De hype rondom, aandacht voor en anxiety die midden jaren 90 in de lucht hingen vanwege ‘de toekomst van de game-industrie’, is twintig jaar later nauwelijks voor te stellen. 3-D gaming stond aan de vooravond om zijn intrede te doen tot het publiek. Nintendo, eerder een trendsetter dan een trendvolger in die tijd, kondigde in 1994 de Ultra 64 aan, wat twee jaar later zou resulteren in de 64-bits Nintendo 64. De nieuwe mogelijkheden van 3D Nintendo werden getoond in de launchtitels Pilotwings 64 en de game die een speciale plek in mijn hart heeft: Super Mario 64. Super Mario 64 is niet alleen een pionier (geweest) in de succesvolle transitie van 2-D naar 3-D, het is tevens de allereerste game die ik ooit heb aangeraakt. Nostalgie opzijgezet blijft Super Mario tot op heden een begrip, wat in mijn optiek grotendeels te danken is aan SM 64. Voor mij meer dan genoeg reden om de game een week geleden, ruim tien jaar later, opnieuw op te pakken. Wat blijft er over van die ooit zo magische game-ervaring?

Volgens mij kunnen zulke geintjes twee kanten opgaan. Je kunt diep teleurgesteld erachter komen dat de game voor geen goud dicht bij de ervaring komt die je vroeger beleefde toen je het spel speelde. De andere kant is dat het pareltje overeind blijft staan. Iets wat genoeg zegt, is als bij het opstarten van de game werkelijk alles een feest van herkenning is. Dat is bij SM 64 dik voor elkaar. De game begint – zeer verrassend – met een uitnodiging van Princess Peach, die Mario uitnodigt een stuk zelfgebakken taart te eten bij haar thuis. Wat vervolgens gebeurt, wil ik zeker aanduiden als één van de beste momenten van deze game. De groene warp pipe wordt in beeld gebracht en 3-D Mario springt eruit. Het is voor hedendaagse begrippen wellicht wat sof, maar beeld je in dat je op dat moment alleen Bros. 3 dan wel World gespeeld hebt. Tegen de tijd dat je met Mario de deuren van het kasteel opent, is het volle kracht vooruit. Mario heeft er ontzettend veel mogelijkheden bij gekregen. Hij kan niet langer slechts een enkele sprong maken, maar tussen muren springen, achterwaarts springen, een lange sprong maken, bukken en zelfs schuifelen. Het beste van alles: de controller van de N64 was volledig ingesteld op de perfecte speelervaring van SM 64. Het maakt het besturen van Mario eenvoudig en de verschillende springtechnieken zijn snel onder de knie te krijgen. Het enige waar Mario wat last van heeft, is dat hij de neiging kan hebben door te glijden, waardoor je op kleine platforms goed timen moet om te blijven staan. This time around is de besturing zelfs optimaler dan op de 64, sinds ik de toch al superieure Gamecube-controller gebruik om het spel op de Virtual Console te spelen. Bovendien scheelt het een flink aantal blaren op je duim na uren spelen.
Het belangrijkste element in platformgames is de gameplay, die onder geen beding mag verouderen. De gameplay is dan gelukkig ook het sterkste element van SM 64. Er is weinig spannends aan als het gaat om de gameplay van Super Mario, maar het doet het zo ontzettend goed. In SM 64 zijn vijftien levels te vinden met elk zeven sterren, plus vijftien verborgen sterren die in en rondom het kasteel te vinden. Elk level heeft een ander thema, met andere muziek en in de meeste gevallen een eindbaas die op een unieke manier verslagen dient te worden. Het biedt uren tijdverdrijf om elk level te ontdekken en rond te lopen welke geheimen elk level met zich meebrengt. Wat dat betreft, biedt SM 64 één van de meer avontuurlijkere en minder lineair opgezette ervaringen binnen Super Mario. Hoe een ster verkregen kan worden, zit verborgen in de titel. En daar kickt een onverwachte moeilijkheidsgraad in. Voor een Nederlands vijfjarig jochie welteverstaan. Ik heb destijds het spel niet uit kunnen spelen. In een tijd waar internet niet vanzelfsprekend was (2000) en Engels niet je moedertaal is, is het een echte uitdaging te achterhalen wat bedoeld wordt met ‘Blast away the wall’. Vriendjes die ook de game hadden, moesten langskomen om een andere kijk op het spel te geven, of het moest onderdeel zijn van het gesprek op het schoolplein (dat toen toch werd gedomineerd door Pokémon, flippo’s en knikkeren).
Dat is nu wel anders geworden. En daar boet de game wel wat charme in. Met inmiddels 85 van de 120 sterren op zak, is de game in mijn herinnering een stuk moeilijker. Beheersing van het Engels en wat jaren ervaring op zak maken het vrij eenvoudig te achterhalen hoe de sterren Mario’s bezit kunnen worden. Er zitten wat uitzonderingen bij, maar dat is niet geheel te danken aan het leveldesign. Daarbij komt dat de boss battles vrij simplistisch van opzet zijn en met een beetje oefening redelijk snel verslagen kunnen worden. Er zitten memorabele eindbazen bij, dat wel. Wie herinnert zich niet Whomp’s Fortress? Het bouwt op naar de belangrijkste eindbaas van het spel: Bowser. En om eerlijk te zijn, zijn zeker de eerste twee levels van Bowser eenvoudig, zowel het leveldesign als het verslaan van Bowser. De levels zijn lineair opgezet en de moeilijkheid qua tegenstanders is ook wat ver te zoeken. De gameplay blijft echter als een huis overeind en is nog altijd even verfrissend twintig jaar later.

