pareltje is het zeker. Al mist het wel wat van het sprookjesachtige sfeertje van zijn voorganger.


Gameplay
Alice:
Alice was eigenlijk een shooter in een ander jasje, want jezag haar immers in het perspectief van de derde persoon. Daarom bestond het grootste deel van de gameplay uit het neerslaan of schieten van tegenstanders en het omzetten van schakelaars. Zo nu en dan was er een zwemlevel en deden verschillende platformelementen zich voor. Maar over het algemeen bestond de game uit het afmaken van de vijanden om je een weg te banen naar de volgende eindbaas, om zo door te gaan naar volgende levels. Het gekke hiervan is alleen dat mij dit eigenlijk nooit echt verveelde. Door de nieuwe werelden, wapens en afwisselende stukjes gameplay, bleef deze game voor mij meer dan boeiend genoeg om verder te gaan. Speltechnisch werkte het helaas niet allemaal altijd even geweldig. Het vechtsysteem en het richten met wapens deed zijn ding, maar voelde altijd wat lomp en onverfijnd aan. Vooral wanneer je slagwapens gebruikte. Ook het platformen stak gewoon niet zo heel lekker in elkaar. Het springen ging houterig en vaak ongecontroleerd, maar ook het zwemmen, klimmen en zwaaien aan lianen ging gewoon niet altijd even lekker. Maar toch kijk je hier langsheen en leer je wennen aan de ongepolijste en scherpe randjes die deze game kent. Zoals ik al zei; Het verveeld eigenlijk nooit, maar kent op gebied van gameplay ook niet veel verrassingen.
Madness Returns:
Madness Returns heeft gelukkig meer afwisseling in gameplay enis op veel fronten verbeterd ten opzichte zijn voorganger. Zo kent deze game verschillende minigames, zoals een acade schietspel met een duikboot, het alles verpletteren met een reuze Alice (welke erg bevredigend is) en het naar beneden glijden van een enorm lange glijbaan. Dit zorgt ervoor dat Madness Returns qua gameplay meer afwisseling biedt dan zijn voorganger. Maar ook zijn er de eerder genoemde verbeteringen. Zo is het vechtsysteem vele mate beter door zijn lock-systeem en meer doelgerichte wapens die ook nog eens te verbeteren zijn. Maar ook het rondlopen en springen verloopt veel soepeler dan in zijn voorganger. Dit klinkt allemaal goed en heeft ook positieve uitwerkingen op de game. Maar toch heb ik een groot probleem met deze titel als het gaat om gameplay. Want waar Alice mij met zijn houterige gameplay nooit verveelde, verveeld Madness Returns mij juist veel sneller. Ook in deze game maak ik vijanden af en verzet ik schakelaars om bij de eindbaas te komen en naar een level te gaan. Maar op een of andere manier kent het in deze game niet zo’n grote charme. Ten eerste zitten er naar mijn smaak veel te veel gevechten in. Welke ook nog eens te lang duren. Daarnaast verwacht ik ook van een game uit deze tijd, dat die meer te bieden heeft dan een game die 10 jaar jonger is. Maar ze herhalen opnieuw hetzelfde riedeltje en stoppen er nieuwe gameplay-elementen in die ik eerder irritant dan leuk vond. Zo is het kleiner kunnen worden een niet meer dan ‘grappige’ toevoeging, maar deze wordt zo vaak gebruikt dat ik er al snel genoeg van kreeg. Ook het verstoppen van onzichtbare platformen kwam mij veel te vaak terug, waardoor ik me constant moest verkleinen om deze te kunnen zien. Verder hebben de makers er veel te veel gameplay-rekkende elementen in gestopt. Zoals al die arena-gevechten – gevechten tegen horden vijanden in afgesloten ruimten die pas weer openen wanneer het gevecht gewonnen is- die je moet voltooien. Of het verzamelen vanmeerdere voorwerpen van dezelfde soort om een deur ontgrendelen. Deze zorgen voor langere gameplay, maar niet voor leukere gameplay. Maar je zult door deze saaie momenten heen moeten om de leukere te kunnen bereiken. Want waar de werelden vol inspiratie zitten, mist deze duidelijk in de gameplay. Die te veel van hetzelfde is en uiteindelijk gewoon echt saai begint te worden. En zoals ik al zei, de vorige game had hier ook last van alleen bleef deze boeiend. Dit omdat deze momenten veel korter waren en de game veel minder rek-elementen kende.
