Dat komt met name omdat Kakarot érg lijkt op voorgaande driedimensionale Dragon Ball-games, waarvan we er al tallozen hebben gespeeld. Xenoverse 2 was een zeer aardige titel, maar ook slechts een evolutie van alle voorgaande vechtgames die niet boven de middelmaat uitstegen. Het vechtgedeelte van Kakarot lijkt weinig te innoveren en ook het openwereld-aspect van de game stelt wat teleur.
De Dragon Ball-wereld aan je voeten
Kakarot is in ieder geval wel goed in het authentiek weergeven van de anime, waarvan het verhaal al meerdere keren is vertaald naar games. Tijdens Gamescom werd aangekondigd dat de game in ieder geval tot en met de Cell Games Saga loopt, en wellicht zelfs verder. Aan fanservice is hier dan ook geen gebrek, want hoewel het verhaal ons onderhand de neus uitkomt, is het moeilijk om niet te genieten van de prachtige cartooneske stijl. Tussenfilmpjes zijn spectaculair en stomen spelers klaar om vol adrenaline aan het volgende gevecht te beginnen. Ook de gezichtsuitdrukkingen, animaties en remixen van de soundtrack ademen Dragon Ball Z op de best mogelijke manier.
Het is daarnaast een fijne gedachte dat we vrij kunnen rondvliegen, wandelen en zelfs rijden – nadat Goku en Piccolo hun rijbewijs hebben gehaald in het verhaal – door verschillende open Dragon Ball-gebieden. Een bezoekje brengen aan Capsule Corp., King Kai’s planeet onveilig maken en trainen op Master Roshi’s eiland behoren allemaal tot de mogelijkheden. Tijdens de speelbare demo voelde de wereld echter verre van levendig en zelfs een beetje saai aan. Er zijn allerlei spraakwolkjes die aangeven dat je met personages kunt praten en ook zijmissies met ‘originele verhalen’ en nieuwe en bekende figuren.
Zijmissies lijken echter weinig bijzonders te bieden, zo blijkt uit onze ontmoeting met een marktkoopman die van zijn speciale stenen af wil. Binnen vijf minuten vliegen we tweemaal over de map, ruilen we wat objecten en ontvangen we XP en een lekker hapje als beloning. Hopelijk is dit niet de standaard voor zijactiviteiten in de wereld, want het gebrek aan verhaal en ingesproken stemmen maakt de boel weinig indrukwekkend. We geven dan ook liever vijanden ervan langs of gaan liever vissen, waarbij je een staart ombindt en je piranha-achtige wezens op hilarische wijze uit het water trapt. Hopelijk zijn er meer van dit soort maffe dingen te doen in de spelwereld.
Driedimensionale chaos
Deze spelwereld dient ook om spelers de gelegenheid te geven om te trainen en de volgende buitenaardse bedreiging aan te kunnen, net zoals in de anime. Ieder speelbaar personage – Goku, Vegeta, Piccolo, Gohan en Trunks – heeft eigen statistieken. Denk aan attack, defense en critical hit rate en een aantal bonussen op basis van voedsel dat je vindt in de wereld en dan bij Chi-Chi alles in één keer opeet. Ieder personage heeft verder zo z’n sterke en zwakke punten, bijvoorbeeld betere defense in het geval van Piccolo en meer snelheid met Gohan.
Trainen in de context van Dragon Ball klinkt zeer logisch, maar in de praktijk verandert het bijster weinig aan de ervaring van gevechten zelf. Kakarot voelt hetzelfde aan als voorgaande driedimensionale vechtgames, maar dan met schadecijfers en wat extra statistieken. Je wisselt stoten en trappen, Ki-aanvallen en speciale moves met elkaar af door op de knoppen te rammen en zo nu en dan je Ki op te laden. Het ontwijken van energiestralen en blokkeren terwijl de camera op de tegenstander staat gericht is ook amper veranderd, al is er wel een nieuwe support-mechaniek waarbij Goku’s vrienden even een handje helpen.
Het probleem hierbij is dat het driedimensionale vechtsysteem nooit goed heeft gewerkt en dat de game pijnpunten als cameraproblemen en repetitie nog steeds niet heeft verholpen. Natuurlijk, combat in Kakarot is lekker rap en wederom zeer spectaculair – zeker wanneer je een tussenfilmpje activeert – en als actie-rpg is er geen noodzaak om personages te balanceren. Maar zelfs eindbazen als Cell en Raditz met hun vaste aanvalspatronen brengen geen tactiek in de game, waardoor Kakarot blijft hangen in het hersenloze rammen van het gros van de Dragon Ball-games.
Nog niet overtuigd
We hebben nog lang niet alles van gezien van Dragon Ball Z: Kakarot, dus wellicht biedt het nog een aantal boeiende rpg-elementen die van de game een unieke ervaring maken. Vooralsnog staan we namelijk nog niet echt te springen om in de game te duiken, terwijl dat op papier wel zo zou moeten zijn.
Dragon Ball Z: Kakarot verschijnt volgend jaar voor PlayStation 4, Xbox One en pc.