Counter-Strike fans wachten al lange tijd op een echt vervolg op Counter-Strike, en liefst niet een simpele remake van het origineel. Met Counter-Strike: Source krijgen de fans dit. InsideGamer speelde Counter-Strike: Source en keek of we hier werkelijk te maken hadden met een vervanger voor de ruim vijf jaar oude Half-Life mod.
In tegenstelling tot dit bericht is de bèta van Counter-Strike: Source op dit moment maar op één plaats in Nederland te spelen. Dit is bij Mad Processor in Amsterdam. Bèta versies van spellen zijn meestal wat onstabiel en zwaarder voor je PC dan gewone spellen. Gelukkig hadden ze bij Mad Processor sterke PC’s staan uitgerust met Ati Radeon 9800 Pro videokaarten en liep de bèta voor het merendeel van de tijd stabiel.
De basis-gameplay van Counter-Strike is vrijwel hetzelfde gebleven. Je zult dezelfde mappen en wapens aantreffen als in het origineel. De levels zijn hier en daar wel wat veranderd door het toevoegen van een paar extra muurtjes en dergelijke, maar dit bevordert de gameplay voldoende. De levels zijn iets groter; alle ruimtes zijn hetzelfde maar zijn wat ruimer gemaakt. Deze vergroting van de mappen is ook doorverwerkt in het lopen en het schieten. Je loopt sneller, maar dit merk je in verhouding dus niet. Je hebt ook iets minder terugslag met de meeste wapens en het is daarom iets makkelijker geworden om je vijand dood te maken door roekeloos tien kogels op hem af te vuren zonder je vinger van de muisknop af te halen. Het gaat hier echter om een bèta, dus de terugslag van de wapens zal nog wel wat verandering ondergaan. De wapens reageren verder hetzelfde, herladen hetzelfde en hebben dezelfde mogelijkheden. Iedereen die bekend is met Counter-Strike zal in korte tijd Counter-Strike: Source onder de knie hebben.
Één van de grootste toevoegingen die Source te bieden heeft is de aanwezigheid van de physics engine die we allemaal zo mooi vonden in de Half-Life 2 filmpjes. Door het hele level verspreid staan voorwerpen zoals tonnen, blikjes en flessen die je kunt verzetten of vernietigen door er tegen aan te lopen of door er op te schieten. Sommige voorwerpen, zoals een ton, hebben ook effect op de speelwijze, maar simpele dingen zoals een fles zijn puur als decoratie bedoeld. De physics engine wordt ook gebruikt voor andere dingen, zoals de manier hoe wapens en granaten vallen, maar ook hoe je zelf valt als je dood gaat. Veel grote hedendaagse titels hebben een physics engine, maar Valve heeft op het moment waarschijnlijk één van de beste.
Wat betreft de techniek bungelt Counter-Strike: Source een beetje tussen oud en nieuw in. Het eerder genoemde zwaartekrachtsysteem laat zien dat Valve met de tijd is meegegaan en goed zijn huiswerk heeft gedaan. Ook mooie texture technieken zoals bumpmapping zijn aanwezig in Counter-Strike: Source. Maar Valve heeft ervoor gekozen om niet al te veel gebruik te maken van deze techniek om zo de systeemeisen zoveel mogelijk te verlagen. De lichteffecten van het originele Half-Life waren zelfs voor die tijd vrij simpel. Valve heeft echter bewezen dat ze ook op dit gebied genoeg kennis in huis hebben. Elk voorwerp en personage heeft een schaduw die gebaseerd is op de zon en de lichten die er op dat moment schijnen. Ze veranderen ook goed mee wanneer de lichtinval verandert. Lichteffecten zijn altijd moeilijk te beschrijven en het is dan ook iets dat je eigenlijk met je eigen ogen moet hebben gezien.
Counter-Strike: Source is voor mij nu al één van de beste multiplayer spellen van dit jaar. Daarbij komt dat het spel gratis is voor iedereen die Half-Life 2 aanschaft. Door een paar beperkingen in de multiplayer heeft Valve ervoor moeten kiezen om een paar grafische hoogstandjes, die de engine ongetwijfeld kent, uit Counter-Strike: Source moeten laten. Hierdoor is het wel een stabiel spel en speelt het soepel op zowel nieuwe als wat oudere PC’s. Vanaf donderdag zullen alle eigenaren van Counter-Strike: Condition Zero een bèta versie van Counter-Strike: Source kunnen downloaden en dan zal je zelf het spel kunnen ervaren.