Dus als ik me verveel ga ik schrijven. Heb al 20 pagina’s en zou eens willen weten wat mensen er van vinden. Ik beheers de Nederlands taal niet goed en dat valt waarschijnlijk ook wel op te maken uit deze tekst. Ik schrijf best basic dus misschien is het taalgebruik te simpel. Maar het zou leuk zijn om wat meningen te horen.
Intro
Het was doodstil in het klooster. Frederik lag in zijn bed en kon niet slapen. Hij ging van bed af en ging naar buiten om een wandeling te maken. Hij liep op zijn blote voeten naar het bos van de elfenstam Marigori. Hij was goed bevriend met deze elfenstam. Hij herinnerde het zich nog goed. Het was vier jaar geleden. De elfenstam Marigori was in gevecht met de elfenstam Nemori. De elfenstam Nemori had een krachtig en geheim wapen. Ze zouden dit gebruiken als Marigori zich niet zou overgeven.
Marigori wisten niet wat ze moesten doen en wilden ze zich overgeven. Maar één van de drie wijze elfen sprak zich tot de stam. Hij zei:’We moeten een dappere jongeman vinden. Hij moet het geheime wapen van de Nemori ontmantelen.’ Waarop een elf antwoordde: ‘Maar wie zou zijn leven willen wagen op deze gevaarlijke tocht?
Niemand zou zijn leven wagen voor ons al hij er niks voor krijgt.’ De wijze:’Dan moeten we hem iets schenken als het hem lukt. Als het hem lukt, schenken wij hem de heilige kandelaar van Alori. Dit is ons kostbaarste voorwerp maar wij moeten zorgen dat Nemori ons niet verslaat. De gevolgen zullen dan afschuwelijk zijn.’
Dag 1
In de stad Cantona was er markt. Er was van alles te koop. Van kledij tot voorwerpen van metaal. Frederik stond er met zijn vader met een kraampje. Zij verkochten zwaarden, dolken, harnassen en helmen want zijn vader was namelijk een wapensmid. Het ging goed met het kraampje van Frederik en zijn vader Anthonio. Ze hadden al bijna al hun producten verkocht. Frederik was zenuwachtig voor vanmiddag. Hij is uitgekozen om met een toernooi mee te doen. Hij representeert zijn stad. Hij moet tegen mensen vechten uit de andere grote steden van het land van Soliad zoals Yioga, Dafia, Oreilo en Tamania. Er doen in totaal acht jongens mee. De leeftijdsklasse is van zestien t/m achttien jaar. Frederik was net zestien en mocht aan het kwalificatie toernooi meedoen en dat won hij. Zo kreeg hij zijn plaats in dit grote toernooi. Frederik zou graag dit toernooi willen winnen maar hij denkt niet dat het hem lukt. Als hij het toernooi wint komt hij in de elite eenheid van koning Kolierio de 2de. Als je in deze eenheid zit word je zeer gerespecteerd. Er doen veel betere en ervarende ridders mee dan hij zelf. Ze hadden alle producten verkocht. Frederik en zijn vader gingen naar huis. Toen Frederik thuis was ging hij meteen oefenen voor het toernooi. Het was nog ongeveer twee uren tot het toernooi. Hij oefende en oefende. Hij had verrouwen in zichzelf. Zijn vader had een prachtig zwaar gesmeed. Het was 141 centimeter lang. Het gevest was puur goud en het symbool van de familie was er op gesmeed; de draak van Lodery. Ook had zijn vader een prachtig wit schild gekocht. Ook hier zat het symbool van de familie op. Hij ging met zijn vader, moeder en zus naar het kasteel van Aswada waar het toernooi werd gehouden.
