“Wat nooit is betwijfeld, is nooit bewezen” zei de franse filosoof Denis Diderot al in de achttiende eeuw. Een simpele gedachte die misschien wel de kern is van elk verlichtingsidee. Absolutisme is een fabel. Wanneer iets de absolute waarheid schijnt te zijn is het dat per definitie al niet meer. Het is die gedachte die onze recente westerse samenleving voor een groot deel als fundatie heeft. In wetenschap, politiek, kunst, filosofie en alles wat inherent aan beschaving in het algemeen is, heeft deze gedachte zich voorgoed geworteld. Het absolutisme van de macht kwam ten einde na de Franse Revolutie. Nooit meer kon een politiek leider, Monarch of Dictator zeker zijn van zijn positie. Hoe hard ze ook probeerden, en er in veel gevallen jammer genoeg ook slaagden om hun volk te onderdrukken, de angst dat er door een samenloop van omstandigheden plotseling iets zou veranderen in de volgzame houding van het volk tegenover diens leider was altijd reëel. Terecht natuurlijk.
Ook een ander absolutisme kwam tot een einde; die van Religie en diens constante onderdrukking van andersdenkende en indoctrinatie van volgelingen. Eeuwenlang was er een kleine groep binnen ‘de Kerk’ die de beschikking had over heilige geschriften en dus voor velen ook de enige weg waren naar ‘Gods Wet’. Iedereen die de geschiedenis van Europa een beetje kent weet wat voor een misdaden ‘de Kerk’ vanuit die positie heeft begaan. ‘De Kerk’ stond boven alles, zelfs boven de Monarchie. Wanneer er ook maar iemand durfde te twijfelen aan iets dat Bisschoppen of Priesters vertelde als ware het ‘Gods woord’ werd die persoon, al dan niet met geweld, het zwijgen opgelegd. De drukpers maakte daar schijnbaar een einde aan. Hoewel misschien niet helemaal historisch accuraat kun je wel stellen dat de boekdrukkunst tot het succes van het Reformatie en het Protestantisme heeft geleid. Het werd voor mensen toegankelijker om nu zelf de Bijbel te lezen en veel van de waarden en normen van de Rooms Katholieke Kerk werden ingewisseld voor nieuwe normen en waarden. Een van die normen werd jammer genoeg niet gewijzigd; ‘Gods Woord en Wet’ was nog altijd absoluut, ook in het Protestantisme. Mensen als Galileo Galilei werd nog altijd bestreden door voornamelijk de Rooms Katholieken. Eerlijkheid gebied mij te zeggen dat we wel moeten oppassen om niet meteen te denken dat Religie en Wetenschap niet samen gingen. De problemen kwamen logischerwijs pas wanneer de Wetenschap dusdanig kritisch werd tegenover gevestigde Religieuze ideeën over bijvoorbeeld het centrum van ons heelal. Daarnaast was de Islam tot een lange tijd een bron van wetenschappelijke vernieuwing in het midden oosten, helaas is die houding tegenover wetenschap ook daar radicaal omgeslagen.
Er veranderde wel iets, waar Galileo nog werd bestreden werd één van de wetenschappers die deels verder ging op zijn ideeën geëerd. Isaac Newton, die geboren werd in het jaar dat Galileo stierf, werd in Groot-Brittannië benoemd tot Sir vanwege zijn bijdrage aan de wetenschap. Betekend die verandering dat de wetenschap ongestoord zijn werk kon gaan wanneer het aankwam op de fundamenten van religie ? Nee. Daar is de Evolutietheorie door Natuurlijke Selectie van Charles Darwin het bewijs van. Darwin was niet de eerste die het idee van evolutie opperde maar hij was, mede dankzij zijn kennis van al die mensen die al voor hem waren gekomen, de eerste die echt met een stevige theorie kwam. Darwin werd belachelijk gemaakt, doormiddel van fabeltjes die de religieuzen de onwetende bevolking in Europa opdrongen. Iedereen kent de spotprent waarop Darwin word afgebeeld als een aap.
