Hoewel ik absoluut gek ben op videogames, valt niet te ontkennen dat de collectieve community een van de grootste dumpplaatsen is van giftig gedachtegoed, aanstellerig gedrag en algehele minachtig voor andermans standpunten. Daarbij is de ene community natuurlijk wel veel erger dan de ander en er zijn uiteraard ook grote uitzonderingen, waar men nog wel fatsoen en respect heeft. Maar de Zelda-community is, op basis van mijn ervaringen althans, niet zo’n groep. Daarom heb ik heel lang de boot afgehouden als het aankomt op het reviewen ervan.

Schip ahoy
Als een piraat kan Tetra de lok van het schip en diens mogelijk achtergebleven schatten niet weerstaan en dus klimt de blondine zonder blikken of blozen op het gigantische stuk drijfhout. Je hoeft geen genie te zijn om uit te vogelen dat dat een slecht idee blijkt te zijn. Tetra wordt ontvoerd door een mysterieuze entiteit en Link valt in zee en spoelt aan op het strand van een klein eilandje, waar hij wordt gevonden door een vliegende lichtbal met vleugels genaamd Nav…ik bedoel Ciela, die je in deze game letterlijk de weg wijst.

Met de wind in de zeilen
Het Phantom Hourglass is ditmaal de gimmick van dienst en wordt gebruikt in de Temple of the Ocean King: een enorme kerker die als de rode draad in jouw avontuur dient en je waarna je telkens terug moet keren eens je nieuwe speeltjes hebt gevonden. In dit vervloekte gebouw kun je enkel overleven zolang als dat jouw magische zandloper loopt of wanneer je in speciale veilige zones staat. En dat is dan ook de reden waarom je telkens opnieuw terug moet keren. Gedurende je avonturen vind je meer zand, waardoor je verder in de tempel kan komen om kaarten te bemachtigen, en nieuwe voorwerpen die je kunnen helpen om tijd te besparen. Maar dit alles helpt je niet verder eens een Phantom je pad verspert.

Schiet nou op!
Een Zelda-game wordt uiteraard niet gebroken door één slechte tempel, zelfs al speelt die een centrale rol in het plot. Maar ook over andere locaties die je in dit spel aandoet heb ik iets te mekkeren. Velen ervan zijn namelijk té simpel qua opzet en uitvoering en doen geen eer aan de Zelda-naam. Van een Nintendo DS-game kan je natuurlijk niet verwachten dat het een Ocarina of Time, Wind Waker of Twilight Princess kan evenaren qua complexiteit, maar juist de Temple of the Ocean King laat zien dat de twee schermen van Nintendo’s handheld qua puzzels niet onder hoeven te doen voor die op het grote scherm. Daarom is het spijtig dat de puzzels in andere locaties doorgaans van het denkniveau basisschool bovenbouw zijn. Een oudere gamer als ikzelf word daar niet door geprikkeld.

Geforceerd
Begrijp me niet verkeerd: ik geloof echt in het optimaal gebruiken van resources en kon puzzels waarbij ik aantekeningen moest maken op mijn kaart om verder te kunnen zeer waarderen. Maar dat betekent niet dat ik de hele game met de stylus in de game hand wil spelen. Niet enkel werkt dat nogal verkrampend bij een lange sessie, maar ook werkt het niet als je op die manier moet rennen, springen, vechten, onderzoeken én wisselen tussen voorwerpen. Te vaak zit je hand in de weg bij het spelen of doe je iets wat je eigenlijk niet wilde doen, omdat je onbedoeld een actie uitvoerde. Het is niet dermate hinderlijk dat het de beleving volledig verpest, maar zorgde wel op enkele momenten voor luidkeels gevloek in huize Hendriksbij een game waar ik toch al wat op- en aanmerkingen bij had.

Redemption!
Want hoewel hetgeen dat ik slechts enkele zinnen geleden zei opgaat voor de eerste tachtig procent van het spel, herpakt het zich in de eindsprint. De laatste twee tempels zijn van het niveau dat je bij een naam als Zelda mag verwachten en demonstreren dat de DS weldegelijk grootse en intrigerende tempels en imposante boss fights op je scherm kan toveren. De echte klapper is echter tevens het grootste minpunt: de Temple of the Ocean King. Want wanneer je hier voor de laatste keer terugkeert, is alles anders.
Na een kleine zestien uur heeft Link eindelijk het wapen in handen waarmee je de Phantoms die je zo vaak dwars hebben gezeten kan bevechten. En opeens is de tempel geen obstakelkoers meer, maar zoete wraak! De eerste keer dat je een vloer in de tempel moeiteloos ontdoet van de vervelende wezens die je zo lang hebben geteisterd is zo bevredigend dat het bijna opwindend is; vooral wanneer de climax komt in de vorm van een epische boss fight in meerdere stages zoals we ze maar nauwelijks kennen van oudere handheldgames. Als dit nou voortdurend het niveau was geweest, was ik het allicht eindelijk eens eens geweest met de extatische Zelda-fans.

Zijpaden
Tenslotte wilde ik het nog even hebben om de multiplayer van Phantom Hourglass. Maar helaas zijn de servers hiervan reeds gesloten en dus weegt dit niet mee in dit eindcijfer.