Het is jullie vast niet ontgaan dat een groep fanatieke Nintendo gamers recent via Miiverse actie voerde tegen het door Nintendo gevoerde regiobeleid. Een begrijpelijk initiatief, want hoe waardeloos is het dat je maandenlang lekker wordt gemaakt met screenshots en trailers van toffe games, om er vervolgens achter te komen dat de game niet in jouw regio verschijnt? En in tegenstelling tot de GameCube of SNES zijn Nintendo’s huidige consoles zó hermetisch dichtgetimmerd dat een Freeloader of converter ook geen uitkomst meer biedt. Die Freeloader was tien jaar geleden gelukkig nog de ideale omweg om Amerikaanse en Japanse GameCube titels op je PAL console te kunnen spelen. Als verwoed GameCube verzamelaar ben ik al een tijdje bezig om al die niet in Europa verschenen titels bij elkaar te sprokkelen en daar zitten best een aantal vergeten pareltjes tussen. Nu regiolock perikelen zo actueel zijn leek het me een leuk idee om wat memberrecensies online te gooien van games waarvan ik het nog steeds zonde vind dat ze nooit in Europa zijn verschenen.
De eerste game uit de reeks is Cubivore: Survival of the Fittest. Deze unieke mix van life sim, strategie en aktie zou oorspronkelijk al voor de Nintendo 64 verschijnen als Doubutsu Banchou (Animal Leader), maar werd door de inmiddels opgeheven ontwikkelaar Saru Brunei doorgeschoven naar de GameCube. Met wat hulp van Nintendo’s Intelligent Systems (Fire Emblem, Paper Mario) verscheen Cubivore uiteindelijk in 2002 in Japan en de Verenigde Staten (waar het uitgegeven werd door Atlus). De voor Europa geplande release in juli 2003 werd eerst ‘tot nader orde’ uitgesteld om uiteindelijk helemaal geschrapt te worden. Tien jaar na dato is de Amerikaanse versie van Cubivore een redelijk gewild verzamelobject waar je, afhankelijk van de staat, zo’n 55 tot 75 euro voor moet neertellen.

Als je Cubivore vandaag de dag opstart zul je vast even een paar keer met je ogen knipperen. Het spel was voor GameCube begrippen al niet moeders mooiste, maar de minimalistische stijl en het feit dat alles in de game opgebouwd is uit vierkanten maakt de drempel om er anno 2013 mee aan de slag te gaan best wel hoog. Daar komt nog eens bij dat je het spel begint in een lege en kleurloze (low-res) spelwereld waar je zelf gedurende de levels weer een levendige wildernis van moet zien te maken. Je begint het spel als een pasgeboren varkentje met maar één ledemaat. Het hoofd en de romp vormen samen een vierkant roze blokje en dat ene ledemaatje bungelt er maar een beetje achteraan. Door plantjes en insecten te eten krijgt het varkentje wat energie en dat is hij nodig om het op te nemen tegen vijanden. In de wereld van Cubivore geldt maar één wet: Eten of gegeten worden! Vijanden zullen dus direct handelen als ze je zien: Of ze gaan er pijlsnel vandoor, of ze vallen je genadeloos aan. In het eerste geval zul je de achtervolging moeten inzetten of ze in een hoekje moeten drijven. In het tweede geval zul je goed moeten kijken hoe sterk de vijand in kwestie is. Dit kun je onder andere zien aan het aantal ledematen dat hij bezit. Hoe meer ledematen, hoe sterker en wanneer je er in slaagt om een bepaald aantal sterkere vijanden te verslaan dan zul je evolueren. Dit maakt je sneller en sterker en uiteindelijk zul je jezelf kunnen voortplanten. Het hierop volgende gebied begin je dan met je nageslacht die al jouw vaardigheden heeft geërfd en daarnaast een extra ledemaat bezit!
De Freeloader is een door Datel op de markt gebrachte bootdisk voor de GameCube. De software op het schijfje laat je Cube denken dat hij een NTSC systeem is en wanneer je na het laden van de Freeloader een Amerikaans of Japans schijfje in je systeem doet, kun je deze probleemloos afspelen. Protip: Gebruik voor je Japanse spellen een andere memorycard dan voor je Engelstalige games. Op het moment dat je Cube namelijk Japanse data wegschrijft, wordt al je overige savedata op dezelfde card in één klap onbruikbaar!

Per diersoort zijn er een aantal evoluties mogelijk. Heb je het hoogste level voor dat soort bereikt, dan zul je als een nieuwe soort terugkeren. Hoe verder je in het spel komt, hoe belangrijker je eigen keuzes worden. Als varkentje eet je nog alles op dat je kunt vangen, maar verderop in het spel zul je steeds vaker strategische keuzes moeten maken. Je vijanden hebben namelijk een kleur en aan deze kleur kleven bepaalde eigenschappen die je automatisch ook overneemt. Als je in een bepaalde richting wilt evolueren kan het soms heel vervelend zijn wanneer je vlees van een verkeerde kleur opeet. Soms is het dus maar beter om te vluchten dan om te vechten. Gelukkig krijg je op een gegeven moment de mogelijkheid om ongewenste stukken gekleurd vlees uit te poepen, zodat je niet steeds gevechten hoeft te mijden of hoeft te vluchten. Ingame poepen, hoe cool is dat?

Toen ik een uurtje of drie in het spel zat vielen de matige graphics me eigenlijk helemaal niet meer zo op. Het verslavende en unieke karakter van het spel en de vrolijke pianodeuntjes hebben blijkbaar een soort vergevende werking. Waar je echter maar niet aan went is de slechte camera van het spel (die overduidelijk geprogrammeerd is voor gebruik met de gele N64 knopjes). Waar je in andere Cube games de camera met de C-stick rond je personage draait, kun je hier slechts een handvol vaste standpunten kiezen. Het komt heel regelmatig voor dat je een gevecht met een sterkere vijand verliest omdat je het overzicht over de situatie gewoon kwijt bent. Een fors minpunt van dit verder toch wel prima in elkaar stekende en verrassend diepgaande spel!