Darwins theorie was wel degelijk gebrekkig en hoewel de kritiek die hij zelf te verduren kreeg bijzonder weinig inhoudelijk was, hadden zijn tegenstanders op dat vlak zeker een punt maar daarvoor grijp ik terug naar de eerste zin van dit stuk; “Wat nooit is betwijfeld, is nooit bewezen”. De twijfel en kritische blik van de ene wetenschapper naar de theorie van de ander, daar ligt de kern van de wetenschap. En het is dus ook niet eens nodig om uit te leggen dat de wetenschappers die getwijfeld hebben aan de theorie van Darwin of zelfs verbeteringen hebben aangebracht, juist bij hebben gedragen aan sterkte van de theorie. En op dit punt blijkt dat wetenschap nog altijd, en zelfs steeds meer, bestreden word door religieuze fundamentalisten. Het is wel belangrijk om te zien dat de grote religies over het algemeen vrij weinig verzet meer bieden tegenover de wetenschap trouwens, een overwinning voor rationaliteit. Het is echter ook niet te ontkennen dat de fundamentalisten binnen religies steeds sterker lijken te worden. Daarnaast is er ook een, zei het redelijk kleine, vergroting van mensen buiten het fundamentalisme die niet meer in Evolutie gelooft of in ieder geval aanhanger is van het idee dat evolutie wel degelijk erkent maar er van uit gaat dat er wel een God is die het, bij wijze van spreken, heeft gecreëerd. Ter gelegenheid van het Darwin jaar 2009 werden er in de VS verschillende onderzoeken gedaan onder de bevolking om te meten hoeveel mensen nog in de theorie ‘geloofde’. Hoewel de resultaten verschilde van een minderheid in het ene onderzoek tot een krappe meerderheid in een ander was in ieder geval waar te nemen dat er langzaam aan steeds minder mensen de theorie aanhangen.
Ten eerste wil ik opmerken dat het idee van geloven in de theorie al niet klopt. Een theorie is geen geloof, een theorie is wetenschap. Dat is het verwijt dat veel fundamentalisten richting Atheïsten werpen, men verwijt een Atheïst hypocrisie omdat hij zegt niet te geloven terwijl hij volgens de fundamentalist gelooft dat hij nergens in gelooft. Dit is onwaar. Een Atheïst, tenminste een enigszins onderbouwde Atheïst gelooft niet in een god omdat hij ook zonder die god begrijpt hoe onze aarde werkt en daarmee ook zijn leven, dat van anderen en van alles. Een volger van religie begrijpt dit niet, of niet allemaal en zoekt zijn antwoorden bij een vaag concept, dat overigens juist meer vragen oproept dan beantwoord. Een Atheïst zoekt zijn antwoorden in wetenschap. Het is belangrijk aandacht te besteden aan deze misvatting.
Ten tweede heeft de Wetenschap hier ook zelf blaam aan. Waar tot niet heel lang geleden het leek alsof de Wetenschap vrij spel had is dat nu niet vanzelf sprekend meer, een goede ontwikkeling natuurlijk want niets is absoluut. Jaren lang werd er vanuit een arrogante positie neer gekeken op kritische geluiden uit welke hoek dan ook, met dezelfde zelfvoldoening als ooit religies dat deden. Men achtte het niet nodig om theorieën zoals die van de Evolutie te blijven verdedigen, het bewijs was immers overduidelijk en je moest wel een extreme fundamentalist zijn wilde je dat ontkennen. En voor een deel kwamen die geluiden natuurlijk ook uit die fundamentalistische hoek, dat betekend trouwens nog altijd niet dat je ze moet negeren. Maar vooral is het belangrijk in te zien dat ook vele anderen, niet extreme of zelfs überhaupt gelovigen vragen stelde en deze onbeantwoord hebben zien blijven liggen. Daar ligt de basis van het afnemende vertrouwen in de wetenschap en dus ook in de Evolutietheorie. Zoals ook het populisme om dezelfde reden, en op dezelfde manier groot is geworden in de politiek heeft ook het religieus fundamentalisme kunnen groeien, het Christelijk fundamentalisme vooral in de Verenigde Staten waar de mogelijkheid hiertoe al in de basis groter is dan in Europa vanwege de overwegend conservatieve bevolking.
Het botweg ontkennen van de theorie lijkt niemand meer te pikken, en dus gooien de religieuze tegenstanders het over een andere boeg. Niet de theorie op zich word aangevallen maar ironisch genoeg vooral de ruimte voor kritiek en aanpassingen er op. Zoals ik al eerder vertelde is ‘Gods Woord’ binnen elke religie nog steeds absoluut, zeker binnen het fundamentalisme. Elke letter in de Bijbel, Koran of welk ander heilig geschrift is absoluut voor die groeperingen en er is geen ruimte voor discussie. Daar ligt voor hen het bewijs voor hun religie en bij de wetenschap juist het bewijs van ongelijk. Hiermee kom ik bij de reden dat ik dit stuk heb geschreven. In een documentaire van bekend Atheïst en religiecriticus Richard Dawkins; De wortel van het Kwaad, waarin hij op een niet al te genuanceerde wijze aan wil tonen dat religie voor een groot deel de reden van vrijwel al het kwaad en slechte op onze wereld is, voert Dawkins op een bepaald moment een discussie met een Christelijke Fundamentalist uit de Verenigde Staten. De man is een typisch voorbeeld van de huidige extreem conservatieven in de VS. Hij houd lezingen in grote zalen en spreekt als een volmaakt marketingdeskundige. In de discussie die Dawkins met hem heeft na één van die lezingen maakt hij op een bepaald moment de wetenschap het verwijt dat er geen enkele ruimte voor discussie is en even later bekritiseerd hij de wetenschap juist omdat er niets absoluut is. Dawkins laat zien dat hij geen fatsoenlijke discussie kan voeren met iemand zoals zijn tegenstander en verstard, hij raakt duidelijk extreem opgewonden en het beeld word zwart, de documentaire gaat verder nadat er word aangegeven dat de man waar hij net een discussie mee heeft gevoerd inmiddels heeft af moeten treden van zijn functie na een seksschandaal.