Iets wat al zeker duizenden keren voordat ik het doe is aangestipt en zeker tot het grote minpunt gerekend mag worden van deze game, is de camera. Het feit dat je verwend bent met games als Super Mario Galaxy 2 (op platformgebied wel te verstaan) wil het er niet beter op maken. De camera staat een soort van schuin achter je, zodat je tegelijkertijd het pad ziet waar je naartoe gaat en Mario. Het is echter jammer dat de camera niet altijd in staat is het optimale camerapunt te vinden, waardoor de game onbedoeld moeilijker wordt dan hij eigenlijk is. Het is niet zelden dat je van een platform afdondert omdat je simpelweg niet kunt zien waar je naartoe gaat. In de grot van Snowman’s Land wordt dat pijnlijk duidelijk. Een kleine ruimte, veel gangen en wanden en een camera die zo van streek raakt dat je Mario meer niet ziet dan wel. Het vergt enige gewenning en oefening overweg te kunnen met de camera. De frustratie zakt dan naargelang het vorderen in het spel meer en meer weg. Het is wel de enige Super Mario die hier last van heeft. Eerdere 2-D titels hebben dit mankement niet en delen na SM 64 beschikken over een prima camera om de actie te volgen. Het zou geenszins een demotivatie kunnen vormen om het spel links te laten liggen.
Alles in het leven veroudert. SM 64 is daar geen uitzondering op. Waar titels op de SNES en de Gamecube, ieder op hun eigen manier, de tand des tijd goed doorstaan, heeft de Nintendo 64 hier meer last van. SM 64 heeft vrij veel last van glitches en de graphics laten wel wat te wensen over. De werelden zijn kleurrijk en bieden uitgebreide mogelijkheden tot exploratie, maar het ziet er wat simpel uit. Super Mario World heeft in dat opzicht beter de tijd doorstaan. Er is wel ontzettend veel aandacht uit gegaan naar kleine details. Elke wereld is doordrenkt van een eigen identiteit en de meeste levels zijn geslaagd in hun opzet en originaliteit. Noemenswaardig zijn voor mij Bob-omb Battlefield (het klinkt spannender dan het is), Shifting Sand Land en Tiny-Huge Island. Vooral de laatste twee zijn met sommige sterren vrij pittig en het leveldesign is prachtig avontuurlijk opgezet. Degene die verantwoordelijk is voor de vis die een zonnebril draagt, mag een lintje krijgen.

Wat minder geslaagd is, zijn de waterlevels. Ik ben er geen fan van. Het is allemaal vrij traag en zwemmen is vrij lastig wanneer je tevens de camera blijvend moet bijstellen om te zien waar je naartoe gaat. Om maar te zwijgen over de grote rode aal in Jolly Roger Bay. Dat beest was toen al een verschrikking en dat is het nu nog steeds. Je kunt er een hartverzakking van krijgen als ‘The eel has to come out to play’. Brrr. Het enige pluspunt dat de waterlevels hebben, is de prachtige muziek die het vergezelt (Dire Dire Docks / Jolly Roger Bay theme). De andere deuntjes steken goed in elkaar, maar zijn wel wat aan de irritante kant. Dat heeft meer te maken met het feit dat ik de game door en door ken, dan dat het slechte deuntjes zijn. Innovatief is wel dat bij een speciale handeling een apart muziekje hoort. Of Mario nu op een Koopa shell gaat staan of een puzzel oplost, je weet na een tijdje wat je voltooid hebt door de muziek die daarbij hoort. Zulke details maken de game een lust voor het oog en gehoor.
Super Mario 64 is een meesterwerk van Nintendo en een pionier als het gaat om 3-D platformgames. De game heeft na bijna twintig jaar nog weinig ingeboet als het gaat om het leveren van een fantastische platformervaring. Springen, duiken, zwemmen en rondrennen met Mario door grote levels is zelden zulk plezier geweest. De ijzersterke gameplay houdt de game sterk overeind en de besturing is nagenoeg perfect, zij het dat Mario soms de neiging heeft door te glijden. Het doet me meer dan goed dat de game nog steeds een ware glimlach op mijn gezicht kan toveren. Het is niet overal meer even perfect en de camera kan voor grote frustratie zorgen, maar dat mag geenszins de pret bederven om alles uit deze game te halen wat erin zit. De game is een must have voor eenieder die Mario een warm hart toedraagt en eenieder die fan is van onvervalste, meesterlijke platformgames.