in

Pokémon: Let’s Go Pikachu en Eevee review – Voor een nieuwe generatie trainers


Het Pokémon Go-publiek is al lang bekend met de grootste verandering die de games met zich meebrengen. De vangmechaniek uit Pokémon Go is namelijk overgenomen, wat inhoudt dat spelers pokémon vangen door met hun Joy-Con fysiek ballen te gooien. Een bewegende cirkel waarop je moet mikken bepaalt de vangkans en direct de hoeveelheid ervaringspunten voor alle pokémon in een team. Vechten doe je namelijk niet meer tegen wilde pokémon, en dat is even wennen.

Pokémon

Bakken pokémon vangen

Voorheen was het nu eenmaal gebruikelijk om elk stukje gras af te struinen en met wilde pokémon te vechten om je team te trainen. Nu vang je keer op keer dezelfde pokémon zonder te knokken, en in de beginfase is dit een wat saaie ervaring. Wanneer pokémon zich opeens minder gauw laten vangen, ronddansen over het scherm en je je pokébal-voorraad moet sparen, wordt de mechaniek echter opeens een stuk interessanter.

Pokémon rennen weg, blijven niet in de bal zitten of zijn lastig te raken. Daarmee wordt het gooien van een ‘excellente’ worp alleen maar aangemoedigd, waar een strakke timing en aardige precisie voor vereist is. Bovendien voelt het dankzij trillingen van de Joy-Con en de moeilijkheid van zeldzame exemplaren ontzettend goed om een bal te gooien. De minigame werkt dus uitstekend, maar komt in handheldmodus minder goed uit de verf. Daarin gebruik je de gyroscoop om te richten en de A-knop om pokéballen te gooien, waardoor de game minder geschikt is om onderweg te spelen.

Pokémon

Aan de nieuwe vang- en trainmechaniek zit nog een andere keerzijde, namelijk de devaluatie van pokémon. Na je vertrek uit Pallet Town verzamel je namelijk honderden zakmonsters, waaronder geëvolueerde pokémon van hoge en lage levels. Waar Butterfree voorheen enkel verkrijgbaar was door een Caterpie of Metapod te vangen en te trainen, was het in Let’s Go een van de eerste pokémon die we ontmoetten. Toegegeven vingen we de vlinder met een luide kreet en is het verschijnen van een zeldzame pokémon als Arcanine en Rhydon opwindend, maar de focus van de games is duidelijk vangen; trainen is ondergeschikt.

Een simpele nostalgietrip

Wanneer je geen pokémon vangt, voelen Let’s Go Pikachu en Eevee aan als rasechte remakes van Pokémon Yellow. Wie de Kanto-regio uit zijn of haar hoofd kent, staat een herkenbaar avontuur te wachten vol met prachtige geüpgradede steden en bekende koppen. Lavender Town is net zo griezelig en aandoenlijk als vroeger, Team Rocket maakt je het leven zuur en je verzamelt acht gymbadges om de beste trainer ter wereld te worden.

Pokémon

Pokémon

Pokémon

We hebben het al talloze keren gedaan en de games bieden inhoudelijk weinig nieuws, maar op z’n minst is Kanto binnenlopen op het grote scherm een prettige gewaarwording. Grafisch ogen de games kinderlijk, doch kleurrijk en ontzettend vrolijk. Daarbij zijn pokémon beter geanimeerd, is er in gyms publiek aanwezig en voegt het rondlopen van wilde exemplaren daadwerkelijk wat toe aan de beleving.

Hoe fijn de nostalgietrip in full-HD ook is, op sommige vlakken zijn de games ernstig versimpeld om toegankelijk te blijven voor nieuwkomers. Zo zijn er toegangseisen om gyms in te mogen omdat de game bang is dat je verliest, staat er in grotten altijd een vriendelijke man met reserve-Pokéballen op je te wachten en zijn gevechten minder complex. Dit laatste komt doordat vaardigheden, het uitbroeden van eieren en spullen die pokémon vasthouden geen rol spelen, waarmee een extra strategische laag uit traditionele gevechten verdwijnt.

Daarbij kunnen Pikachu en Eevee ook nieuwe, vrij krachtige aanvallen te leren, zodat gevechten eenvoudiger worden. Waar grond-pokémon normaliter een bedreiging vormen voor Pikachu, Splishy Splashten we ze allemaal terug hun bal in. Let’s Go Pikachu en Eevee missen complexiteit en uitdaging, maar anderzijds is dat ook logisch voor een game die bedoeld is voor beginners.

