Crew Het duurde even, en het zal ook nog even duren, maar komende herfst is het eindelijk zo ver: de opvolger van Shogun en Medieval: Total War maakt zijn opwachting. Rome: Total War zal in veel opzichten vernieuwend zijn, met alle positieve punten uit de eerste twee games nog steeds aanwezig. Reden temeer om eens wat beter te bekijken wat we nu precies mogen verwachten.
Een duidelijk kenmerk van de eerste twee spellen was natuurlijk het vechten. Grote legers die elkaar op verschillende terreinen te lijf gingen: dat sprak veel strategie liefhebbers aan. Het mag voor zich spreken dat dit ook in Rome: Total War zal zitten, mét een grote verbetering. Die verbetering is op zich vrij logisch. Gezien het feit dat het tijdperk waarin wij tegenwoordig leven wordt gedomineerd door 3D, is het wat dat betreft niet meer dan logisch dat Rome: Total War ook volledig op 3D overgaat. Tot tienduizend eenheden volledig in 3D weergeven? Oké, dus toch een opmerkelijke verbetering! Jawel, je leest het goed: onze PC’tjes gaan over een paar maanden tienduizend mannetjes tegen elkaar laten vechten, uiteraard in een 3D wereld. En natuurlijk is die wereld ook steeds anders, afhankelijk van waar in het Romeinse rijk je vecht.
Romeinse rijk? Hoe dat zo? Rome: Total War… jaja, Rome! Je speelt overal in het Romeinse rijk, van Afrika tot Noord Frankrijk. Het verplaatsen tussen verschillende gebieden gaat gewoon nog op dezelfde wijze als in de vorige Total War’s; via de inmiddels zeer herkenbare map dus. Je kunt ook nu weer allerlei gebouwen neerplanten om je provincies te versterken en economisch sterker te maken. Dit wordt deze keer een stuk beter naar het 3D gedeelte vertaald; was het in de vorige delen nog zo dat je wel íets terug zag van wat je had gebouwd (met name je fort of kasteel), nu zul je alles terug kunnen vinden. Gevolg? In plaats van dat je, als je een stad aanvalt, vooral bezig bent het vrij lullig uitziende stadje (je zag dus alleen het kasteel en wat huisjes) te bereiken, vecht je nu in immense steden. En voor de plunderaars onder jullie: het kan allemaal kapot!
Memo aan mezelf: ik moet die immense veldslagen tegen mijn vijanden voeren, onderweg rekening houden met rebellen want er is altijd wel één klein dorpje dat dapper weerstand blijft bieden tegen de Romeinse bezetter, dan nog een stuk of wat provincies die ik controleer een beetje logisch opbouwen, en niet vergeten ondertussen wat wegen aan te leggen. Man, ik ben nu al moe! Gelukkig biedt Rome: Total War een oplossing: je kunt burgemeesters de steden laten besturen, en allerlei zaken automatisch laten regelen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het heffen van belastingen en het trainen van militairen.
Alleen is maar alleen. Hoe leuk het spel ook is, er komt een tijd dat je de Kunstmatige Intelligentie al alle hoeken van het Romeinse rijk hebt laten zien, en op zoek gaat naar meer. En dát kun je krijgen! In de vorige Total War’s was het nog niet mogelijk, maar dit keer kun je met maximaal acht personen via Internet of over netwerk spelen. Dat is natuurlijk altijd leuker dan tegen de computer, je kunt jezelf immers meten tegen bekwame strategen uit heel de wereld.
Rome: Total War is zonder twijfel een spel waar eigenlijk iedere pc-gamer met smart op hoort te wachten. Helaas is september nog wel even weg, en hoewel alles er zeer goed uitziet, kunnen we nog geen conclusies trekken. De prognose is echter dat Rome: Total War een absolute topper wordt.