Enkele jaren geleden riep Dokter Caspari, toen nog onder een andere naam, de rubriek ‘Bekritizeer’ in het leven. Deze gebruikte hij om een van de beste games ooit, Legend of Zelda: Breath of the Wild, toch even van de benodigde (of niet) kritiek te voorzien. Onder het mom ‘beter goed gejat, dan slecht bedacht’ leen ik zijn rubriek even om hetzelfde te doen voor de PlayStation 5 remake van Demon’s Souls. Deze game scoort op Metacritic een 92 en dat is toch wel een beetje aan de hoge kant als je het mij vraagt.
Laat ik maar even vooropstellen dat ik de remake van Demon’s Souls ontzettend vet vind. Om de game uit te spelen ben ik zo’n 35 uur bezig geweest en ik heb er echt van genoten. Bluepoint Games heeft met Demon’s Souls een topje van de ijsberg gegeven van waartoe de PlayStation 5 in staat is op audiovisueel vlak. Tijdens de game bezoek je onder andere een grijze, grauwe, regenachtige kustlijn, donkere mijnen en prachtige kastelen en torens. Het ziet er van het begin tot het eind op en top uit en ook de stilte op bepaalde momenten en de epische muziek op andere momenten versterken dat alleen maar.
Qua gameplay is het zoals je gewend bent van games die (oorspronkelijk) door From Software zijn gemaakt: je wordt in het diepe gegooid en je kan zelf bepalen hoe je het spel speelt. Je bouwt je personage steeds verder op en daarbij kies je of je vooral voor het fysieke gaat en vooral met zwaard en schild je vijanden te lijf gaat, of dat je wat meer de kant van de magie op gaat. Je gaat op ontdekkingstocht en zult vaak tegen op dat moment onneembare hindernissen aanlopen, die je kan overbruggen als je later wat sterker bent. Dat is het in een notendop en over het algemeen functioneert dat allemaal alleraardigst, maar toch…
Remake
Demon’s Souls is een remake en dat kan je duidelijk zien. De oorspronkelijke game werd gemaakt door From Software. Deze ontwikkelaar bracht Demon’s Souls al in 2010 uit en hoewel Bluepoint naast de grafische update wat subtiele veranderingen heeft doorgevoerd, is het toch op vele vlakken duidelijk dat we hier met een remake te maken hebben. Nieuwere games zoals Bloodborne, Dark Souls 3 en Sekiro zijn op vele vlakken geëvolueerd ten opzichte van Demon’s Souls.
Shortcuts
In tegenstelling tot bijvoorbeeld Dark Souls 3 is er in Demon’s Souls geen sprake van een (semi) open wereld. Er zijn vijf werelden die je afzonderlijk van elkaar kan uitspelen en die werelden zijn weer opgedeeld in een aantal levels. De eerste wereld begon gelijk goed. Mijn ervaring met Souls-games wist me te vertellen dat je bijna altijd wel ergens deuren kon openen om ervoor te zorgen dat je op een later moment stukken van de route kon afsnijden. Dat was bij Demon’s Soul ook vrij snel: je loopt aan de voet van een gigantisch kasteel, je loopt er een beetje om heen, je gaat een paar keer wat trappen op naar boven en uiteindelijk kom je ergens waar je het bekend voor komt. Als je naar beneden gaat en een deurtje opent, ben je weer bij het begin: nice.
Daar houd ik van, want Souls games vragen soms het uiterste van je en zijn vaak genadeloos. Af en toe is het je adem inhouden tot je eindelijk weer bij een checkpoint bent, waar je rustig kan opslaan en je zuurverdiende zielen kan spenderen om je personage te upgraden of om spullen te kopen. Daarom is het altijd fijn om die eerder bezochte checkpoint via een deurtje of een brug of iets dergelijk opnieuw te bereiken. Soms ben je namelijk een minuut of twintig bezig met het verkennen van een gebied en dan is het niet fijn dat je weer he-le-maal dezelfde route hoeft af te leggen als je per ongeluk in het zwaard van een vijand loopt, zeker niet als die vijand een baas betreft.
Zoals ik al zei, begon Demon’s Souls daarin goed, want de eerste boss lag super dichtbij de eerste checkpoint, al moest je er voor de eerste confrontatie wel een lange omweg voor afleggen. De tweede keer was je er binnen een minuut. Helaas was dat niet bij alle levels het geval en moest je soms minuten lang lopen om terug bij een eindbaas te komen. Er waren in veel gevallen wel soort van afsnijdroutes, maar in sommige gevallen moest je echt door de zure appel heen bijten en een lang stuk opnieuw doorkruisen. Mede dat heeft ervoor gezorgd dat ik maandenlang over het spel heb gedaan: het voelde echt als werken af en toe.
