De afgelopen week heb ik mij aan twee dingen nogal flink geërgerd. Allereerst bleek dat Spec Ops: The Line, een game die toch alweer uit 2012 stamt, nog geen 1 miljoen keer is verkocht. Er is dus maar een relatief kleine groep gamers die genoten heeft van de briljante ervaring die het spel biedt. En dat is jammer, buitengewoon jammer. Ergerpuntje twee? Het feit dat de game dit een klein beetje over zichzelf heeft afgeroepen.
Want wanneer Spec Ops: The Line van start gaat, doet de game absoluut niets nieuws. De speler krijgt de controle over kapitein Martin Walker, die samen met twee ondergeschikten een missie moet voltooien in het door zandstormen geteisterde Dubai. Hun doel? Onderzoeken wat er precies is gebeurd met kolonel John Konrad en zijn bataljon, die geen contact meer gehad hebben met de buitenwereld na een mislukte evacuatiepoging.

Inderdaad, de opzet is niet al te bijzonder en verhaaltechnisch is het eerste deel van de game redelijk oninteressant. In Dubai blijken wat vijanden te zitten en die dienen natuurlijk uitgeschakeld te worden. Nee, saai wordt het nooit, maar het begin van het spel bevindt zich simpelweg op een terrein dat we al kennen. En dus verwacht je dat dit weer een game wordt met zo’n typisch Amerikaans sfeertje, waarin de hoofdpersoon de held wordt, iedereen blijft leven en alles goed komt. Gelukkig blijkt dat allerminst het geval.
Want na het mindere begin breekt Spec Ops: The Line breekt met alle conventies die het militaire actiegenre kent. Het 6-uur durende verhaal ontwikkelt zich tot één grote mindfuck en naar verloop van tijd heb je geen idee meer waarom je vecht, tegen wie je vecht en óf je eigenlijk wel moet vechten. De lijn tussen goed en kwaad vervaagt langzaam, karakters ontwikkelen zich in onverwachte manieren en uiteindelijk is er maar één ding duidelijk: kapitein Walker zit diep in de problemen – met zowel zijn vijanden, vrienden als zichzelf.
Alles speelt zich af in het voor een groot deel verwoeste en Dubai, wat een uitstekende locatie blijkt te zijn. Want hoewel er zich genoeg zand bevindt om van heel Nederland eens strand te maken, wordt de locatie toch vooral gekenmerkt door haar prachtige, heldere kleuren, enorme wolkenkrabbers en exotische gevoel. Bovendien komt de omgeving op een aantal interessante manieren om de hoek kijken in de gameplay.

Zo kunnen plotselinge zandstormen een gevecht flink beïnvloeden en is zonlicht enorm verblindend, wat zowel in jouw nadeel als voordeel kan werken. Voor de rest doet de game eigenlijk precies wat je van een third-personshooter mag verwachten. Het aantal wapens is degelijk, en datzelfde kan gezegd worden van de vijandelijke en vriendschappelijke AI. Helaas heeft de ontwikkelaar een aantal onhandige keuzes gemaakt bij de besturing, waardoor wat knullige situaties kunnen ontstaan. Zo kwam het meerdere keren voor dat ik een onschuldig muurtje keihard sloeg in plaats van er achter te kruipen.
Toch is de gameplay gewoon solide – en dat is gelijk het belangrijkste minpunt van de game. Want hoewel het schieten op zich prima werkt en een zekere mate van bevrediging met zich meebrengt, haalt de actie simpelweg niet de kwaliteit van de rest van game. Het is niet slecht (zeker niet!), maar in een game die op een aantal vlakken een zekere mate van vernieuwing brengt, valt de gameplay -die grotendeels terugvalt op bestaande elementen- in negatieve zin op.
De moeilijke keuzes die de game je op een aantal momenten voorschotelt, vallen juist weer in positieve zin op. Het is niet zo dat je acties verhaaltechnisch grote gevolgen hebben, maar doordat je moet beslissen over leven en dood van vaak onschuldige burgers, heeft alles gevoelsmatig een enorme lading. Dit is geen Fable of Mass Effect. De juiste, goede of eerlijke keuze bestaat niet. Alles wat je doet heeft pijnlijke consequenties – het is aan jou om te bepalen met welke keuze je het minst slecht kunt leven.

Ook op andere manieren wordt de hardheid van oorlog op een indrukwekkende manier in beeld gebracht. Heftige taferelen van mensen die geëxecuteerd worden, enorme stapels lijken en soldaten die smeken voor hun leven zijn eerder gewoonte dan uitzondering. De game deinst bovendien nergens voor terug: verwacht gerust bebloede overblijfselen van vrouwen en kinderen te zien. Spec Ops: The Line is niet altijd een fijne game om te ervaren, maar dat zou het ook zeker niet moeten zijn.
De multiplayer is voor deze review niet getest.