Spoiler-waarschuwing:Deze review bevat hele, hele kleine spoilers voor Gears of War 4. We beloven niks te zeggen over belangrijke plotwendingen, maar als je niet weet wie JD Fenix is of wie de Swarm zijn, is dit je waarschuwing.
Jack is back
Gears-fans hielden hun hart vast toen aangekondigd werd dat het vorige deel niet door Epic Games, maar door relatieve nieuwkomer The Coalition ontwikkeld zou worden. In een poging de oude garde niet af te schrikken besloot de ontwikkelaar echter om slechts minieme wijzigingen aan te brengen aan de Gears-formule. Een mix van nieuwe en bekende personages en een nieuwe richting voor het verhaal zorgden er voor dat Gears of War 4 een zeer vermakelijke voortzetting van de reeks was, zij het geen vernieuwend deel.
Dat is gelukkig in Gears 5 wel anders. The Coalition heeft duidelijk kunnen wennen aan de Gears-formule en is aan de slag gegaan met het verfijnen hiervan. Een groot deel van de vernieuwing is te danken aan de terugkeer van robotisch Zwitsers zakmes en publiekslieveling Jack. Waar Jack in vorige delen grotendeels een veredelde blikopener was, kan hij nu actief deelnemen aan gevechten. De robot beschikt namelijk over verschillende vaardigheden die je opdoet door onderdelen te verzamelen in de wereld. Deze nieuwe vaardigheden kunnen middels een skill tree ook verbeterd en uitgebreid worden. Zo kan Jack de nabije omgeving scannen om verborgen vijanden te onthullen of een schild genereren om de speler te beschermen als je onder zwaar vuur ligt.
Deze vaardigheden zorgen er niet voor dat je jezelf nooit meer achter een afgebrokkelde pilaar hoeft te verschuilen, maar creëren wel nieuwe tactische mogelijkheden die we in eerdere delen niet zagen. Gevechten voelen dynamischer omdat de eindeloze cyclus van dekking zoeken, schieten en herladen vaak doorbroken kan worden met het activeren van een vaardigheid. Begrijp ons niet verkeerd: Gears 5 is nog steeds een rasechte cover shooter, maar wel een die dankzij Jack de speler een eigen stijl laat ontwikkelen. Als we daarbij optellen dat Jack op commando losliggende wapens komt brengen en klinkt als het neefje van R2-D2, snap je waarom we smoorverliefd zijn geworden op ons mechanische maatje.
Meer diepgang dan een Locust-nest
De grote boze vijand is ditmaal wederom de Swarm, een stelletje gemuteerde Locust die zo’n 20 jaar na het einde van de Locust-oorlog tevoorschijn zijn gekomen. Gears legt graag uit waarom de Swarm niet hetzelfde als de Locust zijn, maar in de praktijk is dit grotendeels ‘hetzelfde verschil’. Ook hoofdpersonages JD Fenix, Kait en Del maken net als in het vorige deel weer hun opwachting. Tot zo ver weinig nieuws onder de zon, toch? Dit verandert echter na de eerste twee uur spelen: langzaamaan merken we dat er tussen het geschreeuw en de flauwe oneliners gesprekken plaatsvinden waarin de personages meer menselijkheid tonen dan in voorgaande delen.
Met name het verhaal rondom hoofdpersonage Kait is sterk geschreven, waarbij goed gebruikgemaakt wordt van de aanwezig lore, de gebeurtenissen uit Gears of War 4 en de twijfels die oorlog voeren met zich meebrengt. Enige minpunt hierbij is dat deze centrale verhaallijn gevoelsmatig eerder is afgerond dan de game zelf, waardoor het laatste stuk van de game op dit gebied wat leeg aanvoelt. Bijzonder is ook dat Gears 5 meer dan ooit het verschil tussen goed en kwaad loslaat. Spelers van eerdere delen weten al dat de Locust niet altijd puur kwaadaardige wezens waren, maar in dit deel blijkt ook dat de good guys niet altijd even good zijn geweest. De hoofdpersonages hebben hier zelf ook een aandeel in, waardoor de speler zichzelf af en toe ook afvraagt aan welke kant hij of zij staat.
Toch vind je niet alle hoogtepunten terug in een tussenfilmpje. Veel van de menselijke context vinden komt namelijk tijdens het ontdekken van de wereld naar voren. Gears 5 laat spelers namelijk voor het eerst een open wereld verkennen. De gesprekken die plaatsvinden onder het reizen blinken uit in het relativeren van het reeds vertelde verhaal, het stellen van lastige vragen en het vormen van een band tussen personages. Deze ervaring wordt tot grotere hoogten getild door de manier van reizen. De personages bewegen zich voort op een ’skiff’: een soort van snowboard-slee-parachutehybride met een kanon en een bagagevak voor je wapens. Gears 5 kent een paar van zijn sterkste momenten terwijl je op zo’n skiff van missie naar zijmissie door een schitterende open wereld zeilt. Dat deze niet bijzonder rijkelijk gevuld is vinden we een beetje jammer, maar de ervaring an sich maakt een hoop goed.
Pure klasse(n)
Wél rijkelijk gevuld zijn de multiplayermodi. Arcade, Horde Mode en Versus maken allemaal wederom hun opwachting en voelen allemaal vertrouwd. Terugkerende Gears-spelers kunnen vanaf de eerste match goed mee en de kleine issues die we in de bètatests tegenkwamen lijken allemaal verholpen. Vooral de overkoepelende Versus Mode kan aardig wat uren in je agenda opeisen, aangezien je binnen deze mode kan kiezen voor King of The Hill, Guardian, Deathmatch en vele andere formats.
Nieuw zijn de klassen, die we in de bèta al voorbij zagen komen en spelers de keuze geven uit specifieke speelstijlen. Deze klassen hebben elk hun unieke vaardigheden, welke je na verloop van tijd kunt upgraden en uitbreiden. Dit zorgt ervoor dat de gevechten in de verschillende modi wat minder rechtlijnig en voorspelbaar zijn, al zijn de verschillen in de praktijk niet zo groot als ze op papier lijken. Deze klassen komen, net als overigens de meeste modi, het beste tot hun recht wanneer je co-op speelt. Teams met vaardigheden die elkaar goed aanvullen presteren daadwerkelijk beter en leveren over het algemeen leukere matches op.
De multiplayermodus die deze elementen het beste combineert is nieuwkomer Escape. Met een team van drie spelers moet je jezelf een weg banen door een Swarm-basis. Dat klinkt echter makkelijker dan je denkt, want naast een vrachtwagenlading vijanden moet je ook nog eens rekening houden met beperkte munitie en steeds verder oprukkend gifgas. Je kan je voorstellen dat er geen tijd is om stil te staan, waardoor de actie gedurende de hele match op het scherpst van de snede zit. En zeg eerlijk, dat is toch alles wat je van een Gears-game wil?