Simpele eindbazen
Gelukkig waren de eindbazen in veel van die gevallen niet erg moeilijk. Dat is in het geval van Demon’s Souls een zegen, vanwege het gebrek aan shortcuts, maar eigenlijk is het wel jammer. Andere Souls games stonden namelijk bekend om de enorm moeilijke eindbaasgevechten. Dat waren vaak gevechten waarin je jezelf soms eindeloos moest trainen om alle aanvallen en bewegingen van een baas te leren kennen. Drie uur lang voor een baas was geen uitzondering. In Demon’s Souls was dat veel en veel minder. Slechts een boss fight heeft me meer dan tien pogingen gekost en die heb ik zelfs bewaard voor erg laat in de game, maar er was zelfs een aantal eindbazen dat ik in slechts een enkele poging wist te halen.
Onhandigheidjes
Daarnaast merkte je ook in de gebruiksvriendelijkheid dat Demon’s Souls van origine een oudere game is. Je kan een beperkt aantal spullen meenemen tijdens je reis en als je te zware harnassen aantrekt, dan ben je geen partij voor je vijanden. Beiden zijn natuurlijk logisch en passen goed bij het spel, maar wat betreft de mee te nemen spullen was het wel vaak een gedoe. Er was gelukkig een man die spullen voor je kon bewaken, maar je kwam steeds al vrij snel op een punt dat je geen extra items meer mee kon dragen. Hierdoor spendeer je best veel tijd om steeds dingen achter te laten en uit te zoeken wat wel/niet meegenomen moet worden. Een beetje zonde van de tijd als je het mij vraagt. Wat tevens jammer is, is dat je je overbodige spullen niet kon verkopen voor zielen.
Slotwoord
Als een game een gemiddelde van 92 punten op Metacritic scoort, dan verwacht ik dat ie nagenoeg perfect is. Er zullen ongetwijfeld wat kleinigheidjes inzitten, maar geen factoren die storend zijn. Helaas trof ik die in de remake van Demon’s Souls wel aan, waardoor ik de game soms links liet liggen en waardoor de game een kandidaat werd voor deze rubriek. Soulsgames vind ik geweldig en ook Demon’s Souls is het geld absoluut waard, maar weet wel dat de recentere games van From Software simpelweg beter zijn.
Haha dit vind ik tof, het is echt lang geleden dat ik BotW bekritizeerde, dus dat je dit nog onthouden hebt en zelfs de rubriek nieuw leven inblaast kan ik enorm waarderen.
Ik moet zeggen dat je tekst lekker wegleest, heb je verhaal met plezier doorgenomen! Dit is één van de Souls-games die ik nog niet gespeeld heb (speel nu Bloodborn, en ik heb echt een haat/liefde verhouding met deze games. Betreed soms met zenuwen in pens en xp in mijn zak een nieuw gebied). Maar klinkt als een makkie in verhouding mét (had ook een minpunt kunnen zijn 😉 De minpunten die je aanhaalt klinken goed doordacht en realistisch.
Maarrrr…. als ik heel eerlijk ben voelt de tekst nog wel wat te veel aan als een review. Bekritizeer zie ik zelf als een rubriek waarbij je eigenlijk alleen de negatieve zaken rond een geliefde game bekijkt (de lof heeft het inmiddels van alle kanten al gehad, dus nu is het tijd voor een kritische noot zonder roze bril). Dus echt een tekst die zich richt op de mindere aspecten van een game, althans, zo heb ik het wel proberen te benaderen. Jij benadert nu ook veel positieve zaken, en daardoor voelt het wat meer aan als een recensie met ‘the good, the bad and the ugly’, terwijl ‘the bad and the ugly’ in mijn ogen de voornaamste bespreekpunten horen te zijn.
Desalniettemin een goede tekst en nogmaals super tof, ik was verrast toen ik de titel van je rubriek onder ogen kreeg 😉 Mocht je nog een game kennen die over het algemeen erg geliefd is, maar waar jij echt wel wat kritische zaken over te melden hebt. Dan zie ik heel graag wéér een bekritizeer van jouw kant!
p.s. je hebt mij in ieder geval geïnspireerd om wellicht ook een nieuwe editie te schrijven 😉
Thanks voor de complimenten.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik jouw stuk over BotW er niet nogmaals bij heb gehaald voordat ik dit artikel schreef. Ik meende me te herinneren dat jij ook wel even aanhaalde dat de game goed was etc. (weet ik dus niet zeker meer).