Ik bleef echter met een teleurgesteld gevoel achter. Hoe kon iemand als Dawkins, waar ik het inhoudelijk vaak best mee eens ben, zich zo makkelijk uit het veld laten slaan? Ik besloot dit stuk te schrijven als mijn antwoord op de conservatieve Christen uit de documantaire.
Zoals ik inmiddels al wel duidelijk heb gemaakt is het zogenaamde kritiekpunt op wetenschap in het algemeen en de Evolutietheorie in het bijzonder, dat het maar een theorie is die nog altijd niet onomstotelijk bewezen is, niet terecht en ook niet behoorlijk sterk, juist dat aspect is de kracht van wetenschap. Wanneer er morgen iemand komt met een theorie die Newtons ideeën over de aantrekkingskracht vernietigd is dat in de wetenschap, hoewel zeer onwaarschijnlijk, wel degelijk mogelijk. Natuurlijk zal er niet zomaar zonder discussie mee worden gegaan in de theorie van een enkeling maar feiten en onderbouwde argument zijn sterker dan welke tegenstand dan ook.
Waar dat dus de kracht van de wetenschap is vormt het ook het grootste argument tegen religie. Het absolutisme van ‘Gods Woord en Wet’, van welke god dan ook, is juist een reden om het niet te volgen. De vraag is alleen of dat absolutisme wel zo aanwezig als fundamentalisten ons willen doen geloven. Voor mij als niet gelovige is het simpel, nee die is er niet aangezien God niet bestaat, religie is niets meer een door mensen gesticht concept en dus niet absoluut. Het feit dat er ook in religies wel degelijk discussies zijn over opvattingen rondom bijvoorbeeld interpretatie sterkt mij daar alleen maar in. Als er wel degelijk een God zou zijn zou zijn woord ook absoluut zijn. De man uit de discussie met Dawkins voerde dat absolutisme daarom ook aan als bewijs van zijn gelijk.
En daar had Dawkins op in moeten springen en hij had moeten aandragen dat er binnen elke religie ook discussies zijn en dat ‘Gods Woord’ verre van absoluut is. Is het feit dat er die discussies zijn en dat ‘God’s Woord’ daarmee niet absoluut is een bewijs tegen religie? Voor mij wel. Het woord van een alwetende, almachtige God kan niet anders dan absoluut zijn, iets anders gaat rechtstreeks in tegen die alwetendheid en almachtigheid. Het is te vergelijken met die eeuwenoude vraag; ‘Als God Almachtig is kan hij dan een steen scheppen die hij zelf niet op kan tillen?’ De gangbare verdediging is dat wij als mensheid het antwoord op die vraag niet zouden kunnen begrijpen. Een aanname die door religieuzen worden gemaakt zonder enige onderbouwing behalve het idee dat God almachtig en alwetend is, maar wanneer je juist dat ter discussie stelt kan dat niet het antwoord zijn.
Mijn betoog is simpel en inmiddels ook vrij duidelijk; Het overal aan twijfelen zit ons als mens in het bloed, de Wetenschap is hier een logisch gevolg van. De kern van Wetenschap is vragen stellen. De kern van Religie aan de andere kant is het volgen van een bepaalde eeuwenoude vastgestelde, en dus absolute, collectie gedachte en regels . Wanneer het twijfelen en vragen ons als mens eigen is, en dus ook binnen Religie plaats vind, hoe kan je dan vol blijven houden dat ‘Gods Woord’ absoluut is? Dat kan niet. Het pretenderen ervan is puur bedrog. Twijfelen aan iets of iemand is geen teken van zwakte van welke kant dan ook maar een teken van sterkte van in ieder geval de twijfelaar en vaak ook hetgeen hij betwijfeld.
We can never be sure that the opinion we are endeavouring to stifle is a false opinion; and even if we were sure, stifling it would be an evil still.
John Stuart Mill