Conclusie:
Geen van beide games heeft spectaculaire gameplay, daarstaan ze ook niet om bekend. Deze games moeten het namelijk van hun beleving hebben. Maar Madness Returns zorgde te vaak voor repetitieve gameplay, waardoor dit die beleving voor mij veel te veel in de weg zat. Dit had ik bij Alice echter niet. Alice’s had zeker minderemomenten, maar deze waren van veel kortere duur en makkelijker om doorheen te komen. Vandaar dat de punten voor dit onderdeel wederom naar Alice gaan.

Soundtrack
Alice:
Dit was een game met een geweldige soundtrack die ook zonderhet te spelen de moeite waard is om te beluisteren. Het versterkt perfect de sfeer die in de game heerst, en deed mij altijd sterk denken aan de muziek die Danny Elfman ook zo had kunnen componeren. De muziek is dan ook een zwaar pluspunt voor deze game. Veel melodieën zijn echt memorabel en zullen je lang bijblijven, vooral omdat er gebruik is gemaakt van aparte –soms valse- instrumenten. Denk hierbij aan muziekdoosjes,kerkklokken en vrouwenkoren. Het zorgt voor een droomachtige sfeer dat perfect aansluit bij de game.
Luister hier eens naar: http://www.youtube.com/watch?v=rzil5K2i_hY
Madness Returns:
Tjah, de muziek doet hier zijn ding. Helaas niet veel meer,maar ook niet veel minder. Waar ik bij Alice de muziek en zijn deuntjes echt onthouden heb, weet ik er bij Madness Returns niet eens een te noemen of mee te neuriën. Zoals ik al zei: Het doet zijn ding, niet meer en niet minder.
Dit is wat Madness Returns ons te bieden heeft: http://www.youtube.com/watch?v=DrooJAjaXU8
Conclusie:
Need i say more?
Who’s the best?:
Waar Madness Returns heel veel dingen verbeterd en gewoonecht goed doet, doet het ook te veel dingen fout. Vooral de saaie gameplay en het moeilijk te volgen – maar toch ambitieus – verhaal dragen hier echt aan bij. Want ook alis je game grafisch nog zo mooi en inspiratievol, het is de ervaring die het uiteindelijk moet doen. En deze werd voor mij verpest door de minpunten. Daarnaast is Madness Returns in zijn algemeen gewoon minder memorabel. Zijn personages zijn minder boeiend, de muziek weet niet bij te blijven maar ook de momenten in de game – hoe geweldig sommige ook zijn- grijpen mij gewoon niet zoals ze dit in Alice wel deden.
Alice was voor zijntijd vooruitstrevend. Het was donker en grauw, maar ook magisch en emotioneel. De dingen die gebeurden deden er echt toe en de wereld was overtuigend en leek meer te leven; Dit is hoe wonderland zou zijn wanneer het grauw en duister zou zijn. Qua gameplay deed het zijn ding maar was het ook niets speciaals. Alice moet je meer zien als een ervaring, een samenvoeging van momenten om nooit te vergeten. Madness Returns probeert dit ook te doen, maar faalt hier in mijn ogen toch in. Kijk ik naar het totaal plaatje, dan is Alice de game die in mijn ogen superieur is. En daarbij zet ik mijn nostalgische bril af. En dit komt niet omdat Madness Returns een vervolg is, of omdat het niet genoeg op zijn voorganger lijkt. Want dit laatste probeert het misschien juist iets te veel, en dat is misschien juist zijn valkuil. Want bij games kunnen vervolgen beter zijn dan hun voorganger, denk daarbij aan Jak and Daxter of Just Cause. Het leek wel of ze bij Madness Returns het technische aspect hebben willen verbeteren. Dus mooiere werelden en vloeiendere gameplay, dit is ze ook gelukt. Het is alleen de fun-factor die ze een beetje vergeten lijken te hebben. Het is een prachtige game om te zien, en het speelt meer dan prima. Maar het mist de ziel en zaligheid van zijn voorganger. Welke echt een unieke game vol verrassingen was. Madness Returns is absoluut geen slechte game, maar hij zou het in geen beding kunnen opnemen tegen zijn voorganger. Daarom is voor mij dan ook de grote winnaar: Alice!