Desalniettemin, vind ik dat je wel gelijk hebt dat dit er uiteindelijk toch wel als een review uit is gerold (en ik wilde juist GEEN review schrijven), maar ik wilde wel benadrukken dat ik de game ondanks de kritiekpunten tof vond. Anyway, die zal ik voor de volgende keer onthouden.
Met ‘zenuwen in de pens’ een nieuw gebied betreden klinkt wel zoals het is. Zo speel ik deze games ook.
Ik wilde er destijds eentje over Super Smash Bros. Ultimate schrijven, maar dat is er nooit van gekomen en ik heb de game ook al zo lang niet meer gespeeld, dat ik het eigenlijk niet meer weet. Mocht ik nog eens een game voorbij zien komen, dan probeer ik er een artikel over te schrijven.
Ik had volgens mij inderdaad een napraat stukje met daarin een stukje tekst die mijn daadwerkelijke mening rond de game weergaf. Dit om eventuele verkeerde aannames de kop in te drukken. Want dat is het = je vindt een game erg tof, dus het doet je haast ‘zeer’ om er negatieve zaken rond te bespreken. Dat was althans mijn opzet 😉
Wil er ooit nog eentje schrijven over The Witcher 3 😛 Dat wordt een pittige 😉
Je moet trouwens inderdaad een game kiezen waarbij je ook echt het gevoel hebt een dergelijk artikel te kunnen schrijven. Anders ga je zoeken naar dingetjes, en dat maakt niet bepaald een sterk artikel vind ik. Je hart zit dan niet in de minpunten, en dat moet eigenlijk wel.
Klopt. Ik onthoud punten wel tijdens t spelen, maar na een aantal maanden vergeet ik die weer.
The Witcher heb ik nooit gespeeld. Ik hoor vaak dingen over lange, ingewikkelde menu’s en dan haak ik meestal al af.
Bloodborne is zoooooooooo goed. Het is tot nog toe nog steeds het enige Soulsborne spel dat ik uitgespeeld heb. Ik had het ooit gekocht om te kijken hoe slecht ik erin was. Het heeft een paar jaar geduurd voordat ik eraan gewend was, maar in 2019 ging ik ervoor. Mijn karakter was waarschijnlijk regelmatig ver overleveled vergeleken met goede spelers, maar ik heb me er doorheen geworsteld en ik vond het geweldig. Daarna heb ik het nog twee keer uitgespeeld en het is nog steeds mijn go-to game voor als ik niet weet wat ik wil spelen. Even een nieuw karakter starten en wat door Yharnam struinen.
Vorig jaar heb ik voor de grap een eerste stukje van een BL4 run geprobeerd. Dan kies je de zwakste class en daar moet je het spel mee uit zien te spelen zonder het te levelen. Wapens levelen en andere kleding aantrekken mag wel. Het spel uitspelen zou me nooit lukken, maar ik was zelf wel trots dat ik Father Gascoigne had neergekregen. Cleric Beast ging in één poging neer. Gascoigne in twee. Verder heb ik ook niet gespeeld. Vicar Amelia zie ik me niet lukken.
Ik zit te denken om Bloodborne ook nog eens opnieuw op te starten. Toen ik het kocht kende ik From Software (Soulsgames) helemaal niet en ik was verrast door de moeilijkheid, maar na lang proberen en idd wss overpowered te zijn heb ik m uitgespeeld.
Ik las laatst ergens dat er mss een remake komt. Dus mss wacht ik daar op.
Leuk stuk om te lezen!! Dit zou ik wel meer willen zien, games die als legendarisch worden beschouwen eens ff lekker bekritiseren. Zoals de Witcher 3,red dead 2, the last of us. Van die games die overal 10en krijgen maar eigelijk genoeg mis mee is.
Demon souls ik moet hem zelf nog spelen want ik ben een van de ongelukkige zonder ps5, maar dit gaat zeker de eerste zijn die ik ga kopen.
Ik heb wel altijd een haat/liefde relatie met dit soort spellen. Want ik ben er heel slecht in maar vind het wel leuk. En wat je zei over demon souls bazen klinkt mij als muziek in mijn oren (dat ze erg makkelijk zijn) ik vind het namelijk niet erg als ik 20 keer dood ga tijdens het verkennen van een gebied, maar als ik dan 3 keer dood ga door een baas word ik pissig haha.