Pokémon

Verbazingwekkende verbeteringen

Hoewel de games een stap terug zijn op gebied van complexiteit, betekent dat niet dat ze op andere vlakken geen stap vooruit doen. In lijn met Sun & Moon zijn Hidden Machines afwezig en introduceert Let’s Go Secret Techniques die in feite hetzelfde doen, zonder dat ze een aanvalsplek in beslag nemen. Ook kun je de game voor het eerst in co-op spelen, wat de game overigens nóg eenvoudiger, maar ook gezelliger maakt.

En zo bevatten de games wel meer fijne, zelfs verbazingwekkend revolutionaire verbeteringen. Blijkbaar staan pokémon tegenwoordig in de Pokécloud, want in Let’s Go Pikachu en Eevee kun je op elk moment pokémon uit je box halen. Je hoeft dus niet meer terug het Pokécenter om ze op te halen. Dit heeft wellicht gevolgen voor de moeilijkheidsgraad, maar in onze speelsessie hadden we tussen gevechten met de Elite Four in maar weinig aan ongetrainde pokémon en hielden we dus vast aan hetzelfde team. 

Online

Let’s Go Pikachu en Eevee bevatten ook een online-modus, die op het moment van schrijven nog niet beschikbaar is. Aan de opties te zien is deze helaas ook teruggebracht naar de basis en kun je alleen online vechten en ruilen met vrienden, en dus niet met willekeurige spelers. Jammer, want zo word je niet gestimuleerd een team samen te stellen dat opgewassen is tegen de besten van de wereld.

Ook is het vangen van een pokémon met een bepaalde nature eenvoudiger dankzij een waarzegger die in ruil voor geld één dag alle wilde pokémon de gewenste nature geeft, en is EV-training (Effort Value) toegankelijker dan ooit. Dit laatste is mogelijk dankzij verschillende soorten candies die je beperkt aan pokémon kunt geven, nadat je anderen naar de professor hebt gestuurd, enigszins vergelijkbaar met Pokémon Go. Op deze manier verhoog je eenvoudig gewenste statistieken of sterke punten van pokémon te benutten.

Pokémon

Kleine extra’s

Waar we ook blij van worden, is de interactie met pokémon in de wereld. Naast dat Pikachu of Eevee altijd op je schouder of hoofd zit (ze kunnen niet evolueren om fysieke klachten te voorkomen) zijn we als fans van HeartGold en SoulSilver blij dat pokémon eindelijk weer achter je aan hobbelen. Deze keer zelfs op ware grootte, waardoor je op sommige exemplaren zelfs kunt rijden en vliegen. Het lijkt slechts een klein detail, maar nog nooit kwam een game qua gevoel zo dicht bij de anime.

Na het verslaan van de Elite Four biedt de game nog een andere extra bezigheid. Er duiken namelijk 151 Master Trainers op, die meester zijn van één pokémon. Je kunt deze allemaal verslaan om de ultieme Pokémon-meester te worden en deze prestigieuze titels op je naam te krijgen. Veel bijzonders is het helaas niet, maar het is een prima drijfveer om alle pokémon te verzamelen én trainen.

Pokémon

Pokémon Let’s Go Pikachu en Eevee laten ons achter met een dubbel gevoel. Ontzettend fijne verbeteringen, een uitstekende nieuwe vangminigame en de prachtige Kanto-regio zijn absoluut vermakelijk, maar anderzijds zijn de games ontzettend versimpeld en zijn het voor het grootste gedeelte regelrechte overzettingen van Yellow, zonder bijvoorbeeld de extra gebieden uit Fire Red en Leaf Green. Je kunt als Pokéfanaat dus absoluut lol beleven aan deze eerste pokémon-games op de Switch, maar verwacht er niet te veel van.

Pokémon: Let’s Go Pikachu en Eevee verschijnen op 16 november voor de Nintendo Switch. Lees ook onze review van de Pokéball Plus en onze gids voor hoe je pokémon overzet van Pokémon Go.

Leuke post? Drop een hartje

Score: 1/5 volgens 1 gamers

Nog geen hartjes. First!

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Esmee In Cosplay: The Making Of Ciri – Deel 3: Ciri’s Zwaard

Tetris Effect review – Tetris voor een nieuwe generatie