Retro Gems – Hugo’s House of Horrors
Engels is een taal die ik overal geleerd heb, behalve op school. Cartoon Network was mijn favoriete zender, alleen was deze destijds volledig gesproken in datzelfde overzeese taaltje. Niet alleen het bekijken van Engelse tekenfilms liet mijn talenknobbel groeien, ook het spelen van spelletjes op mijn oude DOS-pc hielp hier behoorlijk bij. Hugo’s House of Horrors was dan ook dé uitgelezen game die mijn Engelse woordenschat behoorlijk op de proef stelde, en tegelijkertijd wist te verbreden.

In deze game speel je namelijk de jongen genaamd Hugo, het meest saaie gamepersonage ooit. Want kijk nou eens naar de beste man : (vroeg) grijze haartjes, lelijk turquoise shirtje en een ditto paarse broek. Inderdaad, veel generieker krijgen we ze niet hè? Naast dat hij zijn uiterlijk niet echt mee heeft, komt ook zijn liefdesleven tijdens de in-game gebeurtenis in het nauw. Want zijn vriendin zou op een avond babysitten in een groot landhuis, maar keerde hier helaas niet van terug. Hugo ruikt onraad, en gaat dezelfde nacht nog op pad om er achter te komen waar zijn liefje in hemelsnaam gebleven is.
Misschien had je het aan de titel al wel kunnen raden : Hugo is een uiterst griezelig spookspelletje! Hoewel de griezelfactor vandaag de dag na alle Slendermennekes, 5 nachten bij Fredje en Outlast niet zoveel meer voorstelt, kan ik me toch nog herinneren dat dit spel me wel wat angst wist in te boezemen. Dit kwam eigenlijk vooral door het thema van de game (spoken en gespuis, oei…), en het ‘onbekende’ dat zich uitte in ‘trail and error’ gameplay. Vooral bij de eerste speelsessie wist je niet wat je te wachten stond, en was je binnen enkele minuten vaak zo dood als het gras in mijn achtertuin.

Het unieke aan Hugo is dat het voor zijn tijd best wat bijzonders deed. Het DOS-tijdperk bestond voornamelijk uit platform spelletjes als Keen, puzzel games als Mahjong en shooters als Doom. Hugo was daarentegen een game binnen het ‘point and click’ genre. Dit moet je echter wel wat losjes interpreteren, want de game speelde je niet met een muis maar gewoon met je toetsenbord. Het navigeren met Hugo deed je dan ook via de pijltjestoetsen.
Met Hugo onder de controle van jouw vingertoppen, sloop je door het spookachtige huis waar je vriendin voor het laatst gespot was. Al snel kwam je er dan ook achter dat dit geen game was waarbij je rond moest lopen, en al rammende op de spatieknop op zoek moest gaan naar geheimen of interactieve objecten. Nope, je moest Hugo namelijk letterlijk commando’s geven in de vorm van steekwoorden. Voorbeeldje : Stond je voor een deur en wilde je naar binnen? Dan drukte je op enter en gaf het commando ; ‘HUGO OPEN DOOR’. Vervolgens maakte onze generieke held de deur voor je open, of gaf je de melding dat dit ding potdicht zat en je het van de juiste sleutel moest voorzien.

De commando’s zijn aan het begin dan ook redelijk simpel, maar kwam je verder in de game dan was denkwerk van een wat hoger niveau absoluut geen overbodige luxe. Ik had dan ook letterlijk een Engels woordenboek naast mijn computer liggen wanneer ik deze game speelde. Want meer dan eens kwam ik woorden tegen die ik gewoon niet kende, of wilde ik een commando invoeren die ik zonder de hulp van ‘the fat van Dale’ niet kon formuleren (het werd hierdoor een behoorlijk educatief spelletje kan ik je vertellen). Gaandeweg leerde ik dan ook steeds meer woorden, en maakte hierdoor steeds meer vorderingen in het spel. Van binnen lanceerde ik altijd een klein sprongetje van blijdschap, wanneer ik weer eens iets nieuws had ontdekt na uren vast gezeten te hebben. Dit waren dan ook de kleine overwinningen die mij de drang gaven om door te spelen.
De game zelf is grafisch alles wat je van een DOS-game verwacht : Felle kleuren, simplistische animaties maar toch een lekker sfeertje. Hoewel het allemaal wat primitief oogde, wist het mij (zoals ik eerder meldde) toch een beetje bang te maken. Want het voelde wel aan alsof ik een echt spookhuis aan het verkennen was, waarin je werkelijk niets kon vertrouwen. Oogjes in schilderijen die mij leken te volgen, die enge dokter met zijn slaafje op de eerste verdieping en de vergadertafel vol monsters, zorgden ervoor dat ik hetzelfde gevoel in mijn buik kreeg als bij het lezen van het boek ‘de Griezelbus’ (kennen we hem nog?). Het feit dat de game via mijn geluidskaart geen muziek produceerde, versterkte het griezelige sfeertje des te meer. Want niets is zo eng als een onverklaarbaar geluid tijdens een periode van ultieme stilte.
Hoewel ik de game echt veel gespeeld heb, is het de aftiteling die ik nooit heb mogen bereiken. Ik was simpelweg te jong om deze game überhaupt uit te kunnen spelen. Qua Engelse taal werd er te veel van mij verwacht, maar ook mijn algemene ontwikkeling was niet ver genoeg ontwikkeld om veel van de uitdagingen in de game (vooral de vragen op het einde) te begrijpen en fatsoenlijk te voltooien. Toch heb ik echt heel erg veel plezier aan deze game beleefd, juist omdat het zo moeilijk was. Zelfs wanneer ik ‘s avonds de lakentjes tot de kin had, bleef ik malen over de puzzels en obstakels in deze game. ‘Ze moesten toch op te lossen zijn?!’
Inmiddels heb ik de game opnieuw gespeeld via DOS-BOX (heerlijk programma!), ditmaal met de doelstelling om het ook daadwerkelijk uit te spelen. En vol trots kan ik dan ook zeggen : Dametjes en heertjes het is mij gelukt! Zelfs zonder het internet te raadplegen heb ik deze game in één middag uitgespeeld. Dus waar ik vroeger jaren op heb lopen zwoegen met een woordenboek aan mijn zijde, is het deze zelfde klus die ik nu binnen een paar uur heb geklaard. Nu ik zo terugkijk snap ik ook heel goed waarom mij het uitspelen vroeger nooit gelukt is, want de game is simpelweg te moeilijk. Toch is het fijn dat ik het hoofdstuk genaamd ‘Hugo’s House of Horror’ af heb kunnen sluiten, want dit werd verdorie ook wel eens tijd!
De kleine ik zou trots op mij geweest zijn. Althans, dit hoop ik…

Spoiler: Het einde is niet heel erg spectaculair, waar doen we het eigenlijk voor hè?