Daarom vind ik Coop in die games ook geweldig want hulp voor een baas is meestal zo gevonden.
Het gevoel die die games geven is wel geweldig.
Het paranoia gevoel als je veel souls hebt kom je bijna nooit in andere games tegen.
Thanks voor het lezen en je reactie. Ik heb geen PS-plus meer dus ik heb eigenlijk nog nooit iets in co-op gedaan bij de Souls-games. Misschien dat ik dat straks met Elden Ring een keer ga proberen.
Het verkennen en het verbeteren van je personage door terug te gaan naar eerdere gebieden en vijanden in de pan te hakken vind ik ook wel het leukste hoor, maar de boss fights zoals bij Bloodborne en DS3 vond ik ook super vet. Vooral wanneer je ze uiteindelijk toch weet te halen. Hier waren ze gemakkelijker, waardoor die ontlading veel minder groot was. Daarom is dat misschien wel een minpunt, maar als de bazen zo moeilijk waren geweest als bijvoorbeeld Pontiff van DS3, dan had ik de game misschien niet uitgespeeld, omdat de weg ernaar toe vaak te lang was om steeds weer opnieuw te doen.
En idd het paranoiagevoel herken ik erg goed. Je hebt dan genoeg souls om drie levels omhoog te gaan, je gaat dood en je wil terug om ze te redden. Dan ga je al teveel nadenken en dan ben je al bang dat het ergens knullig misgaat. En guess What? je flikkert van een rand af als je een vijand lockt, of je vergeet een simpele vijand eventjes en die blijkt super dodelijk te zijn als ie eenmaal in zijn ‘combo’ zit.
Tsjah, ik denk dat Demon’s Souls binnen een paar uurtjes uit te spelen is als je eenmaal het level hebt dat ik op het eind had, maarja dat is eenmaal het spel.
Je bent bekend met de ‘send to storage’ optie als je een item in je inventory aanklikt?
Verder leuk geschreven en best herkenbaar! 🙂
Ja ik ben ermee bekend hoor, maar ik had vaak genoeg dat ik weinig grass en spices had en dan onbewust al wel veel shards etc. had verzameld en dat ik dan op t moment dst grass en zo gefarmed konden worden, ik erachter kwam dat er geen ruimte was. Beetje vervelend en veel werk.
Als ik me goed ingelezen heb, zat die optie er niet in de originele game in, dus wat dat betreft wel een kleine verbetering.
Lekker stukje weer Luigi. Wederom een game wat niet helemaal in mijn straatje ligt. Al vond ik Bloodborne wel heel vet. Maar ik heb er het geduld niet voor, of de wilskracht. Je stuk is overigens nog best positief! Maar een beetje kritiek is altijd gezond. Ik zit er wel aan te denken om Elden Ring en goede kans te geven zodra die uitkomt. Hopelijk wordt het niet te moeilijk hehe.
Ja het spelen van Souls-games vereist wel wat geduld inderdaad. Zelf ben ik ook een trage gamer (ik doe alles op het dooie akkertje), dus ik ben altijd nog wel een 10-20% langer met een game bezig dan gemiddeld (ik kijk vaak op howlongtobeat).
Ik heb erg veel zin in Elden Ring, maar ik denk dat ik toch eerst Horizon ga spelen (en tot die tijd nog wat andere simpelere games, dan weer een From Software game).
Toevallig afgelopen weekend twee bazen verslagen. Niet dat ik er ver mee ben, want het waren baas twee en drie, maar ik heb wel weer een beetje vooruitgang geboekt. Ik heb ook nooit zo’n haast met dit soort spellen. Ik weet dat ik er belachelijk slecht in ben, maar ik moet en zal het toch proberen. Grafisch ziet het er echt geweldig uit, en dan zit ik nog maar te spelen op een ‘ouderwetse’ hd tv. Geen idee of ik het ooit uit ga spelen, maar ik blijf proberen.
Nou in het begin ging het bij mij stroef en moeizaam, maar ik heb de laatste weken even doorgebeten en toen ben ik er toch wel erg vlot doorheen gevlogen. De eerste drie/vier eindbazen hebben me denk ik even veel tijd gekost, als de rest van de game.
Ik heb in het begin wel veel verkend en ik ben vaak ‘toch maar weer even naar een andere wereld’ gegaan. Op het laatst ben ik gewoon met een plaat voor m’n kop doorgegaan.
Ik sta op het punt om te starten met deze game dus bedankt voor deze post! 😀
Dan ben ik toch blij dat ik de rubriek niet te negatief heb benaderd en je ontmoedigd heb. 😉