Alle tribunes zaten vol. Hij was niet heel erg zenuwachtig maar nu krijg hij wel een raar gevoel in zijn maag. ‘Maar wat heb ik te verliezen’ dacht hij. Hij liep naar het bord waarop te zien was tegen wie hij moest vechten. Hij moest gelijk al tegen de favoriet! Maarten Weroit was zijn tegenstander. Hij representeerde Yioga. 1.97 meter lang, snel als een haas, sluw als een vos en zo sterk als een leeuw. Ze hadden een half uur om zich gereed te maken. Zijn vader en hij gingen naar een plek waar hij zich kon omkleden. Vader zei:’Probeer zijn zwakke plek te vinden. Als je deze jongen verslaat heb je een grote kans om het toernooi te winnen. Zet hem op’. Zijn vader liep weg en maakte zijn weg naar de tribunes. Hij had veel vertrouwen maar nu…
Hij moest tegen de favoriet! Hoe moest hij ooit van deze jongen winnen. Zijn vader zei:’zoek zijn zwakke plek.’ Heeft hij überhaupt wel een zwakke plek dacht Frederik. Hij deed zijn harnas aan, deed zijn helm op en pakte zijn zwaard en schild. Hij liep naar de plek waar het gevecht plaats zal vinden. Zijn tegenstander stond er al. Hij had veel vertrouwen in zichzelf. Terwijl Frederik veel aan zijn kwaliteiten begon te twijfelen. ‘Maar wat heb ik te verliezen’ dacht hij. Ze stonden nu tegen over elkaar en een bediende van koning Aswada zei dat het gevecht nu van start was gegaan! Frederik deed een zwaai met zijn zwaard in de richting van Maarten. Maar hij ontweek hem simpel. Maarten sloeg toe. Frederik kon net zijn schild voor zich krijgen. Het was een enorme klap en er kwam nog één en weer één. Frederik was nood gedwongen om naar achteren te gaan. Hij kon niet blijven staan door die enorme klappen. Hij kwam bijna tegen de rand van het ijzeren hek aan. Hij moest nu iets doen! Maarten sloeg op het schild en Frederik liet het schild los en rende naar het midden toe. Maarten draaide zich om en rende op Frederik af. Frederik had geen schild. Hij ontweek de klap van Maarten nog maar net. Hij hoorde het zwaard langs zijn helm gaan. Hij rende snel naar het schild en pakte het op. Frederik ging nu de aanval in. Hij sloeg een paar keer best op het schild van Maarten maar het hielp niet veel. Toen dacht Frederik aan wat zijn vader gezegd had. ‘Zoek zijn zwakke plek’. Hij wist het! De zon stond hoog en hij had een wit schild. De zon weerkaatst op wit. Als ik het nu in zijn ogen kan richten en verblinden heb ik een kans. Hij liep naar achter en Maarten rende op hem af. Hij hield het schild zo dat de zon tegen het schild kaatste en het licht kwam in de ogen van Maarten. Hij was verblind en Frederik zag zijn kans. Hij zwaaide met zijn zwaard naar Maarten toe maar Maarten ontweek hem gewoon. Hij probeerde het nog eens en Maarten blokte de zwaai met zijn schild. Maarten fluisterde:’Dacht je echt dat ik zo slecht was? Mij verblinden helpt niet. Als ik niet kan zien hoor ik je wel aankomen’. Maarten sloeg nog een paar keer flink op het schild en het schild was bijna helemaal stuk geslagen. Frederik moest iets doen maar wat? Zijn plan om hem te verblinden en dan toe te slaan was mislukt. Hij verdedigde en verdedigde en toen brak het schild in twee stukken. Nu had Frederik alleen nog maar zijn zwaard. Hij probeerde de slagen van Maarten te blokkeren met zijn zwaard. Dat lukte de eerste paar keren maar hij was doodmoe van het gevecht. Maarten was helemaal niet moe. Hij sloeg nog een paar keer en toen brak het zwaard ook nog doormidden. Nu had hij alleen nog maar zijn dolk, die hij in laarzen had. Hij pakte de dolk maar wist wat hij moest doen. Hoe kon hij met een dolk één van de beste jongste ridders van Italië verslaan? Toen zag hij een stuk huid tussen de helm en het harnas. Het was net genoeg om daar de dolk tussen te krijgen en hem zo verwonden dat hij niet meer verder kan. Hij rende naar Maarten toe en sprong naar hem toe en haalde de dolk langs het stukje huid. Het lukte en Maarten viel neer op de grond. Frederik had Maarten Weroit verslagen! Er kwamen snel mensen om Maarten af te voeren en te zien hoe het met hem gaat. Hij zat nu bij de laatste vier. Ze kregen een dag rust en moesten de volgende dag weer strijden. Hij was erg zelf verzekerd nu. Alleen hij vond het erg jammer dat het mooie witte schild kapot was. Maar het ergste vond hij dat het zwaard kapot was wat zijn vader gesmeed had. Het prachtige zwaard met het symbool van de familie.