Remasters en remakes, we worden er tegenwoordig mee doodgegooid. Ook gisteren tijdens de PlayStation Showcase was het weer raak. Star Wars remake, Grand Theft Auto 5-remaster, Uncharted-remaster en een Alan Wake-remaster. Moeten we daar nou zo blij van worden?
Laat ik beginnen met het verschil tussen een remake en een remaster. Een remake is een game die volledig vanaf de grond opnieuw wordt opgebouwd. Een remaster is een opgepoetste versie van een oudere game, vaak met hogere resolutie, betere textures en verbeterde framerate.
Remakes juich ik eigenlijk altijd wel toe. Zo heb ik afgelopen periode genoten van Resident Evil 2. Capcom laat met die game zien hoe het moet. Ze steken een klassieker in een modern jasje, waardoor het aanvoelt als een compleet nieuwe game. Dat is de perfecte manier om oude fans tijden te laten herleven en de game te introduceren aan een nieuwe doelgroep.
Remasters daarentegen sta ik minder om te springen. Tuurlijk, het is fijn dat een game er wat mooier uit ziet, maar om die full priced in de winkel te gooien, gaat mij wat te ver. Neem bijvoorbeeld de HD remaster van The Legend of Zelda: Skyward Sword. Dat voelt voor mij als een simpele cashgrab. Ook de remaster van Uncharted die naar de PS5 en PC komen, vind ik een beetje jammer. Die twee Uncharted-games heb ik al in de kast staan, maar als ik straks de verbeterde versie wil spelen, moet ik hoogstwaarschijnlijk de volle map betalen. Jammer is dat.
Laten we daarom even waardering uitspreken voor de strategie van Microsoft. Op de Xbox Series-consoles krijg je met auto HDR en FPS Boost gratis een soort remasters. Momenteel speel ik Far Cry 5 in 60 fps, zonder dat ik daar een extra cent voor heb moeten betalen. Ook op de PlayStation 5 krijgen sommige games een gratis upgrade, zoals The Last Of Us Part II en Horizon Zero Dawn. Dat is de perfecte manier om oude klassiekers te herleven.
Daarom zeg ik volmondig ‘ja’ tegen remakes en ‘nee dankjewel’ tegen remasters. Wat vind jij? Laat het weten in de comments!
100% mee eens.